Zoektocht: Domme Marlin!

Hoe moet ik het typeren? Dom? Asociaal? Onhandig was het op zijn minst, de uitspraken van William Marlin, premier van Sint-Maarten. Alleen zijn timing was nog enigszins goed, zo direct na de nationale televisieactie in Nederland, bedoeld om zoveel mogelijk geld op te halen voor Sint-Maarten. Goed, de Nederlanders weten weer waar ze aan hebben gedoneerd…

Dat wisten ze niet toen ze eerder dit jaar hun portemonnee trokken voor de honger in Oost-Afrika, toen er 43,7 miljoen werd opgehaald. Sint-Maarten is voorlopig ‘goed’ voor 13,3 miljoen euro. ‘Schandalig weinig’, liet een Nederlandse advocaat weten, die op het eiland woont en werkt. ‘De schade loopt in de miljarden.’ Dat moge zo zijn, op de een of andere manier deert het de Nederlander minder dan de kindjes in Afrika. Die zijn veel zieliger.

Het is moeilijk om in het hoofd van ‘de Nederlander’ te kijken wat dit soort zaken betreft, maar ik ga een poging wagen, natuurlijk vanuit mijn eigen referentiekader. Ik ben Nederlander, heb er het overgrote deel van mijn leven gewoond – onlangs nog 11 maanden – en dus heb ik wel een redelijk beeld van hoe ‘de Nederlander’ denkt.

Het gaat natuurlijk allemaal om beeldvorming. Die beeldvorming wordt voor een belangrijk deel bepaald door de media. De traditionele media, maar tegenwoordig vooral ook door de moderne ‘social media’, waarvan je je onderhand kunt afvragen waarom ze ‘social’ worden genoemd. Als je soms toch leest wat mensen onder nieuwsberichten schrijven, het is vreselijk. Aan de andere kant: het zijn slechts de ‘opstandigen’ die daar hun reactie poneren en dat zijn er, relatief gezien, nog altijd heel weinig. Het gros van de Nederlanders heeft niet echt een gefundeerde mening over wereldzaken. Hij is vooral bezig met zijn eigen leven en zijn eigen ‘Umwelt’. Logisch, dat doen we hier op Curaçao ook en dat doen ook de mensen die op Sint-Maarten wonen. Je eigen leed is toch altijd het grootst. Je eigen plezier of genoegen trouwens ook.

Maar beeldvorming. Daar gaat het dus om. En dan komen de voormalige Nederlandse Antillen er niet best van af. Ik ga nu even kort door de bocht (maar lang niet zo kort als ‘men’ op social media pleegt te doen): de meeste Nederlanders weten wel iets van de voormalige Antillen. Steeds meer zijn er zelfs wel eens op vakantie geweest. Dat wordt dan niet anders beoordeeld dan een vakantie op pak ‘m beet Kos of Fuerteventura. ‘Het eten was goed, de stranden waren mooi, de mensen aardig en het kostte er allemaal geen drol’, zoiets. Of andersom. Velen weten ook wel iets over de historische band van Nederland met de Antillen. Niet veel, want ‘het is lang geleden en zelfs mijn overgrootvader was er niet bij betrokken’. De Nederlander kent dus geen schuldgevoel over de slavernij, zoals Máxima geen schuldgevoel kent over wat wijlen haar vader (mogelijk) op zijn kerfstok had tijdens de periode van dictatuur in Argentinië.

Verder horen de Nederlanders wel eens iets in het nieuws over ‘de Antillen’. Vaak zijn dat niet de leukste berichten, want het gaat dan over criminaliteit, drugs, financieel wanbeleid en boosheid om de slavernij. De Nederlander hoort het aan, haalt zijn schouders erover op en denkt hooguit even terug aan zijn vakantie op een van de eilanden (‘dat was toch best leuk!’). Maarrrr… op het moment dat de portemonnee dan moet worden getrokken, is het iets anders. Dan denken ze terug aan hun vakantie en zien ze vooral mensen die het héél goed hebben, in hun ogen. Altijd mooi weer, het strand is om de hoek, een koud biertje binnen handbereik en de hangmat is geduldig. Zij die iets meer lezen, horen en dus weten over ‘de Antillen’ denken ‘Jullie zijn Nederland toch beu en kunnen alles zelf? Laat het maar zien dan.’

Van Oost-Afrika weet de gemiddelde Nederlander helemaal niets. Hij of zijn ziet alleen hartverscheurende beelden van hongerende kindjes. Dat daar ook corruptie, wanbeleid en in veel gevallen zelfs burgeroorlogen aan ten grondslag liggen, weet men niet.

Kort door de bocht, hè? Maar zo werkt het met beeldvorming. En dus zullen we de opmerkingen van William Marlin toch maar als ‘dom’ typeren. Sint-Maarten heeft hulp nodig en zelfs een wild dier in nood weet ‘de helpende hand bijt je niet’.

Update: deze column is ook van toepassing op politicus Clyde van Putten van Sint-Eustatius.

Mijn gekozen waardering € -