Ergens halverwege 2020 doken er nieuwsberichten op dat de landen met vrouwelijke regeringsleiders het beter deden qua coronabeleid dan die met een man ‘op de bok’. Uiteraard moet je dit soort berichten altijd lezen met zowel een alpha- als een bêta-bril op je neus. Want zowel qua taalgebruik als qua rekenen valt er heel wat te sturen ofwel te framen. Want schrijf je (hiep hoi) ‘De helft van de coronapatiënten heeft na een half jaar geen klachten meer’ of schrijf je (o jee) ‘De helft van de coronapatiënten heeft na een half jaar nog steeds klachten’? U raadt het al: de bekende kwestie of het glas halfvol is of al half leeg. En inmiddels weten we na bijkans een jaar Covid 19-cijferen dat statistieken zo veranderlijk zijn als het weer en op tig manieren geïnterpreteerd kunnen orden. Maar op de vraag uit de kop van dit artikel: kan er iets gezegd worden over het verschil tussen vrouwelijk leiderschap en mannelijk leiderschap in tijden van crises is het antwoord JA.
Oorlog & Vrede
In tijden van oorlog willen mensen graag een leider met mannelijke gezichtskenmerken, of die nu aan een man of vrouw toebehoren. In tijden van vrede zijn we juist op zoek naar leiders met vrouwelijke gezichtstrekken. Zo concludeerden wetenschappers Brian Spisak & Mark van Vugt (VU Amsterdam) al in 2012, waarover is gepubliceerd in PLoS ONE. De onderzoekers toonden 118 deelnemers vier soorten gezichten: mannelijke man, vrouwelijke man, mannelijke vrouw en vrouwelijke vrouw. Vervolgens werd gevraagd op wie ze zouden stemmen als politiek leider in tijden van oorlog of in tijden vrede. Het bleek dat vrouwen en mannen evenveel werden gekozen tijdens oorlog en vrede, maar dat mensen een voorkeur hebben voor leiders met mannelijke trekken in tijden van oorlog en voor vrouwelijke in tijden van vrede.
Hormonenspel
Eerder onderzoek toonde al aan dat kinderen van 5 jaar reeds uitkomsten van verkiezingen kunnen voorspellen door alleen maar te kijken naar de gezichten van de kandidaten. Het blijkt dus niet zo zeer om de specifieke genderindeling te gaan als wel om de sterkte van testosteron en oestrogeen, waar iedere vrouw en elke man een bepaalde portie van heeft. En die hormonenbalans is zeer bepalend voor het uiterlijk én het gedrag van personen. Een hoger testosterongehalte maakt het gezicht stereotypisch masculiener: dikkere, rechte wenkbrauwen, dunnere lippen en een bredere kaak. Ook zou het typisch strijdbaar mannengedrag om een machtspositie te verkrijgen of te behouden stimuleren. Oestrogeen hangt juist samen met feminiene kenmerken als volle lippen, grote ogen en dunnere wenkbrauwen en met gedrag dat mensen in verband brengen met het in stand houden van vrede en balans.
Stereotypen overboord
De conclusie van Spisak en van Vugt was dan ook dat er anders gedacht moet worden over genderindeling en -typering. De indeling man-vrouw is te beperkt en kan, zoals we allemaal wel weten, leiden tot biassen, stereotypen en vooroordelen. Bovendien waren de onderzoeksresultaten niet beperkt tot witte mensen. Een zelfde indeling bleek er ook met Aziatische gezichten, waarvan wij westerlingen weer vaak denken dat er minder opvallende genderverschillen zijn.
Jacinda, Katrín en Angela
In mei jongstleden verklaarde de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern dat haar 4,8 miljoen inwoners tellende land coronavrij was. Hoewel er half juni weer regelmatig besmettingen opdoken, bleven extreme pieken zoals hier in Europa uit, terwijl het daar op dat moment winter was. Nog steeds wordt de Nieuw-Zeelandse aanpak wereldwijd benijd. Dat geldt ook voor Katrín Jakobsdóttir, minister-president van IJsland, waar tot op heden nog geen 6000 mensen het coronavirus te pakken kregen en er slechts 29 dodelijke slachtoffers te betreuren zijn. Bondkanselier Merkel wordt ook gecomplimenteerd om haar daadkrachtige optreden, waar wij als Nederlanders toch weer wat bij achterop hobbelen.
Vrouwen moeten mannelijk en vrouwelijk tegelijk zijn
Het lijkt er dus op dat je tijdens een crisis beter af bent met een vrouwelijke leider. Daar is wetenschappelijk gezien ook wel iets voor te zeggen aldus wetenschapper en politicoloog Leah Windsor van de universiteit van Memphis. Zij denkt dat het een combinatie is van verwachtingspatronen en huidige beeldvorming. “Over het algemeen wordt er van vrouwen verwacht dat dat ze masculiene leiderschapskwaliteiten tonen, zoals besluitvaardigheid, maar tevens dat zij typisch feminiene eigenschappen laten zien, zoals zorgzaamheid en medeleven. Als ze te mannelijk zijn, wordt dat afgestraft, maar als ze te vrouwelijk zijn eveneens.” Windsor ziet daar nou net een voordeel van de emancipatie. “Pandemieën als deze bieden vrouwen de mogelijkheid om beide typen leiderschapskwaliteiten te laten zien.”
Egalitaire culturen
Leah Windsor en haar team gingen ook op zoek naar de harde cijfers in 175 landen wereldwijd. En dan blijkt er geen statistisch significant verschil te zijn tussen landen met een vrouwelijke dan wel met een mannelijke leider. Echter: na analyse van de verhouding mannen en vrouwen in het parlement en de landscultuur, bleek er wel degelijk verschil. Landen met een vrouwelijke leider deden het dan aanzienlijk beter onder de voorwaarde dat de culturele waarden die vrouwelijk leiderschap mogelijk maakt er omarmd werden. Egalitaire samenlevingen en gemeenschappen die meer gericht zijn op de lange termijn en die gezondheid en welzijn van hun burgers belangrijk vinden en waar rolpatronen doorbroken zijn doen het beter. Doorslaggevend is daarbij dat men onzekerheden accepteert, blijkt in deze corona-pandemie. In voornoemde samenlevingen is het tevens waarschijnlijker dat vrouwen als leiders gekozen worden, maar ook met een mannelijke leider doen zulke landen het gemiddeld beter. “Landen met egalitairdere culturele waarden doen het beter en wanneer ze een vrouw kiezen als leider doen ze het nóg beter,” aldus de eindconclusie van dit onderzoek.
Feminisme, diversiteit en inclusie
Een fantastische uitkomst dus dat landen die gelijke rechten voor alle burgers hebben en die dit ook in de praktijk brengen tevens beter omgaan met een levensbedreigende crisis als die waar we nu inzitten. Daarbij zal meespelen dat dergelijke landen ook een betere en uitgebreidere gezondheidszorg hebben. Dat vrouwen daarbij het voordeel hebben van een betere balans tussen genderspecifieke kwaliteiten heeft uiteraard te maken met het feit dat zij zich als leiders veel meer hebben moeten bewijzen dan mannen, van wie dat nu eenmaal al eeuwenlang normaal gevonden wordt. Feminisme, diversiteit en inclusie zijn cruciaal voor een land en de inwoners. Dat wisten we natuurlijk al, maar het is toch fijn als dit weer eens wetenschappelijk onderbouwd wordt. En tenslotte is het ook een gegeven om in het hoofd te hebben als u op 16 maart aanstaande coronaproof in het stemhokje staat.
Beeld: Pixabay