“Kijk pap, dit is gaaf voor mijn kamer.” Ik sta met mijn zoon Sam van elf jaar in de kringloopwinkel in ons dorp. Om de paar weken maken we samen een rondje door de kringloop, op zoek naar leuke spullen. “130 euro, dat is toch niet normaal!?”, klinkt er ineens hard door de winkel heen. Sam heeft een bureau gezien voor op zijn kamer, maar is verbijsterd over de prijs.
Teleurgesteld verlaat hij de winkel en we raken in gesprek over het fenomeen kringloopwinkel. Wat is precies een kringloopwinkel en voor wie zijn deze winkels eigenlijk bedacht. Sam en ik verschillen hier over van mening. Sam vindt dat dit soort winkels er zijn voor mensen ‘met wat minder geld’. Ik ben zelf van mening dat het tegengaan van verspilling van spullen juist het hoofddoel is. We besluiten om er samen een zomerproject van te maken en op onderzoek te gaan.
We beginnen onze zoektocht naar de ontstaansgeschiedenis van de kringloopwinkels. Diverse kringloopwinkels claimen op hun site de eerste kringloopwinkel in Nederland te zijn geweest. Het is niet meer te achterhalen wie dat daadwerkelijk was, maar allen stammen zij uit de begin jaren ’80. De filosofie was om spullen te hergebruiken, de gevolgen van de consumptiemaatschappij waren voor sommige mensen toen al duidelijk. De tweedehands spullen werden voor lage prijzen aangeboden, dit om mensen met een smalle beurs te helpen. Ook boden de eerste winkels een werkplek aan voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en werkten er taakgestraften. De eerste kringloopwinkels hadden allemaal een maatschappelijke filosofie als uitgangspunt. In 1994 richtte een klein aantal kringloopbedrijven de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) op, om de branche te professionaliseren.
Kringloopwinkels schieten in de jaren daarna als paddenstoelen uit de grond. Waren het vroeger stoffige winkeltjes, volgepropt met ongewassen spulletjes voor mensen met een kleine beurs, in de jaren naar de eeuwwisseling veranderen de winkels in trendy zaken met een gelikte presentatie. Het ecologische aspect van de kringloopwinkels trekt veel klanten aan. Vintage-kleding wordt helemaal hot. Niet de hippe shirtjes met mooie merken, maar de retrotruien van twintig jaar geleden raakten weer helemaal in. De kringloopsector is vanaf dat moment big business geworden.
Het aantal tweedehandswinkels blijft in de jaren daarna groeien. Vintage, refurbished, tweedehands, retro, kringloop, antiek, curiosa, de termen vliegen ons om de oren. Voor ons onderzoek besluiten wij ons te richten op de winkels die zichzelf kringloopwinkel noemen. De definitie van een kringloopwinkel is volgens de BKN: Kringloopwinkels zetten zich in voor inclusieve en circulaire doelen. De winkels krijgen hun spullen voornamelijk uit donaties en zijn sociale ondernemingen, dus zonder winstoogmerk. Ze zetten zo veel mogelijk in op hoogwaardig hergebruik van goederen en bieden werk- en ontwikkelplekken aan allerlei doelgroepen, waaronder ook kwetsbare Nederlanders.
1.000 kringloopwinkels zonder keurmerk
Dat het aantal kringloopwinkels blijft groeien laten cijfers uit het Kamer van Koophandelregister zien. Er zijn inmiddels bijna 1.100 geregistreerde kringloopwinkels. De totale omzet is lastig in te schatten door de variëteit aan winkels. Sommige schattingen komen uit op een kwart miljard euro omzet voor de kringloopwinkels. Van de bijna 1.100 kringloopwinkels hebben slechts 66 kringlooporganisaties (ongeveer 200 winkels) het keurmerk van de branchevereniging BKN. Een gat van bijna 1.000 kringloopwinkels zonder keurmerk.
