School at Sea met de Regina Maris
‘Ze zijn er, hoor!’ Aan de telefoon een opgewonden Monique Touw. Samen met kapitein Martin Duba zette zij de stichting ‘School at Sea’ op poten. Na de vijfde reis onder die vlag meert de topzeilschoener ‘Regina Maris’ af in de jachthaven van IJmuiden met aan boord twintig meisjes en veertien jongens van veertien tot zestien jaar aan. Ze zijn druk, heel druk, want over een paar dagen komen hun ouders. Een half jaar hebben zij deze niet gezien. Het schip moet er piekfijn uitzien, dus ze krabben, schuren en schilderen alsof hun leven ervan afhangt.
Toeval
‘Het is allemaal heel toevallig begonnen, in 2008’. Martin Duba voer als schipper-eigenaar van de ‘Regina Maris’ passagierscharters in de Oostzee. ‘Een collega voer met de ‘Thor Heyerdahl’ voor het project ‘Klassenzimmer unter Segeln’. Het schip onderging een refit en was niet op tijd klaar. De Universiteit van Erlangen (D.) vroeg of wij het contract wilden overnemen. We zijn erop ingegaan en beleefden tussen oktober en april een fantastische reis. Wat er onderweg met de kinderen gebeurde maakte diepe indruk. Ze werden in dat halve jaar volwassen, verantwoordelijk, zelfstandig.’
Duba vond dat het niet bij eenmalig experiment mocht blijven. Hij zocht contact met Monique Touw, die na een studie Personeelswetenschappen in Tilburg was doorgegroeid tot kapitein van onder andere de schoener ‘Swan fan Makkum’. Touw: ‘Tijdens mijn promotieonderzoek was me duidelijk geworden dat iedereen meerdere talenten heeft, die vaak grotendeels onbenut blijven. Dat heeft veel te maken met de manier waarop wij onderwijs geven. Waarom kan dat alleen plaatsvinden binnen de muren van een gebouw? Toen Martin bij me kwam waren we het direct eens.’
Duba: ‘Ik zei haar, dit moeten we in Nederland ook gaan doen en jij en ik gaan dit samen opzetten.’
De twee richtten een stichting op en kregen van het ministerietoestemming voor een eenmalig project met Nederlandse scholieren. Succesvol, want na een eerste reis wilden zij verder. ‘Zo gemakkelijk was dat niet’, vertelt Duba. ‘Na de verkiezingen zat er een nieuwe minister en die vond het geen goed idee. Afblazen was geen optie, het was al september en iedereen stond in de startblokken. We slaagden erin de scholieren onder te brengen bij het Duitse ‘High Seas Highschool’ en in latere jaren bij een onderwijsinstelling in Zuid-Afrika. Het klinkt simpel, maar er is onnoemelijk veel tijd gaan zitten in bellen, internetten, bezoeken afleggen en lobbyen.’
‘Vorige maand was er een doorbraak,’ vult Touw aan. ‘We hebben in Den Haag de deuren van de politieke partijen platgelopen. Van alle woordvoerders in de Tweede Kamer heb ik de mobiele nummers. Eindelijk is de Kamer akkoord gegaan. Nederlandse scholen mogen voortaan een deel van hun lesprogramma buitenschools uitvoeren.’
Duba: ‘We doen dit nu zes jaar. In het eerste jaar heb ik er een halve ton op moeten toeleggen, maar het was de moeite waard. In de zomer hebben we een traditioneel charterprogramma, in de winter varen we voor ‘School at Sea’. Intussen hebben we zo’n veertien mensen aan het werk. Behalve de vaste scheepsbemanning gaan er vier leraren mee en aan de wal zijn er continu twee mensen mee bezig op kantoor.’
Monique Touw moedigt de scholieren aan om doelen te stellen die niet realistisch zijn. ‘In Nederland hebben we een zesjescultuur. Half goed is al goed genoeg. Een ruimtevaarder die van plan is naar de maan te reizen moet maar zien of het lukt. Als hij de zon als doel kiest is dat misschien te ambitieus, maar hij zal allicht de maan halen. Wees niet bang om te falen. Je bent al geslaagd als je geboren bent. De kinderen leren hier aan boord verantwoordelijkheid en risico’s te nemen. Dát is waar het bij ‘School at Sea om gaat: persoonlijke ontwikkeling, ontdekking .’
Martin Duba: ‘Ga iets doen met je leven, zeggen we tegen hen. Zoek naar iets wat je leuk vindt, dan gaat alles als vanzelf, je zult er goed in zijn en er geld mee verdienen is waarschijnlijk een fluitje van een cent.’
Voor geen goud
Tesse Tiemens is met zijn veertien jaar de jongste deelnemer aan boord. ‘Thuis in Heerde vond ik het saai en ik voerde niet veel uit. Ik had een paar klassen overgeslagen en zag dit als een mooie kans om uit de sleur te raken. Van ‘School at Sea’ kreeg ik een training sponsorwerving en daarmee ben ik aan de slag gegaan. Die werving is heel voorspoedig verlopen.’
