Yuppie-pelgrims en tijdmachine-gasten

In de vakantie gaan massaal de wandelschoenen aan. Wat te lezen onderweg? Twee wandelboekklassiekers opnieuw gelezen.

De beroemdste van alle pelgrimstochten is zonder twijfel die naar Santiago de Compostela, in elk geval voor westerlingen. Schrijver Herman Vuijsje liep de beroemde route in 1989, niet als gelovige, maar als hartgrondig atheïst. Hoewel hij tijdens het lopen wil nadenken over religie en zijn eigen verhouding daartoe, gaat dat niet zonder vorm van verzet: hij loopt de route andersom. Van middeleeuws Compostela naar vrijzinnig Amsterdam, ‘een route van autoriteit en collectivisme naar zelfbeschikking en individualisme’.

RECENSIE    S-M-L-XL
• • •
Herman Vuijsje – Pelgrim zonder God
Atlas Contact, €9,95 (e-boek)

Al direct bij de aanblik van de eerste pelgrims op de oude Sint-Jacobsroute, kan hij zijn irritatie nauwelijks de baas.

‘De een heeft een pelgrimsstaf en een gehaakte pelgrimsmuts naar klassieke snit, de ander een baard en hoge kousen (…) Moet ik bij deze lui gaan horen? Ook zo’n zelfgehaakte kijk-mij-eens-houding aannemen?’ Hij besluit zich de hele weg extra goed te scheren en te wassen. ‘Liever een joggende yuppie-pelgrim dan zo’n tijdmachine-gast.’

Met smaak, humor en vileine (zelf)spot schetst Vuijsje de kleurrijke figuren die hij onderweg tegenkomt en zijn eigen worsteling met de elementen en protesterende lichaamsdelen. Wat Pelgrim zonder God echter uittilt boven veel andere reisboeken over de Camino, zijn de bespiegelingen over een veranderend Europa en de rol van de Kerk daarin, met een God die danig van zijn voetstuk is gekukeld. God als Schepper vindt Vuijsje voor zichzelf dan ook niet terug tijdens zijn trektocht, maar wel iets anders: medemenselijkheid en aardig-zijn. Een eigenschap die, zo overweegt Vuijsje, vooral nog aanwezig blijkt te zijn bij gelovige mensen.

Voetsporen

Biograaf Richard Holmes (1945) schreef gezaghebbende werken over Engelse schrijvers van de Romantiek, onder wie Percy Bysshe Shelley, Samuel Taylor Coleridge en Mary Wollstonecraft. Als jongeman al stapte Holmes letterlijk in de voetsporen van de mensen wier leven hij zou gaan optekenen, want op vier momenten reisde hij schrijvers achterna in de tijd: Robert Louis Stevenson in de heuvels van de Franse Cevennen; Mary Wollstonecraft in Parijs, tijdens de Franse Revolutie; Shelley en zijn vriendinnen aan de Italiaanse westkust, waar de dichter zou verdrinken in de Ligurische Zee; en de Franse schrijver Gérard de Nerval, die aan ernstige psychoses leed.

De innerlijke rusteloosheid van de romantici die hem inspireren, is Holmes niet vreemd: ‘Het was een onrustige tijd,’ schrijft hij, vlak voordat hij op weg gaat naar Parijs. ‘Het raam van mijn zolderkamer keek uit op het rangeerterrein van het Paddington-station, en mijn dromen werden verstoord door het gefluit en gedender van vertrekkende treinen. Overal hing een sfeer van beweging en verandering.’

RECENSIE    S-M-L-XL
• • • •
Richard Holmes – Voetsporen
Vertaling Eugène Dabekaussen, Barbara de Lange en Tilly Maters, Atlas Contact, momenteel alleen tweedehands verkrijgbaar.

Het verslag van zijn avonturen resulteerde in Voetsporen, een meeslepende vertelling die het midden houdt tussen reisboek, biografie en roman. Terwijl een biograaf gewoonlijk in de coulissen blijft om zijn hoofdpersoon te laten schitteren, maakt Holmes ons hier deelgenoot van zijn enthousiasme, zijn twijfels, zijn geluk en radeloosheid. ‘De speurtocht werd zo intens, vroeg zoveel van mijn eigen emoties, dat hij voortdurend uit de hand dreigde te lopen. (…) Wanneer ik alleen reisde, hunkerde ik naar intimiteit met mijn onderwerp (…). Vaak voelde ik me buitengesloten, alleen gelaten.’ In Voetsporen versmelten zo meerdere levensverhalen tot één veelbewogen geschiedenis.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie