Het afgelopen jaar heb ik in Búskeda geschreven over mijn ervaringen als remigrant en re-remigrant. Ik groeide op in Nederland, verhuisde in 2011 naar Curaçao, verkaste vorige zomer naar Nederland, bleef er 11 maanden en kwam weer terug.
Dan onderga je wel een aantal cultuurshockjes, kan ik u vertellen. Ik was heel benieuwd hoe ik Nederland zou ervaren na vijf jaar Curaçao. Nou, het voelde als thuiskomen. Ik vond het heerlijk, die 11 maanden daar. Desondanks miste ik Curaçao ook. Met name ons huis dan, de zee, wat mensen en toch ook wat facetten van het leven. Maar terugkeren op Curaçao, nu twee maanden geleden alweer, voelde óók als thuiskomen. Alsof ik niet was weggeweest.
Toch is er veel veranderd. In mezelf. Na een paar maanden wennen paste ik weer naadloos in het Nederlandse leven, met al zijn voor- en nadelen. Wennen hoefde ik er eigenlijk niet. Maar ik bemerkte wél dat ik in die vijf jaar Curaçao iemand ben geworden die hier thuis hoort. Ik ben namelijk een vrije jongen. En vrije jongens gedijen nu eenmaal beter hier dan in Nederland. Pas op hè: niet dat ik Nederland nu niet mis! Echt wel! Ach mensen, het is allemaal zo tegenstrijdig. Ik schrijf net dat ik een vrije jongen ben, maar aan de andere kant kon ik al het goed geregelde van Nederland ook enorm waarderen. Het is zo’n verhaal van de lusten en de lasten, denk ik.
Kijk, ik ben wars van autoriteit, maar aan de andere kant houd ik er ook enorm van. Komt ook omdat ik elke dag tracht de verantwoordelijkheid voor mijn eigen leven te nemen, met alles wat erbij hoort; vrouw, kind, honden, vrienden en werk/inkomen. Daar heb ik in basis niemand bij nodig. Anders dan hier kun je in Nederland niet anoniem door het leven gaan. ‘Men’ weet je altijd te vinden. Altijd. Zo goed geregeld is het. En ‘men’ weet alles van je. Dat is wel eens vermoeiend. Kijk, ik bepaal zelf wel wat goed voor me is. Daar heb ik geen ‘instanties’ en overheidsbemoeienis voor nodig. Ik zorg er zelf wel voor dat ik niet buiten de lijntjes kleur. Ik ken en neem mijn eigen verantwoordelijkheden. Niemand hoeft me daarop te wijzen. En doen ze dat tóch, dan word ik kriegelig.
Ik kan u een heel verhaal vertellen over de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel. Daar ga ik u niet mee lastig vallen, maar als ik u zeg dat ik me had ingeschreven als bedrijf en dat ik me van de weeromstuit drie maanden later alweer uitschreef, dan zegt dat genoeg. Zó moeilijk maken ze het je. En ik snap het wel, hoor! Voor sommige mensen op deze wereld is het gewoon goed dat ze zo op de huid gezeten worden. Mensen die het niet zo nauw nemen met hun verantwoordelijkheden, met keurig burgerschap.
Dat is op Curaçao gewoon prettiger ‘geregeld’ voor iemand als ik. Als je eenmaal het ambtelijke molentje door bent en je zoekt de instanties niet op, dan heb je geen last van ze. Aan de andere kant zou ik wensen dat het voor andere ‘typetjes’ in deze samenleving er wel wat meer op z’n Nederlands geregeld was. Dat zou de maatschappij ten goede komen.
Kortom: het begint allemaal bij jezelf. Neem verantwoordelijkheid voor je eigen leven en je directe omgeving. Er is geen maatschappij die dat kan doen voor je, geen regering, geen instantie. Je moet het zelf doen. Natuurlijk is een beetje hulp van vrienden, familie en kennissen op zijn tijd daarbij nodig. Ook dat geldt voor iedereen. Je kunt niet alles altijd alleen. Dus ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Het zijn van die aloude dogma’s waar ik me maar aan vast houd, waar ik ook woon.
Dus wat dat betreft: Nederland of Curaçao, het maakt niet veel verschil. Het is wat je er zelf van maakt. Het klimaat, zegt u? Ach, dat is maar een ieniemienie facetje van het leven. Om het klimaat moet je nooit gaan verhuizen, dan kom je bedrogen uit. Na regen komt namelijk altijd zonneschijn, of andersom. Hier én in Nederland.