De minister van Veiligheid en Justitie stelde vorige week voor politie en justitie de bevoegdheid te geven om computers binnen te dringen van verdachten van cybercriminaliteit. En omdat cybercriminaliteit vaak een internationaal karakter heeft, zou ook het inbreken in computers in het buitenland toegestaan moeten worden.
Michel van Eeten, hoogleraar internetveiligheid aan de Technische Universiteit in Delft, heeft “gemengde gevoelens over het wetsvoorstel”, dat nu voor advies bij enkele overheidsinstanties ligt, voor het naar de Tweede Kamer zal gaan. Dat zegt hij vandaag in een interview met De Nieuwe Pers.
Minister Opstelten "wil politie en justitie op afstand onderzoek laten doen in computers van criminelen en – indien nodig – gegevens overnemen of ontoegankelijk maken", zo schreef de minister vorig jaar al in een brief aan de Tweede Kamer. Die bevoegdheid zou ook moeten gelden voor computers in het buitenland.
Van Eeten vreest dat als het voorstel in de wet zal worden vastgelegd, andere landen de regels als precedent kunnen zien. Want als de Nederlandse politie mag inbreken 'uit nationaal belang', dan mogen andere landen dat ook. En ieder land bepaalt zijn eigen nationaal belang. “Hiermee legitimeer je dat elke staat de nationale veiligheid als alibi kan gebruiken om computervredebreuk te plegen”, aldus Van Eeten. “Dit is de laatste keer dat Nederland het recht heeft om China de les te lezen over computervredebreuk, want China pleegt die ook uit nationale veiligheid.”
Neem nu een abonnement op het kanaal Achter de technologie van Peter Teffer, om het hele interview te lezen.