Waarom er altijd spanning is tussen mannen en vrouwen. En waarom dat prima is.

Martine de Vente (en hara man Nathan Vos (1971) zijn al jaren samen en kennen elkaar van kop tot kruin, maar begrijpen de ander nog steeds niet helemaal. Simpelweg omdat Martine een vrouw is, en Nathan een man. Een onderzoek naar de verschillen in pittige – maar liefdevolle – brieven.

Martine:

In de gebruikelijke rondjes ‘klagen over onze mannen’ met vriendinnen komen de huishoudelijke loopgravenoorlogen altijd ter sprake. Zo verzuchtte mijn buurvrouw nadat haar lievelingstruitje tussen de deur van de wasmachine was gekomen, dat “mannen echt niet kunnen wassen.” Eens, eens, knikte ik boven de tweede sauvignon. Het is het verkeerd ophangen, toch niet de juiste stofjes bij de juiste stofjes in de machine doen, de niet leeggehaalde zakken.

Zoals in elk geëmancipeerd huishouden hebben wij de taken verdeeld. Wassen doe ik daarom bijna nooit. Maar ik vind wel dat ik het zelf beter kan.

De man van collega T. gaat naar de afhaal als zij niet thuis is om te koken, zo vertelde ze terwijl ze nog een keertje opschepte. Nee, niemand verwacht dat ze elke dag kookt . Maar: “Op deze manier moet je wel.” Nou vindt T. koken heel erg leuk, net als ik. En we vinden dat we het veel beter kunnen dan onze echtgenoten. Net als poetsen en boodschappen doen.

Omdat we allebei even hard werken, ben ik er een voorstander van dat man en vrouw de taken in huis gelijk verdelen. En daar wringt het, want wie de huishoudelijke touwtjes strak in handen wil houden, maakt het zichzelf heel moeilijk. Vrouwen zijn in de afgelopen 25 jaar steeds meer gaan werken, maar ze doen nog steeds meer in huis dan mannen.  En daardoor hebben ze inclusief werk, werk in huis en zorgen voor kinderen en oude ouders, veel minder vrije tijd dan mannen.

Zorgen, dat kunnen wij vrouwen nou eenmaal beter. Bovendien: die fifty/fifty-verdeling vindt ‘de maatschappij’ ook helemaal niet fijn. Mannen voelen zich goed als ze fulltime werken. Socioloog Sean de Hoon promoveerde hier onlangs op. Als mannen getrouwd zijn en kinderen hebben, dan krijgen ze zelfs meer salaris dan mannen zonder kroost: de zogenaamde daddy bonus. Vrouwen met kinderen daarentegen krijgen de zogenaamde motherhood penalty. Ofwel: achter elke man staat een goede vrouw. Ik schrok ervan, maar het is gewoon nog echt zo.

Ja, daar sta ik dan als would-be feminist. We hebben hetzelfde beroep, ongeveer dezelfde opleiding en nog loop ik achter. Heus, ik breng genoeg binnen voor mijn deel van de hypotheek. Maar het is gewoon minder en dat vind ik behoorlijk irritant.

Het kan toch niet alleen liggen aan die twee keer baren waardoor ik op achterstand kwam? Sterker nog, ik ben drie jaar ouder en heb dus meer (levens)ervaring dan jij. Ben ik toch minder ambitieus? Minder gehaaid in het uitonderhandelen? Het lijkt er wel op. En jij roept wel dat je het prima zou vinden als ik veel meer ging verdienen dan jij. Maar ik vraag me soms af: geloof je dat nou echt?

Nathan:

Ik zou het prima vinden. Ik ben al 45, mijn ego kan dat wel aan. Het idee van onze relatie is natuurlijk wel dat we elkaar voor langere tijd in het leven ondersteunen. Bokkie staan, zoals dat heet. Daarbinnen lijkt het mij geen punt dat af en toe de een en af en toe de ander de financiële kar trekt.

Kostwinnerschap bezorgt namelijk verantwoordelijkheid, en daarmee ook druk. Ik zou daar soms best van af willen. Tegelijkertijd heb jij wel een punt, dat ik het fijn vind om in control te zijn, vooral wat werk betreft, en daar dus zoveel energie en tijd insteek als ik kan. Werk is immers de plek om te bewijzen wat je waard bent, om te kunnen overwinnen, en je daarmee een man te voelen.

