Een kleuter die zich zoet over een kleurplaat buigt. Is er een vrediger tafereel dan dat? In opperste concentratie pakt ze het groen voor het gras, het blauw voor de lucht. Dan het bruin voor de haren van de twee mensen op de heuvels en vooruit – de een draagt iets roods, de ander iets geels.
Het derde poppetje mag wit blijven, want die verandert voor straf in een zoutpilaar. De kleuter pakt oranje erbij voor de stad die op de achtergrond in vlammen opgaat. Dan grijs en zwart voor de rook die uit Sodom opstijgt. Want dit is een kleurplaat in de gereformeerde kerk, en zo vredig als de kleuter erbij zit, zo catastrofisch is de scène uit Genesis 19. Mijn hemel, wat gebeurt hier eigenlijk?
Dit gebeurt nog overal
Natuurlijk, het is een illustratie uit een marginaal kerkgenootschap. Dit komt bijna nergens meer voor. Bovendien is hier geen link tussen religie en geweld (of ik moet een ultrageheime gereformeerd-vrijgemaakte terreurcel over het hoofd zien). Dus waar zouden we ons druk over maken? Toch gebeurt het bij ons allemaal, en wel in de vorm van de good old Ark van Noach.
Die heeft de secularisatie namelijk moeiteloos overleefd en maakt bijna net zoveel kinderen blij als de stoomboot van die andere heilige. Ook dat is een schattig tafereel: een kindje dat met plastic beestjes speelt. Bovendien een ideale manier om hem zijn eerste dierennamen te leren (en dat er mannetjes en vrouwtjes zijn). We laten dan maar even weg dat dit bootje de enige veilige plaats is te midden van de algehele verwoesting van alles wat leeft. Mijn hemel, wat gebeurt hier eigenlijk?
Wie bevrijdt ons van de Ark?
Het zou toch prachtig zijn als daar eens een goed alternatief voor wordt verzonnen. Ik verbaas me over de onverschilligheid waarmee seculiere ouders hun kinderen aan dit verhaal blijven blootstellen (ook al is het een klok-klepel variant). Dan geef je uitgerekend het meest gewelddadige symbool uit onze joods-christelijke traditie aan hen mee. Van alles waar je uit kon kiezen!
Dit is geen betoog van een radicale secularist of een gefrustreerde ontkerkelijkte. Nee, hier schrijft een christelijke theoloog met grote liefde voor de bijbel – zeker ook voor het verhaal van Noach. En ik vind het zonde van die rijke overlevering, dat kinderspeelgoed. Uiteindelijk is het namelijk de geloofstraditie zelf die erdoor beschadigd raakt.
Niet voor onder de dertig
De meest apocalyptische van de profeten, Ezechiël, kreeg zijn roeping op zijn dertigste. Daarom mogen joden zijn boek traditioneel pas voor het eerst lezen op diezelfde leeftijd. Een 12+ rating voor de Ark van Noach lijkt me in het verlengde daarvan een prima plan. Anders gooi je parels voor de zwijnen. Door een jonge ziel met beestachtig geweld te confronteren. Of door een parel van een verhaal beestachtig te laten verminken met een mierzoet, roze plastic sausje.
Van de Ark van Noach moet je geen kinderversie maken. Daarmee ben je onnodig ex-gelovigen aan het kweken. Ze denken nog eens een tweede keer na over de wreedheid van de genocidale God in het verhaal waarmee ze van jongs af vertrouwd zijn. Of ze komen er na een paar jaar achter wat de eigenlijke moorddadige achtergrond is van het speelgoed dat ze op Marktplaats zetten. Bedrogen knappen ze af. De Ark van Noach heeft een flinke dosis nuance nodig, maar wij konden het geduld niet opbrengen om te wachten tot het kinderbrein oud genoeg was voor die nuance.
Het verhaal blijft magisch
Bereiken ze de goede leeftijd, dan zou ik vol enthousiasme met Genesis 6 beginnen. Ik zou het hele epos in een stuk voorlezen en niet kunnen wachten op hun reacties. Op alle vragen die de Ark van Noach bij hen oproept. Dan hoef ik geen haan te horen kraaien als ik mezelf verloochen met infantiele antwoorden. ‘God was een beetje boos en die mensen deden héél stoute dingen, dus toen maakte God heel veel water’. Alsjeblieft, zeg. Nee, ze zijn nu oud genoeg voor het gesprek dat Genesis verdient.
Het verhaal zou hen mateloos fascineren. Dat weet ik zeker. Daarom zijn die speelgoedbootjes nog steeds op de markt: de kern van de mythe spreekt onuitroeibaar tot de verbeelding. Denk de details weg en je hebt het oer-epos: de mensheid wordt met uitsterven bedreigd. Er volgt een lange periode van benauwdheid in combinatie met wonderlijke onderlinge geborgenheid. Een gezegende rest overleeft de crisis. Zij trotseerden de doodse zee en mogen een nieuw bestaan opbouwen. Zoals zoveel bijbelverhalen raakt het een diepe plek in de menselijke ziel.
Heilige grilligheid
Juist die details maken het gesprek vervolgens spannend. Ik zou met hen praten over het godsbeeld dat uit de oude bladzijden opduikt. Over de grilligheid, de weerbarstigheid van de overlevering – en hoe die alles juist een ongekende jeu kunnen geven. Ook over de risico’s van het heilige boek. Over de duistere kant die een religie kan krijgen als we ons gezond verstand uitschakelen en het grotere plaatje – de Liefde – uit het oog verliezen.
Dan vertel ik hen dat deze mythe veel ouder is dan de bijbel. Eeuwenlang vertelden de mensen het aan elkaar door. Steeds net ietsje anders. De oude natuurgoden lieten ons gewoon uit willekeurige nijd verdrinken. De god van Genesis 6 wordt al beter: die heeft op zijn manier een morele reden voor de zondvloed. Maar dan ontdekken ze iets zaligs, na drie hoofdstukken vinden ze de clou.
‘Zo ben ik helemaal niet!’
Daar komt de God die zegt: nee, mensen, zo’n god ben ik niet. Moorden is niet mijn stijl, dat liedje moeten jullie niet meer zingen. Voortaan ben ik de Regenbooggod, die van alle kleuren, die van genade, die van leven. Het is daarom dat we elkaar al die duizenden jaren maar over Noach blijven vertellen. Het geheim van een primitieve god die zichzelf opheft en zegt: áls ik dan besta, dan ben ik God, en God is Liefde, voor altijd.
Mijn hemel, dan kan er iets moois gebeuren. Als we onze kinderen niet eerst verkeerd voorsorteren. Heb geduld! Luister naar de hartenkreet van het Hooglied (ook 18 jaar en ouder, hè): Wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.