Sam en ik duiken de registers van de Kamer van Koophandel verder in om te achterhalen welke rechtsvorm de kringloopwinkels hebben. We kiezen willekeurig 100 kringloopwinkels uit heel Nederland uit. Bij een kringloopwinkel verwacht je al snel een stichting, zeker gezien de maatschappelijke doelstellingen die de branchevereniging hanteert. Toch heeft van de 100 kringloopwinkels maar liefst 42% een ‘eenmanszaak’ als rechtsvorm. Gevolgd door ‘vennootschap onder firma’ (26%) en op plek 3 komt pas een stichting als rechtsvorm (24%). Het kan toeval zijn, maar het geeft op zijn minst een opvallend beeld.
Sam en ik besluiten de proef op de som te nemen en een veldonderzoek te starten. We nemen met tien kringloopwinkels uit onze regio contact op en vragen of we langs mogen komen voor een werkbezoek in combinatie met een interview. Dit blijkt niet makkelijk te zijn. Sommige winkels reageren helemaal niet, van één kringloopwinkel krijgen we te horen dat als ik mijn kind in de zomer wil vermaken, ik maar naar het strand moet gaan. Gelukkig krijgen we ook een aantal uitnodigingen.
Maatschappelijke doelen, maar geen erkenning
We starten in Leiden bij Stichting Kringloopbedrijf Het Warenhuis. We worden enthousiast ontvangen door Cindy Voorn, coördinator HR. Dat er een coördinator voor personeelszaken nodig is, blijkt al snel. Cindy neemt ons mee door het reusachtige pand en we krijgen een rondleiding achter de schermen. Bij Het Warenhuis werken meer dan 130 mensen, waarvan ongeveer 100 mensen een arbeidsbeperking hebben; sommigen tijdelijk en anderen blijvend. In elke hoek achter de schermen staan mensen ingeleverde spullen uit te zoeken, bordjes boven grote bakken laten zien waar wat hoort. Pictogrammen helpen medewerkers met een taalachterstand om laagdrempelig de Nederlandse taal op de werkvloer te leren. Het valt Sam op dat iedereen zo aardig reageert als we even komen kijken.
Niets wordt zo maar weggegooid, ondanks dat er jaarlijks bijna 3 miljoen kilo aan goederen naar Het Warenhuis wordt gebracht. Van overgebleven spullen hebben ontwerpers producten ontwikkeld die gemaakt kunnen worden in de werkplaatsen van Het Warenhuis. Naast ontlasting van het milieu wordt zo ook sociale werkgelegenheid gecreëerd. De producten worden vervolgens weer verkocht in de nieuwe conceptstore van het Warenhuis. Niet verrassend heeft Het Warenhuis dan ook het keurmerk gekregen van de branchevereniging.
Het Warenhuis ontvangt voor de begeleiding van deze groep mensen geen subsidie of vergoeding vanuit de gemeente of overheid. Alles wordt gefinancierd vanuit de opbrengsten uit de winkel. Dit zorgt er voor dat niet alles voor een dubbeltje of één euro kan worden aangeboden. De opbrengsten zijn hard nodig om Het Warenhuis en de 100 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te kunnen houden. We sluiten de rondleiding af met een gesprek met Warenhuis-directeur Rutger Bos. Hij wil vooral van eigen kracht blijven uitgaan in plaats van concurreren met andere -veelal commerciëlere- kringloopwinkels. Hij heeft wel kritiek op het uitblijven van (financiële) erkenning van de waarde van het leer- werkbedrijf in Het Warenhuis. Zo’n grote groep mensen aan het werk houden, vergt veel van de (financiële) organisatie.
Tom en kringloods
De volgende dag hebben we een afspraak staan bij een kringloop in een naburig dorp. Bij het opzoeken van het adres blijkt daar een ander bedrijf gevestigd te zijn dan een kringloopwinkel. Op het adres blijkt een bedrijf gespecialiseerd in woningontruimingen en verkoper van ‘vintage cars’ te zitten. Op een verlaten industrieterrein stuitten we na wat zoeken op een aantal grote loodsen met forse hekken er voor.
We melden ons in een donkere loods dat van voor naar achter en torenhoog vol staat met stellingen vol spullen. In een klein warm kantoortje stelt Sam -enigszins geïmponeerd door de omgeving- zijn vragen aan Tom. Wat precies de functie van Tom is, laat hij in het midden. Tom vertelt dat de kringloopwinkel een idee is van de eigenaar van het woningontruimingsbedrijf. Het bedrijf ontruimt tegen betaling huizen, hierbij wordt alle inboedel, overgebleven spullen, vloerbedekking, gordijnen etc. door het bedrijf afgevoerd.
“Er bleef nog wel eens wat waardevols over bij zo’n ontruiming”, legt Tom met een glimlach uit. “Daarom gaat er tegenwoordig iemand mee naar de woningontruimingen. Die persoon selecteert de waardevolle spullen uit het huis, die nemen we mee voor onze kringloopwinkel. De rest van de spullen gaat in de container.” Vanuit mijn ooghoek zie ik Sam schuifelen. Hij kiest de aanval en geeft aan dat dit toch niets meer met een kringloopwinkel te maken heeft.
Het kleine kantoor vult zich met een lichte irritatie van Tom. “Wij zorgen er toch voor dat spullen in de wereld blijven? Anders wordt het weggegooid. Dit is precies waar een kringloopwinkel voor is”, bijt Tom hem toe. Na twee aanvullende vragen van Sam vindt Tom het wel genoeg geweest en loodst ons het kantoor uit. We mogen nog wel even rondkijken onder begeleiding van de zichtbaar geërgerde Tom. De loods lijkt een mix van het programma ‘Tussen Kunst en Kitsch’ en een vlooienmarkt. Van het keurmerk van de branchevereniging heeft Tom nog nooit gehoord en liever heeft hij ook geen ‘moeilijke mensen’ aan het werk.
Her en der staan computers met een klein stoeltje erbij. “We bieden de spullen aan via veilingsites zoals BVA Auctions en Catawiki, maar ook via Marktplaats”, licht Tom toe. “Maar we zoeken altijd eerst online naar vergelijkbare producten, zodat we weten wat we kunnen vragen.” Sam en ik slaan steil achterover als we horen dat een LP-speler in een houten kist (afkomstig uit een woningontruiming) volgens Tom ruim 3.000 euro op de veiling gaat opleveren. Wanneer Sam bijna twee beeldjes met een waarde van 700 euro per stuk omgooit, lijkt het ons beter om het bezoek af te ronden.
“Elke euro die we verdienen, gaat naar de eigenaar. Daar is niets vreemds aan. We zijn gewoon een nette kringloopwinkel die in het weekend voor bezoekers opengaat. Ja, dat mag eigenlijk niet van de gemeente omdat we op een bedrijventerrein zitten, maar de gemeente vindt het volgens mij wel best.” Tom wenst ons nog een soort van succes met het artikel en voor we het weten staan we weer achter de hekken van het terrein. Op de terugweg zitten Sam en ik in stilte naast elkaar. Sam heeft zijn armen over elkaar heen. “Ik vind dit echt niets te maken hebben met een kringloopwinkel”, bromt hij nog wat na.
De term ‘kringloopwinkel’ zegt niets meer
Aan het einde van de week hadden we nog een afspraak staan met een kringloopwinkel in de regio. Echter na ‘bestudering van mijn website’ besloot de eigenaar toch niet in gesprek met ons te willen. Ook een afspraak met een andere kringloopwinkel wordt op het laatste moment geannuleerd, ‘vanwege zomervakantie’. We besluiten ter afsluiting van het onderzoek om contact op te nemen met de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN). We leggen hen onze vragen en bevindingen voor.
Roel Beumer van de BKN staat ons te woord. “De kringloopwinkel is zoals jullie gemerkt hebben geen beschermd begrip, iedereen kan namelijk een kringloopwinkel beginnen. Kringloopwinkels die lid zijn van BKN dragen een keurmerk. Dit garandeert dat de kringloopwinkel professioneel georganiseerd is en verantwoordelijk omgaat met mens en milieu. Onze leden hebben kringloopwinkels die zich inzetten voor inclusieve en circulaire doelen. Ze krijgen hun spullen voornamelijk uit donaties en zijn sociale ondernemingen, dus zonder winstoogmerk. Ze zetten zo veel mogelijk in op hoogwaardig hergebruik van goederen en bieden werk- en ontwikkelplekken aan allerlei doelgroepen, waaronder ook kwetsbare Nederlanders.”
De BKN vindt het positief dat er nu zoveel kringloopwinkels zijn. “De consumptiemaatschappij heeft ervoor gezorgd dat er een overschot aan spullen is en dat er dagelijks nog meer nieuwe spullen de wereld in geslingerd worden. Om duurzaam met die spullen om te gaan, zijn kringloopwinkels essentieel.”
Toch heeft de branchevereniging ook zorgen over de wildgroei aan bedrijven die zich kringloopwinkel noemen. Beumer namens de BKN: “Wij willen ook graag dat er een onderscheid is tussen de verschillende soorten kringloopwinkels. Alleen is dat iets waar wij aan moeten werken. Het begrip en bereik van het lidmaatschap en ons keurmerk mogen we nog beter communiceren. De vorm en inhoud van ons keurmerk blijven we continu verbeteren. Hoe deze er in de toekomst uit komt te zien kan ik op dit moment niet voorspellen. Een meer lichtgewicht keurmerk is één van de opties die ook bij ons al ter sprake zijn. Het keurmerk in huidige vorm is echter één van de belangrijkste redenen dat BKN-leden zich zo positief kunnen onderscheiden van andere winkels.”
De laatste stap van ons gezamenlijk onderzoeksproject is dan in zicht gekomen. Sam en ik vatten onze onderzoeksbevindingen samen om er een artikel van te maken. Voor Sam is het duidelijk, je hebt erkende kringloopwinkels die een maatschappelijke bijdrage aan mens en milieu leveren. En er zijn bedrijven die geld verdienen aan tweedehands spullen, maar die mogen zich niet kringloopwinkel noemen, aldus Sam de zomervakantieonderzoeksjournalist.
De term ‘kringloopwinkel’ zegt anno 2022 in principe niets over de organisatie er achter. Zowel maatschappelijke organisaties die elk dubbeltje moeten omdraaien om een groep werkenden met een arbeidsbeperking aan het werk te houden, als een commerciële woningontruimer mogen zich kringloopwinkel noemen. Het keurmerk van de branchevereniging is een belangrijke factor om onderscheid te maken tussen de verschillende vormen kringloopwinkels.
De branchevereniging BKN bestaat bijna 30 jaar. Maar na drie decennia heeft het overgrote deel van de kringloopwinkels in Nederland nog steeds geen keurmerk. Dit is begrijpelijk omdat er geen noodzaak of verplichting is tot het behalen van zo’n keurmerk. Consumenten letten bovendien niet op een keurmerk omdat dit onbekend is bij het grote publiek. Consumenten komen op de naam ‘kringloop’ af. De branchevereniging BKN denkt dat het beschermen van de naam ‘kringloopwinkel’ niet haalbaar is.
Voor wie is de kringloop nog?
De dupe van het gemeengoed worden van de term ‘kringloopwinkel’ is de kringloopwinkel die de maatschappelijke doelstellingen wel heeft en met veel moeite het keurmerk ‘100% kringloop’ heeft behaald. De winkels zetten zich in voor een betere maatschappij, maar zien soms letterlijk op de hoek een winkel verschijnen waar ook het bordje ‘kringloopwinkel’ boven komt te hangen. Daarnaast is het gebruik van de term kringloop ook onduidelijk voor de consument, het prijsbeleid voor spullen onder kringloopwinkels varieert sterk.
De enorme groei van kringloopwinkels is in een bepaald opzicht positief te noemen. Hoe meer spullen een tweede of derde ‘leven’ krijgen, hoe minder groot de afvalberg wordt. Toch lijkt er van de initiële doelen van de kringloopwinkels uit de jaren ’80 weinig over gebleven te zijn. Het doel om werkgelegenheid voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt te creëren lijkt eerder uitzondering dan regel te zijn bij de kringloopwinkels. Ook de doelgroep van de kringloopwinkels is enorm verbreed. Waar de kringloop vroeger voor inwoners met een smalle beurs was, is iedereen nu potentieel klant geworden. Dit heeft ook effect op het prijsbeleid van spullen, zeker in de wat meer commerciëlere kringloopwinkels. De vraag is of inwoners met smallere beurzen nog wel weten in welke kringloopwinkels zij terecht kunnen.
Sam en ik gaan in iedere geval volgende week kijken of dat bureau voor zijn kamer er nog staat en dan kopen we het. Gewoon om die kringloopwinkel mét keurmerk en maatschappelijke doelen te steunen.