Dat hebben wij nodig, bij gebrek aan borsten, een menstruatiecyclus, een zwangerschap: iets waardoor we ons man voelen. Een baan is daar de aangewezen plek voor – lucratiever dan een doelpunt scoren, spannender dan afwassen en meetbaarder dan papa zijn.

Vrouwen hebben, gemiddeld genomen, die bevestiging van een hoog salaris of een promotie, minder nodig voor hun ego. Weet je nog hoe ik pronkte met mijn eerste leaseauto? Ineens de noodzaak voelde om langs vrienden en familie te rijden? En dan vind ik mezelf niet eens zo’n patser.

Kortom: je hebt gelijk. Wij vinden ‘thuis’ niet zo interessant. Huren een schoonmaker in, halen een pizza. En we vinden zorgen ook niet zo spannend, los van zorgen voor onze eigen – leve de vaderhormonen – kinderen. Ik heb daar moeite mee, nu een groot deel van mijn familie aandacht behoeft. Om op natuurlijke wijze de zorgzame zoon, broer en oom te zijn, en daarbij jou niet te vergeten.

Komen we op het punt van beloning. Het gaat niet om de uren die we er insteken, althans, die discussie levert je weinig op. Het gaat meer om het soort werk wat je wilt doen. Ik denk dat mannen eerder bereid zijn om rottiger klussen – forensen, vergaderen, rapporteren, enzovoort – te doen om maar dat salaris en vooral die status te bereiken. En vrouwen, nogmaals, die status niet nodig hebben en zullen kiezen voor klussen waar ze plezier van hebben. En dat zijn niet altijd de best betaalde klussen. Zoals jij met je prachtige eigen Westkrant.

Martine:

Ik zat vandaag in een werkbespreking met twee mannen die een staaltje ‘piemels vergelijken’ aan het weggeven waren. Ik dacht: waarom is het met kerels altijd meteen een wedstrijd? In een mannenclub is er toch altijd eentje die zichzelf moet profileren. Dat werkt vaak contraproductief. Ik merk dat vrouwen toch vanuit de gemeenschappelijkheid iets willen bereiken, en oog hebben voor elkaars belangen. Vrouwen zorgen ervoor dat iedereen blij is, bij mannen moeten er een winnaar en een verliezer zijn.

Ik functioneer redelijk in vrouwengroepen, hoewel de dynamiek erin mij soms wel ontgaat. Want dat ‘iedereen tevredenstellen’ heeft ook als irritant gevolg dat er eindeloos over van alles wordt geneuzeld. ‘Vind je echt niet erg? Nee echt niet. Als je het erg vindt, dan kan het ook anders hoor. Nee, ik vind het echt niet erg.’ Kom op!

Daarbij: vrouwen zijn meesteressen in het in- en buitensluiten van anderen. We opereren in clubjes voor het afspreken van Gezellige Dingen. Ze hebben in mijn WhatsApp allemaal een naam. De Opvliegers en De Heksenkring. Eentje heet simpelweg Borrel. Er is een subtiel verschil in wie erbij hoort en wie niet. Je komt niet zo maar bij een gezellig clubje. Een kennis heeft het ooit geprobeerd, maar die werd subtiel genegeerd. Als vrouw weet je feilloos wie wie wel lust en wie niet. Versta je de subtiele signalen niet, dan lig je erbuiten. Ik ken vrouwen die de kunst verstaan ontelbare clubjes in stand te houden. Mijn aantal van vier à vijf kan ik net behappen.

Hoe zit dat eigenlijk bij mannen? Wanneer lig je eruit en wanneer erin? Het gaat toch altijd alleen maar over voetbal, en over tieten? Over tieten gesproken: is het echt zo dat je als man altijd de neiging hebt om in het decolleté van je gesprekspartner te kijken?

Nathan:

Voor ik ga laboreren over het decolleté, eerst een nuance. Vrouwen zoeken verbinding, dat klopt. Tenminste: verbinding is dé vrouwelijke energie, bij de een meer dan bij de ander. De mannelijke energie, of drijfveer, is niet zo zeer een wedstrijd, maar vrijheid. En om die vrijheid te winnen, moet hij vechten. Want pas als hij on top is, is hij vrij. Maar hij kan ook vrij zijn door zich terug te trekken, in z’n mancave, al houthakkend, of met een koptelefoon op. Lekker in de file staan.

Hoe komt dat, kan je je afvragen. In mijn onderzoek naar klooiende mannen (zie kader), las ik een interessant verhaal over de biologische noodzaak van de man en de vrouw. Heel simpel: de vrouw heeft in d’r leven vierhonderd eicellen en is daarmee waardevol. Elke vrouw dient voor de species dus behouden te worden. Een man maakt zeven miljoen zaadcellen per dag aan, wat in theorie betekent dat één man de hele wereld zou kunnen bevruchten. Mannen zijn, kortom, biologisch gezien nogal waardeloos.

En dat zit in onze botten, nog onder ons onderbewuste. Dat we er niet zo toe doen. Dat een dode man minder erg is dan een dode vrouw. Zie kanonnenvoer in de oorlog, zie vrouwen en kinderen eerst, zie de suïcidecijfers. In Nederland: twee mannen tegen één vrouw. In Polen: acht tegen één. En dat zorgt er ook voor dat mannen weten dat ze moeten winnen – en dus moeten vechten. Voor mij tien andere mannen, immers. Dat is wat jij meemaakt in je werkbespreking en dat is wat jij ondergaat in het café, als ze om jou en je vriendinnen heen staan te draaien. Jij bent hun kans op voortplanting, op ertoe doen voor de menselijke soort.

Komen we op de tieten. Er is natuurlijk een biologische reden: wij man-dieren koppelen instinctief grote borsten aan verhoogde vruchtbaarheid. Dus we kunnen aan dat kijken niet zoveel doen, ware het niet dat we dit instinctieve gedrag afgeleerd hebben.

Tegelijkertijd: afgeleerd? Ja, sociaal gezien prima, maar we weten dat veel ellende is veroorzaakt doordat mannen hun instincten ontkennen, of zich er voor schamen. Het zit er gewoon hè, daar beneden. Zeven miljoen cellen. Pure drift. Dat hoeft er echt niet elke dag uit, maar de invloed op ons denken – hoofd – en ons voelen – hart – valt niet te onderschatten. Ik ben blij dat ik daar nu achter ben en me niet meer ongemakkelijk voel als ik met een aantrekkelijke vrouw praat.

Over mannen en clubjes, ten slotte. Bij mannen kan er een hiaat van tien jaar in een vriendschap vallen. De deur blijft open. Het gaat er bij mannen dan ook veel minder om hoe we ons bij elkaar voelen. We brommen wat, maar gaan ons niet kwetsbaar maken door te gaan zeuren. Waar het om gaat is dat we voelen dat we met hén niet gaan vechten.   Vraagje: voel jij dat, dat ik voor vrijheid ga, en jij voor verbinding? Of zit het tussen ons minder simpel?

Martine:

Ik denk dat het iets minder simpel ligt. Zelf heb ik ook de neiging om mij terug te trekken. Af en toe is er niets zo fijn als alleen thuis zijn. Zonder dat er een iPaddend of gamend kind de bank in beslag neemt. Niet de hele tijd, want dan is het te stil, maar zo eens in de zoveel tijd niemand om je heen is fijn. Al was het maar om op je gemak te kunnen poetsen.

Het is maar net wat je met elkaar afspreekt. Mijn ouders kunnen geen dag zonder elkaar, en raken zelfs in paniek als ze elkaar uit het oog verliezen. Maar van de meeste vrienden weet ik dat het volstrekt acceptabel is dat je allebei weleens apart op vakantie gaat of een weekendje weg. Gaandeweg onze relatie ben ik erachter gekomen wat ik prima vind en wat niet. Het gaat er volgens mij om dat je toch een soort van onzichtbaar lijntje hebt met elkaar: wij horen bij elkaar.

Ik zou het erg raar vinden als je zonder aankondiging een nacht weg blijft. Er zijn vrouwen die accepteren dat hun man dat doet, maar je zou dan echt stront aan de knikker hebben.  Daar ligt wel de grens.

Over weekendjes weg gesproken. Je opperde laatst een plan om te gaan kamperen met onze zoon, zodat hij niet alleen in zijn hoofd maar ook met zijn handen bezig kan zijn. Fikkie stoken en houthakken. Ik vroeg: waarom neem je onze dochter (toch ook meer jongen dan een meisje) niet mee? Die zou het ook geweldig vinden: een weekend rouwdouwen met alleen maar jongens. Ik vind het ook heel gezond om dochters te leren hoe ze met jongens om moeten gaan. Veel vrouwen weten alleen mannen voor zich te winnen door seks in de strijd te gooien.

Doe je dat niet, dan is het lastig om je gehoord te voelen als vrouw. Mannen eigenen zich nog steeds van alles toe. Alleen al door wijdbeens in de tram te gaan zitten. En denk aan het fenomeen mansplaining, waarbij mannen even iets uitleggen dat je als vrouw allang weet. Bijvoorbeeld hoe je een band plakt.  En een irritante gewoonte: zich laten gelden zonder te luisteren. Niet naar elkaar, en al helemaal al niet naar vrouwen. Wist je dat in vergaderingen waar mannen en vrouwen aanwezig zijn, mannen drie keer zo vaak aan het woord zijn? En als een vrouw aan het woord komt, ze ook nog eens in de rede worden gevallen?

Ik vind dat als je mannen iets wilt leren, je ze moet leren hoe ze met vrouwen om kunnen gaan.  Ze verstaan vaak die kunst niet. Raken in de war als je niet je tieten in de strijd gooit. Want dat snappen ze. Ze zijn op een bepaald niveau beschaafd, want maken immers geen seksistische opmerkingen. Maar wel bijdehandte grappen maken om te proberen je uit te schakelen. Of ze maken zo veel lawaai dat je er niet tussenkomt. Maak je daar je ongenoegen over kenbaar, dan ben een bitch.

Ik verbaas me er toch iedere dag weer over hoe ook de zogenaamd beschaafde mannen zo de conversatie naar zich toedraaien. Van dat haantjesgedrag heb ik toch altijd nog meer last, dan van kerels in de kroeg die naar je tieten staren of in je kont knijpen. Maar dat zou ook de leeftijd wel kunnen zijn.

Nathan:

Waarom ik onze zoon mee wilde nemen, was niet omdat hij dat zo leuk zou vinden. Het gaat om het feit dat jongens geen natuurlijke momenten hebben waarop ze leren man te worden. Zich leren te verhouden tot hun driften, hun lichaam, hun hart. Vrouwen wel, zie de eerdere brief. Voor jongens moet je dat organiseren, want anders kunnen ze dat man-zijn halen in vechten, roken, drinken, hard rijden, enzovoort. En ik denk dat de mannelijke energie, vrijheid, zich het beste manifesteert in buiten zijn. Hutje bouwen. Klimmen. Niet praten, maar doen en zijn. En dat moet hij eerst maar eens met z’n vader doen. Die hoort z’n belangrijkste rolmodel te zijn. Los van je terechte constatering dat meisjes ook met jongens moeten leren omgaan. Gelukkig heeft onze stoere dochter geen gebrek aan dergelijke ervaringen.

Ik denk dat mannen pas echt met vrouwen kunnen omgaan, als ze hun eigen energie erkennen én die van vrouwen erkennen. Dat zij niet van hem wil winnen, en hem dus niet bedreigt, maar vooral duidelijk wil hebben hoe hun relatie is. En daarom moet je als man dus niet naar haar tieten kijken – tenzij ze dat graag wil. Omgekeerd moet een vrouw beseffen dat een man altijd, onbewust, aan het strijden is. Als jij laat merken dat je hem als mens ziet, en niet als man, is er al veel druk weg.

Ten slotte: inderdaad is het lijntje tussen ons de basis. De verbinding tussen jou en mij. Als dat lijntje stevig genoeg is, en daar moeten we allebei aan blijven werken, dan hebben we allebei alle vrijheid van de wereld. Volgens mij is dat ook waarom we zo goed bij elkaar passen. Ook al heb ik de neiging om alles aan je uit te willen leggen.

Kader:

Man o Man

Van Nathan Vos verscheen in 2017 het boek ‘Man O Man’. Na de zelfdoding van zijn broertje, tot kort voor zijn dood een ogenschijnlijk dolgelukkige man, gaat Nathan – als hij ontwaakt is uit de schok en het verdriet –  op zoek. Wat is er aan de hand met de man? Wat is zijn strijd? Waar zit zijn kracht, zijn verdriet? Waarom nemen zoveel mannen hun eigen geluk niet serieus? Nathan interviewde weduwes van zelfdoders, bevroeg talloze mannen en experts, dook in de wetenschap en literatuur, en ging zo diep als hij kon in het zelfonderzoek. Om erachter te komen dat het vooral gaat om de vragen die je jezelf stelt. De belangrijkste is misschien: weet je zeker dat je vader van je houdt?  In het najaar zendt KRO/NCRV de documentaire uit die Nathan met Frans Bromet over mannen maakte.

Man O Man (Nijgh & Van Ditmar).

Update 14062020. Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Zin Magazine. www.zin.nl

Image by Mabel Amber from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -