Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), had er zijn bezorgdste gezicht bij opgezet, en daar had hij ook wel reden toe: maar liefst veertig procent van de Nederlands van Turkse of Marokkaanse komaf zegt zich in ons land niet zo heel erg meer thuis te voelen. Niet welkom, achtergesteld, met een scheef oog aangekeken. Zelfs onder de zo voorbeeldig geïntegreerde Surinaamse Nederlanders neemt de onvrede over de eigen positie wat toe. Dat is ernstig, want voor verreweg de meesten van hen is Nederland verlaten geen haalbare kaart. Dus moeten we ons terdege afvragen hoe dat komt en wat we eraan kunnen doen.
Brutale bullebak
Voor een deel is de gegroeide onvrede en onzekerheid een rechtstreeks gevolg van het steeds guurdere sociale klimaat van de laatste jaren. Voor een belangrijk deel is die verharding veroorzaakt door het even onbesuisde als onbeschofte optreden van allerlei luidruchtige actiegroepen en groepjes, zowel van links als van rechts, zowel van autochtonen als allochtonen. Noem het de misbegrepen erfenis van Pim Fortuyn, wiens “ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg” al snel ontaardde in de destructieve, moedwillig botte horkerigheid van Geenstijl en Powned. Dat onbekommerd op de man spelen leek misschien heel even verfrissend en leuk antiautoritair, maar het was en is in wezen juist hyperautoritair en ouderwets reactionair: De grootste bek wint alle prijzen, de brutale bullebak die alleen zichzelf hoort blaffen en met ieder ander zijn reet afveegt. Wie het waagt tegen te spreken, brul je gewoon van zijn sokken, die moet kapot. Dat is een fascist, een eurofiel, een islamofoob, een racist of op zijn minst een vuile landverrader. De pers werd er zo bang van, dat ze de hardste schreeuwers pardoes het grootste podium ging geven en nog steeds geeft. Het is inderdaad zo bizar als Geert Wilders onlangs triomfantelijk toeterde: “1 tweetje: EenVandaag, RTLNieuws, NOS Journaal, Nieuwsuur, RTL Late Night, Jinek #ilovetwitter.”
Behalve wat belegen schoolpleintrollen is niemand is beter geworden van deze opwaardering van intimiderend, hyperbolisch geschreeuw, gelardeerd met even potsierlijke als giftige complottheorieën. Toch lijkt het alsof iedereen zich er ten volle aan overgeeft, zonder het zelfs maar in de gaten te hebben. Zo moest ik van de week nog een keurig hoogopgeleide, prima functionerende pillar of society uitleggen dat Twan Huijs zonder gegronde reden uitmaken voor “Clinton juich-aapje en ‘Designated Trump-basher’” schelden was – had ie totaal niet begrepen. Maar gelukkig is het verschijnsel niet zo algemeen als het lijkt, want je hebt maar betrekkelijk weinig schreeuwlelijks nodig om alle anderen te overstemmen. Ook daarvan is twitter een goed voorbeeld. De overgrote meerderheid daar gaat gewoon zijn doodnormale gang, en bezondigt zich niet aan iets ergers dan een kattenfilmpje. Maar toch denkt half Nederland dat het er daar erger aan toegaat dan in de riolen van Sodom.
Verdomhoekje
Als de grote bek regeert, zijn minderheden daarvan altijd als eerste de dupe, ongeacht of er ook werkelijk redenen zijn om zo’n groep ergens op aan te spreken. Het is de wet van het schoolplein: als pestkoppen en dwingelanden de kans krijgen, hebben ze geen reden nodig om een slachtoffer te grazen te nemen, en ze weten feilloos wie “anders” is en daardoor kwetsbaar. Bril, Turk, homo of dikzak, dat maakt niet uit. Daarin schuilt een deel van wat Turken en Marokkanen in Nederland als discriminatie en minachting ervaren. Er wórdt gediscrimineerd, onaardig gedaan en op mensen neergekeken, gewoon omdat ze “anders” zijn. En dat is wederzijds. Ook groepen die in het verdomhoekje zitten, voelen zich superieur en laten dat waar mogelijk merken – wat ze dan uiteraard ook weer op hun brood krijgen.
Met de werkelijkheid heeft dat allemaal weinig te maken. Wel met het feit dat al dat geblaf de stellige indruk wekt dat we vergeten zijn dat beschaving niets anders is dan onze bereidheid om onze neigingen tot bokitogedrag in te tomen, en zo een oorlog van iedereen tegen iedereen te voorkomen. De geschiedenis staat tot op de dag van vandaag bol van de voorbeelden van hoe verschrikkelijk de gevolgen zijn als we ons maar eens fijn laten gaan. Beschaving en terughoudendheid zijn allereerst puur in ons eigen belang. Het geven van wat ruimte aan de ander is een voorwaarde om redelijk met elkaar samen te leven – een kat in het nauw maakt immers rare sprongen. En dat samenleven, dat moet. Je kunt wel brullen dat iedereen die niet precies is zoals jij moet opsodemieteren naar Verweggistan, maar dat gaat domweg niet gebeuren.
Studentikoze jij-bak
Hoe zorgen we dat we ons weer wat minder testosterongestuurd met elkaar gaan verhouden? Weer met elkaar gaan praten in plaats van tegen elkaar te schreeuwen? Allereerst door zelf alle “woedende” schelders links te laten liggen, niet op gescheld in te gaan en al helemaal niet en zelf óók te gaan schelden en tieren. Dan ontstaat precies de chaotische warboel waarin de grootste schreeuwer gelijk heeft en niemand nog naar iemand luistert. Doe dus niet wat Mark Rutte doet, eerst door het in de Tweede Kamer de ordinaire uitval “doe normaal, man” van Geert Wilders te pareren met de studentikoze jij-bak “doe zelluf ’s normaal, man”, in plaats van te vragen wat de bozige volksvertegenwoordiger eigenlijk bedoelde te zeggen, en het laatste halfjaar met zijn “pleur op” retoriek.
Vraag dus om uitleg, om onderbouwing, en laat zelf de grote blaasbalg thuis. Weersta ook de verleiding om zogenaamd grappige grofheden te debiteren. Ook zonder geblaas kun je zeggen waar het op staat. Beter zelfs, want je verstopt je boodschap niet achter rondvliegende klodders giftig speeksel en schuim.
Zo lossen we natuurlijk lang niet alles op, maar het is een begin. Hoe uitzonderlijker de schreeuwers worden – of ze nu Wilders heten, Kuzu, Prem of Roos – hoe minder goed ze een constructieve omgang tussen bevolkingsgroepen kunnen verstoren, en dat lucht in elk geval op. Bedenk dat gelijk krijgen net als wraak een gerecht is dat het beste koud genoten wordt.