Wie San Francisco bezoekt, ontkomt niet aan de typische toeristische attracties die de stad wereldberoemd heeft gemaakt. Een slalom door Lombard Street, een picknick op Telegraph Hill, een ritje met de cable cars, zeerobben kijken op Fisherman’s Warf en een fietstochtje over de Golden Gate Bridge. Übertoeristisch en druk tot en met, maar ze horen nu eenmaal te zijn afgevinkt op je Amerikareis.
Ook een bezoek aan Alcatraz Island is natuurlijk onontkoombaar. Goed, het uitje, dat iets meer dan twee uur duurt, kost dan weliswaar bijna vijftig dollar per persoon, maar het is het méér dan waard, geloof me. Neem alleen al het uitzicht op de skyline van San Fran. Dat is nergens zo fraai als vanaf de veerboot naar het eiland. Tip: doe wel even goede schoenen aan, terwijl een windbrekertje vaak evenmin een overbodige luxe blijkt. Chicago heeft de naam, maar nergens kan het zo akelig tochten als in San Francisco.
Alcatraz Island, ook wel The Rock, heeft niet minder dan een eeuw gediend als gevangenis. Vanaf het einde van de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) diende het als militaire gevangenis. Sedert 1934 werden er ook burgers opgesloten. En niet de minsten. Al Capone en George ‘Machine gun’ Kelly zijn slechts twee van vele notoire deugnieten die werden gedwongen voor langere tijd op het eiland te verblijven.
Zelf bracht ik, in de jaren negentig van de vorige eeuw al weer, twee keer een bezoek aan The Rock. En ik hoor het de gids nog zeggen: ‘Er is nog nooit een gevangene in geslaagd om levend van Alcatraz te ontsnappen.’ Hij klonk trots, alsof hij er destijds persoonlijk voor had zorg gedragen.
Wat het uitsluipen dan precies zo moeilijk maakte? Als je er al in slaagde om de gevangenis zelf uit te geraken, over z’n hoge muren en de talloze versperringen van prikkeldraad, dan diende je vervolgens imposante rotspartijen te bedwingen. En als dat dan was gelukt, dan wachtte de Baai van San Fransciso, met z’n ijskoude water, z’n onvoorspelbare stromingen en z’n extreme getijden. Alleen die gedachte al moet bij menig potentiële ontsnapper de moed in de schoenen hebben doen zakken.
‘Ik heb hier ook nog een paar jaar gezeten’, zegt de ouwe baas naast me op de ferry, die kennelijk indruk probeert te maken. Gezien z’n leeftijd, dik in de 70 schat ik ‘m, zou het zo maar kunnen, maar ik besluit glimlachend z’n verhaal niet te geloven. Al banjerend over Broadway, zoals de brede gang tussen de cellen wordt genoemd, kom ik ‘m een uur later nog eens tegen. Grijnzend wijst ie op een cel.
‘That was mine’, zegt hij.
Of ie Al Capone nog heeft gekend, probeer ik ‘m uit de tent te lokken. Maar daar trapt deze krasse knar in z’n spijkerbroek met hoog water, gympen, witte sokken en baseballpet toch niet in.
‘Nah, die zat hier ver voor mij.’
Slimmer dan ik dacht, denk ik, en doe m’n duim omhoog.
•
Toegegeven, een tripje naar De VS c.q. San Francisco dan wel Alcatraz is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Zeker in deze onzekere coronatijden zal het wellicht nog wel even duren voor het weer mogelijk is. Maar voor degenen die het eiland niettemin met een virtueel bezoekje willen vereren: bekijk een film.
Neem bijvoorbeeld The Rock (1996). Deze film, geregisseerd door Michael Bay, is het aankijken meer dan waard. Het handelt om de groene en wat naïeve FBI-agent Nicolas Cage die met behulp van crimineel Sean Connery – naar verluidt de enige boef die ooit van het eiland wist te ontsnappen – moet proberen een groep Amerikaanse mariniers te overmeesteren. Die hebben namelijk een groep toeristen op Alcatraz gegijzeld, en dreigen San Francisco te bestoken met zenuwgas.
Klinkt misschien ’n tikje vergezocht, maar geloof me: je krijgt een goed beeld van zowel het eiland, de gevangenis als z’n geschiedenis.
Voor een iets realistischer verhaal moeten we iets verder terug. Escape from Alcatraz dateert namelijk al weer uit 1979. In deze rolprent, onder regie van Don Siegel, is Clint Eastwood één van vier gevangenen die proberen te ontsnappen uit Alcatraz.
Escape from Alcatraz speelt zich af rond 1960. Eastwood speelt de 35-jarige Frank Morris, die samen met de bankrovende broers John (32) en Clarence Anglin (31) het plan heeft opgevat om Alcatraz stiekem te verlaten
De film speelt zich af rond 1960. Eastwood speelt de 35-jarige Frank Morris, die samen met de bankrovende broers John (32) en Clarence Anglin (31) en Charley Butts het plan heeft opgevat om Alcatraz stiekem te verlaten. Morris heeft namelijk ontdekt dat het beton rondom het ventilatierooster in z’n cel er slecht aan toe is. Met behulp van een nagelvijl en theelepeltjes, graven ze zich naar buiten. Hoofden van papier-maché moeten de drie ontsnapten (Butts blijft uiteindelijk achter) een kleine voorsprong bezorgen, waarna ze, eenmaal bij het water, rubberboten opblazen gemaakt van in elkaar genaaide regenkleding.
