En verlos ons van de boze babyboomers

Deze week domineerden ze weer de media: een bepaald type betweterige mannen die vlak na de oorlog zijn geboren. Vroeger waren die verlicht, progressief en idealistisch, maar daar is nu niet zoveel van over, constateert Alain Verheij.

Mijn hemel, welkom in de week van de babyboomers. De generatie die ons na de oorlog voor altijd van het fascisme moest afhelpen. De generatie die het land weer opbouwde en tegelijkertijd verlichte waarden meegaf. De generatie die ons verloste van alle naar spruitjes riekende waarden, meningen en regeltjes die de kerk van de jaren ’50 ons op wilde dringen. De generatie die tiener was tijdens de Summer of Love, de idealistische hippie-protesten en de seksuele revolutie.

En nu dan Jeroen Pauw

Nu zitten we met zo’n Jeroen Pauw (1960). Wat doet hij tegenwoordig? Hij mag nog graag met andere babyboomers grappen en grollen over de Bijbel die inmiddels geen hond meer leest. Letterlijk tenhemelschreiend zwakke televisie. Maar komt hij vers idealisme tegen, dan smoort hij dat het liefst in de kiem. Zo was daar deze week Anne Fleur Dekker.

Dekker, activist, publicist en (toen nog) politiek medewerker van GroenLinks in Hilversum, zat aan tafel omdat zij op advies van de politie moest onderduiken voor boze neonazi’s. Ze had een kritisch blog over Thierry Baudet geschreven, waarna het Forum voor Democratie én Geert Wilders hun horden op haar afstuurden door wat oude tweets uit hun verband te trekken om haar verdacht te maken. Fris verhaal.

De reactie van Jeroen? ‘Nou ja, helemaal ondergedoken… Je zit ook hier aan tafel, hè’. Ja, dat zit ze. Onder politiebegeleiding, dat wel. Maar van Jeroen Pauw mag Anne Fleur vanaf nu zelf stevig in de tang.

En nu dan Ed Nijpels

Veel hoeft Pauw daar niet voor te doen, want aan dezelfde tafel zit toevallig babyboomer Ed Nijpels. Mijn hemel, Edje Nijpels. In 1968 werd hij lid van de VVD, zegt Wikipedia. In datzelfde jaar begonnen de ouders van Anne Fleur Dekker ongeveer zindelijk te worden. Dat enorme leeftijdsverschil moest en zou benadrukt worden, want Ed brak tot vier keer (vier keer!) in tijdens deze uitzending. Met dit soort pareltjes van eloquentie:

‘Je moet wel beseffen, op social media is het buitengewoon riskant om dit soort grappen te maken. Maar voordat je het weet wordt het uit de verkeerde context… eh… getrokken. Maar dan moet je wel een soort onderschrift gebruiken. Kijk, ik begrijp jouw humor, hoor.’

Anne Fleur Dekker reageert met de opmerking dat de gewraakte, door Geert Wilders vals geframede tweet helemaal niet als humor was bedoeld. Het komt even niet binnen bij oudoom Ed Nijpels, want hij neemt weer het woord voor een stukje levenservaring:

‘Je mag humor hebben. Je mag grappen en grollen maken. Maar ik vind wel dat je moet beseffen, dat als je dit soort dingen post, dat je dan toch een beetje…’

Een twittercollege van een oude patriarch

‘Jij kunt toch niet zomaar op Twitter allerlei dingen gaan twitteren zonder dat je beseft dat wat je twittert, dat dat ook bij mensen bepaalde ideeën oproept, dat is een beetje naïef, ik bedoel: je bent toch niet naïef… Jij voert actie, jij twittert, jij tweet, en ik vind dat jij gewoon ook een beetje mag nadenken over de gevolgen van je tweet… Dit zijn natuurlijk niet helemaal naïeve tweets.’

U hoort het: je hoeft Ed Nijpels (1950) niets over het medium Twitter te vertellen. Zelf kan hij op het sociale medium rekenen op een schare van 1.448 volgers, tegenover de 15.385 van zijn jonge tafelgenoot. Dat weerhoudt Ed uiteraard niet van een pedant grootvaderlijk college over Twitter. Het slotbetoog van Nijpels:

‘Ik hou van jongeren die een beetje in opstand komen, die revolutionair zijn… Het enige dat ik zeg: vooral als je gaat tweeten, en je gaat dit soort boodschappen tweeten, denk dan even na en realiseer je soms dat er andere consequenties aan vastzitten, ook al bedoel je dat niet zo…’

Wat we zien is een oude, vermoeide man met een Twitter-fobie die vier keer een gesprek over iets waar hij niets van weet interrumpeert. Dit om een andere oude man te helpen om een bevlogen antifascist zo belerend mogelijk de mond te snoeren. Dat patriarchaat dat de kinderen van de jaren ’60 achterlieten, dat is nog immer springlevend. In de vorm van de babyboomers die de kerk verlieten om vervolgens zelf oude, narrige, bekrompen predikers te worden die hun wereldbeeld graag dwingend door de strotten van jonge vrouwen duwen.

Nee, dan Theodor Holman

Dan is Theodor Holman (1953) tenminste nog eerlijker. In zijn vrije tijd mept hij graag agressief in de lucht in de vorm van briefwisselingen met een God in wie hij niet gelooft. Of hij roept, zoals de babyboomers vijftig jaar geleden ook al deden, dat gelovigen de vrijheid van meningsuiting bedreigen. Vandaag zegt hij het maar gewoon ronduit: hij wil in bed belanden met Anne Fleur Dekker. Wie niet waagt die niet wint, denkt Holman.

Net als Jeroen en Ed is Theo onderdeel van een generatie die ooit vocht voor een mooiere wereld. De jonge generatie, de vrouwen, de minderheden: zij moesten eens een keer gehoord worden door de  fascistoïde oude garde die de wereld verstjeerden met hun bommen en hun old boys monocultuur. Wat is daar nu van over?

In tegenstelling tot Jeroen Pauw en Edje Nijpels gaat Theodor al niet eens meer oppervlakkig in op de mening van Anne Fleur Dekker. Hij lacht om haar utopische dromerijen en zegt wat elke machteloze man dan maar in zijn biertje mompelt: linkse meisjes willen rechts genaaid worden. Het stinkt naar alles wat zijn generatie de kerk ooit in de schoenen schoof: naar pedoseksueel misbruik, naar de censuur van grijsaards op jong activisme, naar het spreekverbod voor vrouwen op de kansel. Papa legt het wel uit, en stil maar, anders wordt het weer billenkoek.

Nog even de ***bonusbabyboomer van de week***

Natuurlijk is het artikel hier al rond, maar een uitstapje naar Syp Wynia is hier meer dan op z’n plek. De man (1953) heeft zo zijn best gedaan voor een eervolle vermelding in het wekelijkse babyboomer-rampenoverzicht. Ook in zijn (ooit serieuze) medium Elsevier wordt Anne Fleur Dekker als een groot gevaar voor ons land beschouwd.

Zelf heeft Syp het echter druk met heel andere dingen. Zelf koud na de oorlog geboren waagt de man het om zich hardop af te vragen of het vieren van Pasen de volgende verzetsdaad wordt. In een ratjetoe van over elkaar heen tuimelende waanbeelden beweert Wynia dat dit christelijke feest al bijna de frontlinie wordt in de zware strijd tegen ‘moslim-fluisteraars’. Bewijzen heeft hij niet, maar kijk eens: Sinterklaas is ‘her en der zijn kruis al kwijt’. Waarvan akte.

De conclusie, voor zover ik die heb kunnen destilleren, is veelzeggend: Sylvana Simons (nul zetels) is de duivel, Halbe Zijlstra (tweede man bij de grootste partij) is de moedige underdog met een gevoelige antenne voor het behoud van onze prachtige cultuur. Dan zijn we toch weer terug bij al die andere Jeroens, Eds en Theo’s. Voor hen is het niet meer de dominee, maar wel gewoon graag de dominante rashollandse man die het publieke gesprek stevig in z’n van angst en nijd trillende handjes moet houden.

Dit alles, lieve mensen, is hoe het is afgelopen met die ooit zo veelbelovende generatie babyboomers. Where have all the flowers gone? Intussen speelt er in den Haag ook nog een achterhoedegevecht tussen de progressieve hippies en de kerkelijke orthodoxen van toen. Thema: ‘Voltooid leven’ versus ‘Waardig ouder worden’. My sweet lord.

Eerder werk van Alain Verheij

Een diepte-analyse van Jeroen Pauw over de Bijbel

Een brief van God aan Jeroen Pauw

Een brief (nee, twee brieven) van God aan Theodor Holman

Mijn gekozen waardering € -

Alain Verheij is gefascineerd door alle plaatsen en momenten waar tijd en eeuwigheid elkaar ontmoeten. Denk daarbij aan kunst, cultuur, religie en schoonheid in de breedste zin van die woorden. Verder heeft hij een groot zwak voor taal en promoveert hij op het Ugaritisch.