Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam naar voren dat de gemiddelde Nederlander in 2022 zo’n 2,2 kilo aan avocado’s per jaar eet. Dat is grof genomen zo’n 12 stuks. Ter vergelijking, in 2000 importeerde Nederland volgens het CBS 15 miljoen kilo aan avocado’s, terwijl dat twintig jaar later is opgelopen tot – niet schrikken – 373 miljoen kilo. Alleen tussen 2018 en 2019 is een klein dipje te zien, maar over het geheel genomen is dat toch een forse stijging. Nederland is wat dat betreft na de Verenigde Staten de grootste avocado-importeur ter wereld.
Het stigma dat met name mensen in de Randstad voornamelijk avocado’s eten kan ik dus wel begrijpen. Hoewel er ook steeds vaker buiten de grote steden avocado’s worden geconsumeerd.
Alleen je krijgt ze niet zomaar (avo)cadeau. Het voornaamste herkomstland van avocado’s die wij importeren is Peru, met afstand gevolgd door Chili en Colombia. Avocado’s kweken in Nederland gaat voorlopig nog niet lukken. Het duurt zo’n 5 tot 10 jaar voor een avocadoboom pas vruchten gaat leveren en bovendien hebben ze een warm klimaat nodig om te groeien. Erg koudebestendig zijn ze niet.
Maar hoe duurzaam zijn die hipstervruchten eigenlijk? Nou, helemaal niet zo duurzaam. Ze vergen véél water. Een avocadoboom heeft zo’n 500 tot 1500 liter water nodig om een kilo avocado’s te kunnen produceren. Tel daarbij op de reiskosten en CO2-uitstoot die erbij komt kijken, en ja… daar ga je al met je hippe gedrag. Moeten we wel zo veel voedsel importeren?
Eet met de seizoenen mee
Toevallig las ik vandaag een post op LinkedIn van een oud-collega die tegenwoordig voor online supermarkt Crisp werkt. Hij schreef dat zijn supermarkt bewust kiest om met de seizoenen mee te eten. Om die reden verkopen ze bijvoorbeeld nu pas kersen. Het is bijna half juli en in de meeste supermarkten zie je ze toch al een tijdje liggen. Maar als je leest wat de herkomst is, dan zul je veelal landen als Spanje of Italië zien. De Hollandse kersen liggen nu pas in de schappen.
Kersen zijn ook ontzettend gevoelig voor de weersveranderingen. Ze gaan niet erg goed op kou. Zo schrijft vakblad AGF op hun website dat vanwege het koude voorjaar in combinatie met enige vorstschade, het kersenseizoen deze week eindelijk is begonnen. De kersen zijn niet te zacht en vol van smaak. Ook de prijs die de teler krijgt is beter, meldt AGF.
Nu at ik een tijdje terug kersen uit Spanje, maar daar zat echter vrij weinig smaak aan, terwijl de Hollandse kers inderdaad bomvol smaak zit. Ik had dus beter toch even kunnen wachten, ook al waren ze al in de bonus.
Het is een bekend fenomeen dat we, zeker rond de feestdagen, graag luxeproducten willen eten die niet altijd in het seizoen zijn. Zelf ben ik de zoon van een groenteboer en kan ik daar over meepraten. Zeekraal uit Israël of Frankrijk smaakt echt niet zo vol en lekker als die uit de Oosterschelde. Mosselen eet je eigenlijk alleen als de letter R in de maand zit, hoewel we tegenwoordig alles het hele jaar rond voor handen willen hebben. Aardbeien in de winter zijn minder smaakvol dan die uit de zomer. Ze worden niet voor niets zomerkoninkjes genoemd.
Lokaal is beter dan ver weg
Lokaal is aan een opmars bezig, zij het niet dat de boerenprotesten en de opkomst van de BoerBurgerBeweging hier een duwtje bij in de rug hebben gegeven voor velen. De spandoeken met No Farmers No Food zijn bijna overal wel verdwenen, maar in die boodschap zit toch een zekere kern van waarheid. We kunnen inderdaad prima importeren, maar lokaal geteeld is in de meeste gevallen toch betaalbaarder en smaakvoller.
Supermarkt Lidl adverteert met een korte keten van leveranciers: van het veld naar je bord. En ook Albert Heijn liet een paar jaar terug vloggende vakkenvullers tussen de kolen in hun reclames zien. De industrie is tamelijk goed op weg, want in november maakte Lidl al bekend te stoppen met het importeren van groente en fruit per vliegtuig om de klimaatimpact te verkleinen. Ook schepen zijn druk aan het innoveren om duurzamer voedsel te verschepen. Het enige jammere is dat sommige supermarkten nog stunten met groenten en fruit uit het buitenland met bijvoorbeeld minder smaakvolle kersen uit Spanje.
Oogst het zelf
Een ander fenomeen dat ik in mijn eigen ‘hippe’ omgeving zie zijn pluktuinen. Met name in stedelijke gebieden worden steeds vaker van zulke tuinen gecreëerd waar je voor een peulenschil een tas vol groenten vers mag plukken. De pluk- en moestuinen worden veelal onderhouden door vrijwilligers en staan bomvol met verse groenten die met het seizoen meegroeien.
Het doet me denken aan vroeger. Mijn oma had ook een moestuin achter het huis. Daar groeiden wortels, aardbeien, uien, rabarber en sperziebonen. Dat was altijd feest als ik daar was, omdat ik zelf het eten mocht plukken. En het smaakte ook ontzettend goed. Nu woon ik in de stad in een appartement en heb er zelf geen ruimte voor, maar dan is zo’n pluktuin een prima alternatief. En het helpt het klimaat ook nog een handje op weg.
Misschien moeten we als we echt zo hip en duurzaam willen zijn toch meer oog gaan krijgen voor lokale producten en beter gaan nadenken over wat we in ons mond willen stoppen. Ik ga nu echt niet per sé stoppen met het eten van avocado’s, maar minderen is geen slecht idee. En wellicht moet ik maar eens een abonnementje nemen op een moestuin.