Op de vaste wal worden de volgende dag wat overblijfselen van de regenkleding gevonden. De gevangenisdirecteur komt daarop tot de volgens hem enige logische conclusie dat de mannen tijdens hun vlucht moeten zijn verdronken. Regisseur Don Siegel zou later verklaren dat hij de kijker bewust laat kiezen.
‘Het is bewust een open einde’, liet hij weten. ‘Er is geen definitieve conclusie. De drie mannen klaarden het, maar hoe zeker kun je zijn?’
Het saillante aan Escape from Alcatraz is dat het een biopic betreft, met andere woorden: waargebeurd. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek (1963), van de hand van J. Campbell Bruce. En die schreef over de daadwerkelijk beleefde avonturen van Morris en de broers Anglin.
De Volkskrant heeft her erover op 13 juni 1962. ‘De bewakers van het gevangeniseiland Alcatraz in de Baai van San Francisco zoeken naar drie gevangenen die zijn ontsnapt’, schrijft de krant op basis van Associated Press. ‘Als de drie slagen in hun opzet is het de eerste maal dat het gelukt is sinds Alcatraz in 1934 een burgelijke gevangenis werd.’
Veel is AP/de Volkskrant een dag na de uitbraak nog niet wijzer geworden. ‘Misschien hebben zij het eilandje verlaten op een geïmproviseerd vlot van drijfhout. Het is echter ook mogelijk dat de drie zich nog op het eiland verborgen houden.’ Wel heeft de krant al details over het modus operandi van de drie:
‘De drie mannen werden dinsdagmorgen om zes uur gemist. In hun plaats lagen poppen met koppen gemaakt van gips, die waren beschilderd. Dekens moesten de lichamen voorstellen. Het haar op de koppen was gemaakt van verfborstels.’
In de onderkop stelt de Leeuwarder Courant in de woorden van z’n correspondent onomwonden: ‘Drie die bijna slaagden verdronken in de baai’
Tien dagen later weet de Amerikaanse correspondent van de Leeuwarder Courant het al helemaal zeker. Onder het chapeau Het is opnieuw bewezen, kopt de krant: ‘Uit de Alcatraz-gevangenis zal nimmer een man ontsnappen.’ En in de onderkop stelt de LC in de woorden van z’n correspondent onomwonden: ‘Drie die bijna slaagden verdronken in de baai.’ Mocht er nog twijfel zijn, dan staat verderop in het verhaal nog een streamer: ‘Twintig pogingen alle mislukt’.
Waar de krant (en dus ook de autoriteiten) zich op baseerden? De temperatuur van het water was op de dag van de ontsnapping niet meer dan 11 graden geweest. Koud genoeg om de lichaamsfuncties van een man na 20 minuten uit te schakelen. Bovendien was er een plastic tas na een zoektocht van dagen was gevonden. Daarin zat een lijst met namen en adressen. ‘Dat was voor de drie gevangenen een hoogst belangrijke tas, die zij zeker niet kunnen hebben weggegooid. Vandaar de eensgezinde conclusie. Zij zijn verdronken.’
Hmm. Zouden ze de tas misschien ook verloren kunnen hebben in een poging het eigen vege lijf te redden? Of misschien was het zelfs wel een dwaalspoor, wie zal het zeggen?
Getijden-onderzoek in 2014 door wetenschappers van de TU in Delft wees trouwens uit dat als de drie Alcatraz Island op 12 juni 1962 om half twaalf ’s avonds zouden hebben verlaten, ze heel goed Horseshoe Bay, net ten noorden van de Golden Gate Bridge, zouden kunnen hebben bereikt. Attributen die ze onderweg hadden verloren of weggegooid, waren dat inderdaad aangespoeld op Angel Island.
•
Hoe dan ook: geen van de lichamen van de drie ontsnapten werd ooit gevonden. De FBI zocht nog zeventien jaar lang naar de drie, totdat the bureau in 1979 het moede hoofd in de schoot legde. ‘Gedurende de 17 jaar dat we met deze zaak aan de gang zijn geweest’, zei de FBI in een statement, ‘is er nooit ook maar enig bewijs boven water gekomen dat zou suggereren dat deze mannen nog in leven zouden zijn, hetzij in de VS dan wel elders.’
Echter: de United States Marshals Service blijven nog wel even op zoek. Totdat bewezen is dat ze alle drie daadwerkelijk zijn overleden, of zodra ze 100 jaar oud zijn geworden. ‘Het feit dat wij nog steeds naar ze op zoek zijn’, zei marshal Don O’Keefe in 2012 bij de vijftigste verjaardag van de ontsnapping, ‘geldt als waarschuwing voor iedere voortvluchtige: hoe lang het ook geleden is, we blijven jullie opjagen en zullen zorgen voor gerechtigheid.’
