Vance en Walz proberen al maanden hun relevantie te bewijzen. Vance positioneerde zich als een trouwe bondgenoot van Trump, wat hem populair maakt onder de basis van de Republikeinse Partij, terwijl Walz de middenklasse en progressieve kiezers aansprak door zijn beleid in Minnesota te benadrukken. Op die wijze ondersteunen en onderstrepen ze vooral de boodschappen van hun frontrunners: Trump en Harris.
Maar wat is het effect van hun campagne? In de geschiedenis hebben vicepresidentskandidaten zelden het verschil gemaakt in verkiezingen. Zo verloor Walter Mondale ondanks zijn historische keuze voor Geraldine Ferraro als eerste vrouwelijke running mate in 1984, en ook Sarah Palin in 2008 kon John McCain niet aan een overwinning helpen.
A heartbeat away
De impact van vice-presidentskandidaten op het campagneresultaat mag dan relatief klein zijn, een extra schijnwerper op Vance kan dit keer zeker geen kwaad. Trump is met zijn 78 jaar immers de oudste presidentskandidaat ooit. Het adagium dat de vice-president slechts “een hartslag verwijderd is van het presidentschap” is nog nooit zo relevant geweest. Als Trump wint, zou JD Vance vanwege ziekte of overlijden van Trump mogelijk president kunnen worden in de komende jaren.
Het zou niet voor het eerst zijn dat een vice-president later president wordt. 14 vice-presidenten zijn daadwerkelijk president geworden. Dit gebeurde hetzij door verkiezing, hetzij door de dood of het aftreden van hun voorganger. De laatste vice-president die via verkiezing president werd, was George H.W. Bush in 1989. Sindsdien is het vicepresidentschap vooral een positie geworden die afhankelijk is van de bereidheid en het vermogen van de vice-president om invloed uit te oefenen op het beleid van de regering. Hoe belangrijk Vance of Walz zouden worden in hun rol hangt dus volledig af van de uitkomst van de verkiezingen en de staat van gezondheid van hun president.
Veranderde rol
De rol van de vice-president is de afgelopen decennia sterk geëvolueerd. Vroeger was het ambt vaak weinig meer dan een ceremoniële positie. Het beroemde citaat van John Adams, de eerste vice-president, dat de functie “de meest nutteloze” is in de regering, illustreert de minachting waarmee het ambt lange tijd werd behandeld. Door de jaren heen zijn veel vice-presidenten echter aanzienlijk belangrijker geworden, afhankelijk van de relatie die zij met de president hadden.
Dick Cheney bijvoorbeeld, had een ongekende invloed op het beleid van George W. Bush, vooral in binnenlandse veiligheid en buitenlandse zaken, zoals het besluit om Irak binnen te vallen. Joe Biden, daarentegen, had een centrale rol onder Barack Obama en werd vaak gezien als een brug tussen de president en het Congres, vooral door zijn jarenlange ervaring in de Senaat.
Mike Pence had minder invloed op Trump zelf, maar speelde een cruciale rol in de uitvoering van het beleid van de regering. Hij hield zich bezig met de communicatie tussen het Witte Huis en conservatieve religieuze kiezers en had een sterke hand in het vormgeven van belangrijke conservatieve beleidsmaatregelen, zoals het benoemen van conservatieve rechters.
De invloed van een vicepresident hangt dus niet alleen af van de persoon, maar vooral van de president waarmee hij of zij dient. Hoe Vance zich in deze rol zou positioneren, blijft voorlopig gissen, maar met een oudere president in het Witte Huis zou hij wel eens een prominentere rol kunnen krijgen dan veel van zijn voorgangers.
De vraag is uiteindelijk niet of Vance of Walz invloed kunnen uitoefenen, maar of ze het lef hebben om die invloed te benutten wanneer de gelegenheid zich voordoet.
Een aangepaste versie van dit artikel verscheen deze week in het FD