Iedere scholier moet enkele tienduizenden euro’s boven water zien te krijgen en bijna iedereen slaagt daarin. Voor de enkeling die het niet lukt is er een speciaal fonds in het leven geroepen. Voor de stichting is het welslagen van die sponsoractie een geweldig selectiemiddel. Alleen de echt gemotiveerden redden het. Tesse Tiemens: ‘Deze reis had ik voor geen goud willen missen. Iedereen heeft er enorm veel van geleerd: samenwerken, koken, de was doen, brood bakken en tijdens de zogenaamde ‘scheepsovernamedagen’ hebben we het schip met ons allen gezeild.’
Famke Heijermans (16) uit Laren verft de gaffel van de grote mast. ‘Het laatste halve jaar lijkt als een droom. Ik heb ontzettend veel geleerd, vooral om niet verlegen te zijn, actie te ondernemen en niet bang te zijn. Samen met de groep ben je 24/7 bij elkaar. We hebben onze eigen grenzen bepaald, bijvoorbeeld met muziek. Aan het begin kende niemand elkaar, maar ik heb vrienden voor het leven gemaakt. Tja, nu is het voorbij. Alles wat leuk is loopt een keer af.’
Amber Linssen uit Waarder, gekleed in een met verf bevlekte werkoverall, heeft zojuist met zes andere scholieren stuurman Wessel Weddigen in de mast gehesen. Zij vierde haar zestiende verjaardag aan boord. ‘Het was heel leuk om die onderweg te vieren. Midden op zee, echt cool! Wanneer zal ik dat ooit nog meemaken, met 34 broers en zussen om me heen? Het is heel vreemd. Alles hebben we met elkaar gedeeld. Na zes maanden aan boord weet ik veel en veel meer van hen dan van wie dan ook thuis in Nederland.’
Arend Niebuur (14) uit Zaandam is de op één na jongste aan boord. ‘Wat heb ik eigenlijk niet geleerd tijdens deze reis? Veel schoonmaken, haha! Samenwerken in een krappe omgeving, dingen goed afmaken. Ik ga nu mijn diploma halen en daarna naar de zeevaartschool in Enkhuizen. Ik word ook een wereldzeiler.’
Laura Loffredo (17) uit Amersfoort hoorde van het project en vond het ‘ontzettend gaaf’. Ze wilde zich verdiepen en vooral flexibeler worden. ‘Dat is helemaal gelukt. Je móet wel, aan boord van een schip.’ Een brede lach op haar gezicht. ‘Niets staat vast, behalve de datum van inscheping en de datum van het einde van de reis.’
Amber: ‘Heel raar om hier in Nederland aan wal te gaan. We zijn gewend geraakt aan vreemde talen, op de Canarische eilanden, de Azoren, op Martinique en Cuba, in Panama, Bermuda en de Antillen. Nu spreekt ineens iedereen Nederlands. Heel onwerkelijk.’
Beau Bakker (‘Double B at Sea’, volgens Amber) heeft nog niet het gevoel dat hij weer thuis is. ‘We zitten nog in een soort bubble’, zegt hij.
Onderwijs op menselijke maat
Mieke Timmers, docente Spaans, werkte in het voortgezet onderwijs. ‘Een leuke, dikbetaalde baan. Ik stond aan het hoofd van mijn eenmansafdeling en deed alle internationale uitwisselingsprojecten. Op de lokale televisie had ik een programma gezien over ‘School at Sea’ en daarom had ik hen uitgenodigd voor een presentatie op onze school. Na afloop was ik zo enthousiast, dat ik had gezegd: ‘als je nog ooit eens een docente Spaans nodig hebt…’ Geen dag later had ik Monique aan de lijn. Nu maak ik alweer vier jaar deel uit van de vaste crew. De kids maken tijdens hun periode aan boord reizen door Panama en Cuba. Ze moeten alles zelf organiseren en leren Spaans als een dolle.’
De redactie spreekt met twee van de leraren die zes maanden meegevaren hebben. De stichting selecteerde hen uit 140 sollicitanten. Pascal Tak (29) gaf les op het voortgezet onderwijs en aan een lerarenopleiding. “Ik was op zoek naar een meer geïntegreerde onderwijsmethode, dichter op de leerlingen en op menselijke maat. We hoeven geen vrienden van de scholieren te zijn, maar we willen wél benaderbaar zijn. Hier aan boord komt het zogenaamde ‘hidden curriculum’ aan bod.’
Zijn collega Mirte Postma vult aan. ‘De leerlingen krijgen les in 25 vakken en daar zijn vier docenten voor beschikbaar. Eigenlijk zijn we vooral huiswerkbegeleiders, want de toetsen krijgen de scholieren opgestuurd vanuit de school waar ze vandaan zijn gekomen. We geven les in zelfstandigheid en monitoren voortgang en persoonlijke groei.’
Pascal Tak: ‘Deels stimuleren zij elkaar. Het gaat heel goed over het algemeen. Ach, natuurlijk zijn ook hier leerlingen die er niet veel van bakken.’
Mirte Postma: ‘Het belangrijkste is het grote verschil tussen begin en einde van de reis. Ach, september voelt intussen zo ontzettend lang geleden… De kinderen zijn zó serieus geworden in die tijd. Tevoren kon ik me er niets bij voorstellen. Je zit in een kleine mini-samenleving, heel dicht op elkaar. Je móet alles uitpraten, oplossen. Ongelooflijk hoe close je met elkaar wordt, hoe intiem zelfs. Aan boord doe je dingen samen die je nooit zou doen met anderen.’