We liggen krom van het lachen of ergeren ons rot over de komedie die de regeringsformatie ons nu al meer dan zes maanden voorschotelt. Iedereen is het erover eens dat die op zijn minst niet de schoonheidsprijs verdient, dan wel een complete farce is. Of het nu gaat om het hoofdlijnenakkoord of om de keuze van de bewindspersonen. Maar behalve lachen en ons ergeren, doen we er voor de rest niets mee. Alleen in de eerste dagen na de verkiezingen waren er kleinschalige demonstraties in Nederland vanwege de winst van Wilders. Voor de rest lijkt het allemaal af te glijden van de Nederlanders.
Andere koek tijdens jaren 80
Dat was anders in de jaren 80. Vakbonden en maatschappelijke organisaties kwamen geregeld de straat op om te demonstreren tegen het beleid van de regeringen Lubbers. Ofwel demonstreren tegen de bezuinigingen van de regeringen Lubbers ofwel tegen het voornemen kruisraketten te plaatsen op Nederlands grondgebied door diezelfde regering. Demonstraties die honderdduizenden op de been brachten. Kom daar nu nog maar eens om.
Het gaat mij niet sec erom dat er altijd demonstraties moeten zijn tegen alleen rechtse regeringen. Waren er in de jaren 70 grootschalige demonstraties geweest tegen de regering Den Uyl of in de jaren 90 tegen de regeringen Kok, mij best. Nederlanders lijken het demonstreren echter te hebben verleerd, boze boeren en oproerkraaiers uitgezonderd. Waar blijft het geluid van de vakbonden? Waarom komen vertegenwoordigers uit de cultuur, de zorg, de hulpverlening niet massaal de straat op om hun ongenoegen te uiten en verandering te vragen?
Onvrede is er genoeg in de samenleving. Je kunt zeggen dat die verwoord is in de verkiezingsuitslag van november vorig jaar. Ja, maar je kunt mij niet wijs maken dat de gemiddelde VVD-stemmer niet tandenknarsend de huidige gang van zaken met de regeringsformatie volgt. Hetzelfde geldt voor stemmers op NSC. Het is niet voor niets dat beide partijen gehalveerd zouden worden, mochten er nu weer verkiezingen zijn. Die zijn er (nog) niet en iedereen met onvrede blijft daarmee op zijn honger zitten en doet niets. Zowel ter linker als ter rechterzijde van het politieke spectrum.
Te veel gepolderd
De oorzaak daarvan ligt mijns inziens in de Nederlandse gewoonte te polderen totdat men er uiteindelijk uitkomt met een compromis. In België en Frankrijk leeft die poldercultuur veel minder. Bij de minste onvrede tussen vakbonden en werkgevers gaan de Belgische vakbonden de straat op. Hetzelfde verhaal inzake regeringsbeleid. Dat mag allemaal een pak minder wat mij betreft. Als burger heb je daar behoorlijk veel last van. Treinen, het overige ov, voorzieningen. Je mag er gemakshalve vanuit gaan dat die meerdere keren per jaar platliggen vanwege weer een staking tegen het een of ander. Dat is het andere uiterste.
Toch, de vakbonden en maatschappelijke organisaties in België hebben nog een grote invloed in en impact op de samenleving. Die invloed lijkt in Nederland helemaal weg. Wanneer heeft de FNV voor het laatst een massademonstratie in Den Haag georganiseerd, zoals in de jaren 80 onder leiding van Wim Kok gebeurde? Het Nederlandse maatschappelijk middenveld is te lief geworden door al dat gepolder.
Tijd om een tegengeluid te laten horen
De regering Schoof staat op 2 juli op het bordes. Al weet je het nooit zeker met de brokkenpiloten die de regering vorm moeten geven. En daarmee bedoel ik zowel de verantwoordelijke fractieleiders als de beoogde bewindspersonen. De algemene verwachting is dat die regering geen lang leven beschoren gaat zijn. De vraag is nu hoe we met die verwachting/hoop omgaan. Laten we het allemaal maar gebeuren en zitten we die tijd wel uit, meewarig naar het gestuntel kijkend?
Of geven de vakbonden, maatschappelijke organisaties en iedereen die zich zorgen maakt over waartoe deze regering kan leiden, van links tot rechts, een duidelijk signaal af? Via een grote demonstratie voor behoud van de democratische waarden en rechtsstaat en tegen de afbraak van het imago van Nederland als een fatsoenlijke rechtsstaat? Met alleen afwachten, gaat Nederland dat imago niet overeind houden. Het wordt tijd dat de burger zich weer laat horen. En dan bedoel ik niet alleen op sociale media.