De familie van de drie is er overigens altijd van overtuigd geweest dat de ontsnappingspoging wel degelijk is geslaagd. Ze zeggen zich onder meer te baseren op een kerstkaart die de familie al in 1962 kreeg. ‘To mother, from John. Merry Christmas’, stond er op. De moeder van de twee kreeg bovendien ieder jaar op moederdag, tot aan haar dood, een grote bos bloemen opgestuurd. Afzender onbekend.
Als ze niet meer leven, waarom is de regering dan nog steeds naar ze op zoek, vraag één van de neven van de Anglins zich af
Bovendien, zei één van Anglins neven in 2013 tegen de San Franscisco Chronicle: ‘Als ze niet meer leven, waarom is de regering dan nog steeds naar ze op zoek?’ Twee jaar later kwam de familie bovendien nog met een foto van de twee broers op de proppen, die in 1975 in Brazilië zou zijn genomen. Forensisch experts oordeelden vervolgens dat het ‘zeer waarschijnlijk’ was dat het inderdaad John en Clarence Anglin waren die op de Braziliaanse foto prijkten.
Deze bloedbroeders Anglin groeiden trouwens op in de noordelijke staat Michigan. Van kleins af aan waren ze onafscheidelijk. Samen zwommen ze in Lake Michigan (het waren naar verluidt ook uitstekende zwemmers) en samen begonnen ze ook, toen ze wat ouder werden, met het beroven van banken.
Dat liep in 1958 verkeerd af. Nadat ze in Columbia, Alabama met behulp van een speelgoedpistool hadden geprobeerd de lokale bank te beroven, liepen ze tegen de lamp. Nadat ze beiden werden veroordeeld tot 15 tot 20 jaar celstraf, kwamen ze ook samen in een gevangenis in Atlanta, Georgia terecht. Omdat ze daar, al weer samen, menig poging ondernamen om te ontsnappen, werden ze getweeën overgeplaatst naar het zwaar beveiligde Alcatraz. Je zou denken: sluit ze ‘ns in een keer niet samen op, misschien dat dat helpt. Maar vanaf The Rock was nog nooit iemand ontsnapt, dus wat kon het voor kwaad, toch?
Wellicht hadden de beleidsbepalers buiten Frank Morris gerekend. Deze Morris, geboren in de Amerikaanse hoofdstad Washington DC, bevond zich al sinds z’n dertiende op het criminele pad. Hij stond bekend om z’n bovengemiddelde intelligentie (IQ van 133) en kwam dankzij een ellenlang strafblad in 1961 in Alcatraz terecht. Hij was echter niet van plan er lang te blijven. Zeker niet nadat hij de broers Anglin tegen het criminele lijf liep.
•
Maar was het de drie nou gelukt om te ontsnappen of niet? In 2013 krijgt de politie van San Francisco een brief. ‘Mijn naam is John Anglin’, staat er in de brief. ‘In juni 1962 ben ik uit Alcatraz ontsnapt. We hebben het allemaal gehaald die nacht, maar veel scheelde het niet.’
Anglin schrijft dat hij 83 jaar oud wis en dat z’n gezondheid achteruit holt. ‘Ik heb kanker.’ Hij schrijft voorts dat Frank Morris in oktober 2008 is overleden. ‘Hij ligt onder een andere naam in een graf in Argentinië. Mijn broer Clarence is in 2011 overleden.’
Als jullie op tv beloven dat ik niet langer dan een jaar terug hoef naar de gevangenis en medische zorg krijg, dan zal ik precies vertellen waar ik nu ben, schrijft John Anglin in z’n brief
Het schrijft verder dat hij op twee plaatsen in North Dakota had gewoond, waarschijnlijk in Seattle (de brief is hier en daar een tikje onleesbaar) en dat hij tegenwoordig in Californië huishoudt. Tenslotte heeft hij voor de beleidsbepalers ook nog een aanbod tot een deal in petto:
‘Als jullie op tv beloven dat ik niet langer dan een jaar terug hoef naar de gevangenis en medische zorg krijg’, zo stelt hij voor, ‘dan zal ik precies vertellen waar ik nu ben. No joke.’
De autoriteiten in San Francisco gaan – uiteraard – niet op dat verzoek in. Maar ze maken de brief evenmin openbaar. Sterker nog: ze houden het schrijven onder de pet, totdat KPIX, een CBS-zender in de stad, in 2018 de hand legt op de brief en deze eindelijk openbaar maakt.
‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat ze na hun ontsnapping ineens brave burgers zijn geworden’, verdedigt de SFPD zich in een schriftelijke verklaring. Of ze geloven dat de brief écht door John Anglin was geschreven? Daarop komt geen antwoord, al is de brief voor de FBI aanleiding om het 34 jaar eerder gesloten onderzoek toch maar weer te heropenen.
Zoals ook de US Marshals Service zal blijven speuren. Tot de honderdste verjaardag van de drie. En dat duurt nog respectievelijk 6 (Frank Morris), 9 (John Anglin) en 10 jaar (Clarence Anglin).