Kohlbrugge geeft in de Arnhemse Eusebiuskerk vele voorbeelden van haar credo ‘Ik wilde vrijheid en geen onderdrukking, dus ging ik strijden.’ Ze weigerde de Ariërverklaring te ondertekenen en rende zo snel een steile Amsterdamse trap af, dat een Duitse soldaat haar niet te pakken kon krijgen: ‘Ik had een voordeel; die jongen had veel te grote voeten voor die traptreden, ik hele kleine.’ Ze overleefde kamp Ravensbrück en bracht pamfletten rond en bleef overtuigd: ‘als je een leugen ziet dan wil je die ontmaskeren.’
Ik heb geen positieve verhalen
De conferentie die ieder jaar inhoud geeft aan de herdenking van de Slag om Arnhem, heeft zichzelf ten doel gesteld altijd burgers en militairen aan het woord te laten. Dat is zinvol volgens oprichter Sophie Lambrechtsen-Ter Horst, wiens moeder in Oosterbeek honderden militairen verpleegden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik begreep bijvoorbeeld tijdens de editie van vorig jaar dankzij het verhaal van commandant Kruithof eindelijk waarom iemand in godsnaam het leger als werkgever zou kiezen. Dit jaar ben ik geraakt door de veteranen die in rolstoel door de stad geduwd worden: een rij voor de deur van een feesttent gaat compleet opzij als een kwartet met vele onderscheidingen op de borst langszij komt.
‘Ik heb geen verstand van vrouwen in het leger, ik doe gewoon mijn werk goed.’
Tijdens de conferentie dit jaar is luitenant-kolonel Esmeralda Kleinreesink een van de stemmen van Defensie. Ze wil een baan hebben met maatschappelijk belang en veiligheid in de wereld creëren. Mensenrechten zijn geen westers product volgens haar, ieder mens wil vrijheid en veiligheid ongeacht cultuur of achtergrond. Al vindt zij wel dat we soms ook best eerlijker mogen zijn over onze motivatie om ergens in te grijpen: handelsbelangen spelen natuurlijk een rol. Eigenlijk wilde ze niet komen deze middag: ‘Ik heb geen verstand van vrouwen in het leger, ik doe gewoon mijn werk goed.’ En dat laatste hoor je bij meerdere vrouwen; niet alleen Kohlbrugge meende simpelweg te doen wat nodig was, ook bij drie jonge vrouwen die aan het woord komen lijkt het een *fait accompli* om in actie te komen bij oorlogsgeweld. We luisteren en kijken naar journalisten Brenda Stoter en fotograaf Mona van den Berg die vele vluchtelingenkampen hebben gezien en Alexa ter Horst die voor Artsen Zonder Grenzen menig brandhaard heeft bezocht. Met ‘ik heb geen positieve verhalen’ opent Van den Berg stevig. ‘Vrouwen zijn vaak dubbel slachtoffer; ze ontvluchten een oorlog en krijgen vervolgens te maken met seksueel geweld. En dat is niet sporadisch.’ Bij haar verhalen en foto’s houdt niet iedereen het droog. ‘Dit is Marie. Zij moet haar gehandicapte dochter soms opsluiten. Haar dochter kleedt zich regelmatig uit en Marie is bang dat ze verkracht wordt.’
Vrouwen zijn motoren van vredesprocessen
Minister Koenders schreef in maart van dit jaar al een brief aan de Tweede Kamer over vrouwen, vrede en veiligheid en op de conferentie neemt hij ook een stevig standpunt in: ‘Zo lang vrouwen en mannen in vredessituaties niet als gelijken behandeld worden, zal dat in conflictsituaties vreselijke vormen aannemen.’ Over de macht van vrouwen wist hij uit zijn tijd als VN man in Mali ook een voorbeeld te vertellen. ‘Met Toearegs konden we alsmaar geen overeenkomst sluiten, hoe hard we ook ons best deden. Wat wij niet wisten was dat de vrouwen weliswaar aan de achterkant van de samenleving lijken zitten, ze desondanks veel bepalen. De mannen die met ons in onderhandeling waren, moesten eerst met de vrouwen thuis overleggen, voor ze met ons iets overeen konden komen.’
‘Vrouwen zijn vaak dubbel slachtoffer; ze ontvluchten een oorlog en krijgen vervolgens te maken met seksueel geweld.’
Ook luitenant-kolonel buiten dienst Alwin van den Boogaard weet uit zijn tijd in Burundi hoe belangrijk vrouwen zijn voor een samenleving in conflict. ‘Vrouwen hebben een dempende waarde, en bovendien zijn ze motoren van vredesprocessen.’ Het raakt hem duidelijk dat vrouwen bovenmatig lijden onder geweld. Hij zorgt voor een diepe stilte in de kerk met zijn laatste anekdote: ‘Een Burundese vrouw verhaalde mij over verkrachtingen en geweld dat haar was aangedaan. Dat raakte mij niet eens zo erg. Dit klinkt lomp maar veel erger vond ik het dat zij vol hoop nadacht over de opleiding die ze zou gaan volgen, het gezin dat ze zou maken en de baan die ze wilde krijgen. Ik kon alleen maar denken: dat gaat nooit gebeuren. Zij is er een van die vele verloren generaties.’