Zoektocht: Integriteit en integratie

Het gaat in Nederland én op Curaçao dezer dagen, of liever weken, over politiek. Op Curaçao is het toverwoord integriteit, in Nederland handelt het vooral over integratie.

Twee woorden die tegelijkertijd alles en niks met elkaar te maken hebben. Integriteit is de persoonlijke eigenschap van een individu; je bent eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. Je beschikt over een intrinsieke betrouwbaarheid, je zegt wat hij doet, doet wat je zegt en je hebt geen verborgen agenda. Tja, kom daar eens om in de Curaçaose politiek. Mijn mening: Curaçao is gewoon te klein. Integriteit is nauwelijks vol te houden in zo’n kleine gemeenschap waarin ‘iedereen’ met elkaar gelieerd is, dan wel van elkaar afhankelijk is.

Als ik dat zeg, krijg ik immer direct te horen ‘ja, maar in Nederland heerst ook veel corruptie’. Dat is waar, maar in Nederland zijn er wél meer bestuurslagen die elkaar controleren én hier kunnen de media onafhankelijk opereren. Waarmee ik niet zeg dat alle media onafhankelijk zijn, maar wel dat ze het kúnnen zijn. Elke journalist mag zeggen en/of schrijven wat hij vindt, zonder daarop te worden afgerekend of te worden gechanteerd.

Integratie dan. Omdat velen zo hun eigen definitie hebben gemaakt van de term, ging ik op internet op zoek naar een alomvattende, correcte omschrijving. Deze komt het meest in de buurt: integratie is de opname in een (groter) geheel; het gaat daarbij voornamelijk om de opname van personen of bepaalde bevolkingsgroepen in de maatschappij.

Tot zover prima, maar let op, er komt iets achteraan: Een belangrijk kenmerk van integratie is dat de opname van personen of bevolkingsgroepen van beide kanten komt. Zowel de binnenkomende partij als de ontvangende partij passen zich aan de ander aan en daarmee ontstaat samensmelting tussen die twee personen of bevolkingsgroepen. Daarmee onderscheidt integratie zich nadrukkelijk van assimilatie waarbij aanpassing slechts van één kant komt.

Hmmm. Ik dacht juist altijd dat integratie met name de verantwoordelijkheid is dan de ‘binnenkomende partij’. Bijvoorbeeld: ik moet als Europese Nederlander integreren in de Curaçaose maatschappij. Ik moet me aanpassen. Natuurlijk moet de Curaçaoënaar daar dan wel voor open staan. Mijn poging om te integreren in elk geval accepteren en misschien zelfs wel waarderen. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde voor de Curaçaoënaar in Nederland.

Assimilatie betekende voor mij altijd dat je helemaal opgaat in je nieuwe cultuur en dat je je oude gebruiken overboord gooit. Dat blijkt volgens bovenstaande definitie dus niet het geval te zijn. Voor mij hoeft het ook niet, je oude gebruiken overboord gooien, zolang de ‘ontvangende partij’ er geen last van heeft tenminste.

Toch… wil je écht integreren in het land waar je gaat wonen, dan moet het vooral van jóuw kant komen en hoeft de ‘ontvangende partij’ (in dit geval: de Curaçaoënaar) zich niet aan te passen aan de ‘binnenkomende partij’ (de Europese Nederlander, Chinees, Surinamer, Venezolaan of wat dan ook). Waarom? Jij bent de ‘gast’. Jij hebt je aan te passen. Toch? Of je nou in je eentje bent, met 100, met 1000 of met 100.000. Zelfs als je de meerderheid gaat vormen. Neem Bonaire: stel dat er straks meer Europese Nederlanders wonen dan ‘yu di tera’, dan nog dienen de Europese Nederlanders zich aan te passen.

Volgens mij schudden integriteit en integratie elkaar dáár de hand: als je integer bent, zorg je dat je goed integreert. Althans, dat is mijn mening.

Mijn gekozen waardering € -