Duitsland staat weer onder water

De geschiedenis herhaalt zich. Grote delen van Duitsland staan onder water. Een ramp dreigt, net als in de zomer van 2002. Destijds schreef ik onderstaande biografie van de rivier de Elbe. Die was veranderd in een verwoestende watermassa.

Als Gaston, de zeeleeuw die – gebruikmakend van het hoge water – ontsnapte uit de dierentuin van Praag, zijn zwemtocht over de Elbe had kunnen doorzetten, was hij ergens in september bij Cuxhaven de Noordzee ingedreven. Meer dan 250 kilometer had Gaston afgelegd, van Praag in Tsjechië naar het Duitse Wittenberg, de stad van Luther, toen hij uiteindelijk uit het water werd gevist. Uitgeput en ziek.

De zeeleeuw bezweek op de terugweg aan zijn inwendige verwondingen en aan de stress: slachtoffer van de ernstigste overstromingen die de mensen zich in deze streken kunnen herinneren.

Het lot van de arme Gaston uit Praag is een van de weinige verhalen die de historische watersnood van 2002 nu nog begeleiden. De Elbe heeft, anders dan de Wolga, die in ontelbare liedjes als 'Moedertje' wordt bezongen, of bijvoorbeeld Mark Twains Mississippi, maar weinig legendes voortgebracht.

Tot deze zomer was de traag voortstromende rivier te tam om het lot van mensen en dieren in Midden-Europa een beslissende wending te geven. Voor de binnenscheepvaart is ze meestentijds te ondiep; voor recreatie nog altijd te vies. Slachtoffers van de overstromingen spreken zelden over 'de Elbe', ze hebben het over 'het water'.

De Elbe, die ontstaat in het Reuzengebergte in de Tsjechische republiek en elfhonderd kilometer verderop voorbij Hamburg uitmondt in de Noordzee, was nooit onderwerp van mythes. De geschiedenis voltrok zich niet op de rivier, maar rond haar. De hervormer Luther woonde aan de Elbe, evenals Bismarck, de beroemde Bauhaus-kunstschool werd in Dessau aan de Elbe opgericht. En de Elbe was natuurlijk decennialang het symbool van de scheiding tussen Oost en West.

Er bestaat een fascinerend verslag van de Amerikaanse oorlogsjournaliste Marthe Gellhorn over de gebeurtenissen in april 1945, toen het Rode Leger bij Torgau de Elbe overstak. Wat aan haar oog voorbij trok, was kolossaal: een schijnbaar oneindige stroom blonde Russen, donkere Mongolen en Kaukasiërs, kozakken met reusachtige snorren, boertige vrouwelijke scherpschutters op gammele trucks, wagens vol met beddengoed, rammelende potten en pannen en munitie, die werden voortgetrokken door verwaarloosde paarden, in verband gewikkelde gewonden, veteranen met medailles van de verschrikkelijke slag om Stalingrad, complete gezinnen  – Sovjet-mannen die naar het front trokken mochten hun vrouwen en kinderen meenemen – soldaten op motorfietsen van vreemde, onbekende merken, vermoeide weeskinderen van een jaar of veertien, vijftien met kleine pistolen in hun holsters. 'My God', hoorde Gellhorn een onthutste Amerikaanse soldaat mompelen. 'Het was totaal anders dan alles wat we ooit eerder hadden gezien,' schreef de verbijsterde journaliste.

Achter de Elbe, zo kon men in Bonn en Washington optekenen, begon Siberië

De Elbe werd vanaf dat moment de grens tussen die vreemde Sovjet-wereld en het Westen. Achter de Elbe, zo kon men in Bonn en Washington optekenen, begon Siberië. Als prins Claus, die opgroeide in Hitzacker-aan-de-Elbe en er na de oorlog terugkeerde, op een heuvel in het dorp ging staan, ving hij een glimp op van een andere werkelijkheid.

Vijfentwintig miljoen mensen wonen tegenwoordig aan de Elbe, die in Tsjechië de Labe heet. De betrekkingen tussen Berlijn en Praag zijn nog altijd kil wegens de weigering van de Tsjechische autoriteiten om de Benes-decreten in te trekken, waarmee na de oorlog de verdrijving van de Sudetenduitsers uit hun woongebieden in Bohemen werd geautoriseerd. Maar tijdens de overstromingen van de afgelopen week waren die irritaties vergeten en vielen ook de landsgrenzen weg. In radioverkeer tussen Praag en Usti´ nad Labem (Aussig aan de Elbe), Usti en Dresden, Wittenberg en Maagdenburg werden de waterstanden aan elkaar doorgegeven, tot aan Hamburg toe.

Verwoestend

Ooit gebruikten de communistische machthebbers de Elbe/Labe om hun westerse buren dwars te zitten. Zware metalen, fosfaten en nitraten en andere schadelijke stoffen werden door fabrieken in Tsjechoslowakije en de DDR in de rivier geloosd, in de wetenschap dat die troep in het Westen weer naar boven zou komen.

Oostduitsers herinneren zich dat het water soms zwart was. Ten tijde van de hereniging was de Elbe de meest vervuilde rivier van Europa. Berucht waren de Tsjechische chemiefabriek Spolana, die ook tijdens de huidige watersnood als een vervuilingsrisico werd beschouwd, en het chemiecomplex bij het Oostduitse Bitterfeld, dat deze week de dans net ontsprong. Maar het water werd de afgelopen jaren een stuk zuiverder, vooral door de reusachtige afname van de industriële bedrijvigheid in de voormalige DDR.

Voordat de watersnood Duitsland en Tsjechië verraste, was het 'Flusslandschaft Elbe' door natuurliefhebbers op de kaart gezet als één van de interessantste natuurgebieden van Europa, waar elders bedreigde dier- en plantensoorten floreren. Dat landschap  – inclusief een deel van het cultuurgoed langs de Elbe, zoals de historische binnensteden van Grimma en Dresden –  ligt nu grotendeels onder water. Opgeslokt door die anders zo kalm ogende rivier, die slechts een week nodig had om een verwoestende reputatie op te bouwen.

Mijn gekozen waardering € -

Wierd Duk schrijft over Berlijn, de hipste stad van Europa, en bericht over Duitsland, het machtigste land in de Europese Unie, en over Rusland, het ingewikkeldste land tussen Europa en Azië. Hij was correspondent in Rusland en verslaggever voor de GPD en Elsevier. Laat op radio en tv regelmatig zijn licht schijnen over actuele internationale ontwikkelingen. Schreef de boeken ‘Poetin: straatvechter bedreigt wereldorde’ (Prometheus/Bert Bakker) en 'Merkel: koningin van Europa' (Prometheus/Bert Bakker). In 2016 verschijnt 'De Beul en de Heilige: een geschiedenis uit Auschwitz' (Prometheus/Bert Bakker).

Geef een reactie