De eHealthweek 2018 biedt gelegenheid om dieper op een aantal kansen en belemmeringen in te gaan. Een derde artikel van een reeks.
Het Hoogleraren Debat zoals dat genoemd werd, vond plaats in de grote zaal van het Mediaplaza van de Jaarbeurs te Utrecht op 23 november 2017. Er waren tegen de 75 bezoekers gekomen naar dit onderdeel van een zeer uitgebreid dagprogramma (met veel parallelsessies). Belangstellenden konden kenbaar maken tot welke doelgroep zij behoorden. Zij mochten reageren op een aantal stellingen (stemsysteem Buzzmaster). Ik probeer duidelijk zicht te krijgen op het grotere geheel. Hoe staat het ermee in Nederland.
Dagvoorzitter Tom van ’t Hek stelt dat dit verschil een feit is. Het verschil neemt toe. Hoog-opgeleiden worden 82 jaar en laaggeletterden 72 jaar oud. Leonard Witkamp vindt dat het ondanks is. Het wordt gemakkelijker. Denk aan de apps. Kinderen die al met tablets om kunnen gaan. We hebben de middelen. Lisette van Gemert stelt dat schoolkinderen achterblijven in digitale vaardigheden. We sluiten laaggeletterden uit. Er is een toename van de digitale kloof. Dus dankzij. Marlies Schijven stelt dat het allebei aan de orde is. Benutting door laaggeletterden is een probleem. De toegang is verbreed, maar dat is niet hetzelfde als het gebruik. Er moet geschoold worden. Het wordt allemaal wat overschat. Heleen Riper: Momenteel in GGZ gebruik vooral door hoogopgeleide vrouwen. Bij depressie, angst en alcoholproblemen. Niet alleen afhaken van laaggeletterden, want het aanbod is niet aantrekkelijk. Mannen sterk ondervertegenwoordigd. Lisette van Gemert: Er is een lichtpuntje. Toename bij ouderen. Er zijn desalniettemin groepen die niet bereikt worden. Technologie niet aantrekkelijk respectievelijk adaptief genoeg. Leonard Witkamp vindt het toch wat lastig. Het argument wordt zo vaak gebruikt. Het gaat om een verkeerde aanname. Het is eten, drinken, roken en niet-bewegen dat dit verschil veroorzaakt. Het heeft niets met digitalisering te maken. Lisette van Gemert vindt dat het wel met elkaar te maken heeft. Een stappenteller is niet leuk. Grote groepen niet geïnteresseerd. Hoe verpak je het goed, vraagt Marlies Schijven zich af. Er is luid gelach in de zaal. Leonard Witkamp vindt dat je bij COPD-problemen het roken moet aanpakken. Stel dat je roken ook tweemaal zo duur maakt dan daalt het aantal gebruikers wel onmiddellijk. Lisette van Gemert wijst echter op een mooi resultaat bij COPD met inhalers. Die worden vaak slecht gebruikt. Het medicament komt überhaupt niet binnen. Aantrekkelijker maken door bijvoorbeeld feedback te geven. Geef instructies. Mensen moeten meer verleid worden. Heleen Riper vindt therapietrouw belangrijk. Liefst meer aandacht voor preventief gebruik. Belonen voor goed gedrag. Er is een grote toekomst. Ook het belang van sociale netwerken wordt door Heleen onderschreven. De sociale norm herkennen. Kortom een multi-aanpak. Lisette vindt ook het belang van sociale netwerken groot, zoals hoe patienten wonen en werken. Belangrijk om dat onderzoek de stimuleren. De technologie wordt ook wel slimmer. Op het juiste moment wordt het dan ingezet. Dat helpt.
Debat
De Nederlandse in ehealth gespecialiseerde hoogleraren in gesprek met dagvoorzitter Tom van ’t Hek:
Professor dr. Heleen Riper, hoogleraar eMental-Health/Klinische Psychologie, Vrije Universiteit Amsterdam & GGZinGeest
Professor dr. drs. Marlies Schijven, chirurg AMC., hoogleraar chirurgie, in het bijzonder Serious Gaming, Simulation and Applied Mobile Healthcare, faculteit der geneeskunde AMC-UvA
Professor dr. Lisette van Gemert-Pijnen, Hoogleraar Persuasive Health Technology, Universiteit Twente
Professor dr. Leonard Witkamp, Bijzonder Hoogleraar Telemedicine, AMC. Amsterdam, voorheen dermatoloog