Het begint net hard te regenen op de Oudezijds Achterburgwal, alsof iemand een reusachtige douche heeft aangezet. Het is zaterdag 3 september, tussen elf en twaalf uur ‘s avonds. Ik sta met een gezelschap voor het monument dat herinnert aan de grote, aangestoken Casa Rosso-brand van 1983. In de nacht van 16 december van dat jaar stierven hier maar liefst 13 mensen door een brand die was aangestoken door een ontslagen medewerker. Nu rest alleen nog het metalen monument, met het opschrift uit het Oude Testament in de Bijbel: ‘De ochtend is gekomen, maar het is nog nacht’.
Dan is er rechts van ons rumoer. Even glimlach ik om wat er nu weer aan de hand kan zijn in het ‘red light district’, tot twee jongens komen langsrennen die het kennelijk te heet onder de voeten is geworden. Dat werkt verontrustend. Er lijkt iets gewelddadigs aan de hand te zijn, maar we kunnen alleen de paniek horen, en niks zien. Plotseling is de sfeer op de gracht grimmig. Mijn gasten stellen voor er vandoor te gaan, terwijl ik het zelf nog wat probeer te relativeren. Maar als een van hen terecht opmerkt dat iemand misschien een mes heeft, lopen we weg.
Schokkend beeld
We beklimmen de tijdelijke brug bij de Stoofsteeg, en kijken vanaf daar terug. We zien een schokkend beeld. Dat bestaat uit een kluwen van een stuk of vijf jonge mannen die op de kade uit alle macht op elkaar inslaan, in de stromende regen. Het gaat hard tegen hard, precies op de plek waar wij nog geen drie minuten terug stonden. Het is een naar gezicht. Tientallen mensen die onder de gevels schuilen voor de regen zijn er getuige van. Maar het is ook weer zo druk dat de vechtpartij enigszins wegvalt in de mensenmassa. Ik neem mijn groep de eerste de beste steeg in, om ze niet bloot te stellen aan het snel dichterbij komende geweld. Als journalist was ik hier normaal gesproken blijven observeren, nu voel ik me verantwoordelijk voor de mensen die op mijn kennis van deze buurt vertrouwen.
We zien jonge mannen uit alle macht op elkaar inslaan, in de stromende regen
Ruim tien minuten later zie ik vanuit een kroeg op de Nieuwmarkt een ziekenwagen in de richting van de plek des onheils rijden. De volgende dag lees ik dat een 32-jarige man tijdens de vechtpartij in coma is geslagen. De dag erna blijkt hij te zijn overleden.
Wat hebben wij gezien deze avond, en hoe veilig zijn de Wallen eigenlijk voor de tienduizenden bezoekers die hier ’s avonds rondlopen? Het feit dat ik er zo ongeveer getuige van was dat iemand is doodgeslagen, is onder mijn huid gekropen. Achteraf blijkt dat de fatale klappen niet binnen ons gezichtsveld zijn gevallen. Maar we waren kennelijk maar 100 meter verwijderd van de plek waar een mensenleven eindigde. Tegelzetter Robert Gerritsen liet een vrouw en twee jonge kinderen achter.
Guur
Als verslaggever was ik al een tijd van plan om wat later op de avond eens een kijkje te nemen in het Amsterdamse ‘red light district’. Ik had dat jaren eerder al eens gedaan tijdens de research voor een verhaal, en ik ontdekte dat de sfeer na 12 uur inderdaad agressiever is. De drank is meer in de man, en zodra de coffeeshops om één uur sluiten, duiken er ook meer straatverkopers van illegale drugs op, die hun klanten nog weleens willen intimideren of zelfs beroven.
Sinds drie jaar geef ik als journalist ook rondleidingen over de Wallen, met vooral kleinere groepen. Ik vertel over de reportages die ik in deze buurt maakte en ik geef de achtergronden bij het Nederlandse prostitutie- en drugsbeleid. Tot nu toe heb ik dat pakweg 100 keer gedaan, en de laatste jaren heb ik nog nooit geweld gezien in het gebied, op een met zijn vuisten dreigende man na die werd geweigerd bij een kroeg op de hoek van de Stoofsteeg, en een doorgedraaide verwarde persoon die niet wilde worden ingerekend en zich hevig verzette. Van mijn (Duitse) gasten kreeg ik wel vaak de vraag waarom er toch zo weinig politie rondloopt in de buurt. Mijn antwoord luidt dan dat de politie wel degelijk snel ter plaatse is, als er wat gebeurt. Daar ben ik regelmatig zelf getuige van geweest. Daarnaast meld ik dat Amsterdam 1 van de 10 veiligste steden ter wereld is, wat twee jaar terug uit onderzoek naar voren is gekomen.
Opgewonden
Ondanks die bezwerende woorden, was het de afgelopen weken dus toch weer een aantal keren flink raak in het gebied. Afgelopen zaterdag was ik er getuige van hoe de politie een aantal aanhoudingen verrichtte. Op de voormalige ‘pillenbrug’ stond een ambulance, met daarnaast een zich opgewonden gedragende man met een snee onder zijn oog. Ook deze keer besloot ik met mijn gasten een kleine omweg te maken, om de locatie te omzeilen waar het helemaal vaststond met publiek, politie en ambulance. Halverwege de Zeedijk lag een jongen bewegingloos op de grond, wezenloos uit zijn ogen kijkend, met verderop een door de vechtjassen omgeduwde politiemotor. Ter hoogte van club Casablanca werden twee jongens gearresteerd, waarvan er eentje bloed op zijn overhemd had. Het was weer mis op de ‘burgwallen’. Stadszender AT5 meldde de volgende dag dat er een massale vechtpartij had plaatsgevonden, die was begonnen op de dezelfde Voorburgwal, voor de automatiek van de FEBO. Daarbij waren stukgeslagen glazen gebruikt als wapen.
Halverwege de Zeedijk lag een jongen bewegingloos op de grond, wezenloos uit zijn ogen kijkend
Er gebeurde meer. Een aantal Britse toeristen bood op 16 september een bij de politie bekende dronkaard een tientje om te gaan zwemmen in de Oudezijds Voorburgwal. Een werkelijk bizar verhaal, want de man kwam vervolgens door verdrinking om het leven. Op dinsdag 20 augustus was het weer raak in het centrum. In de Amstelstraat, op vijf minuten lopen van de oude stad, werd een 46-jarige toerist op klaarlichte dag door twee mannen aangevallen en vervolgens met een mes neergestoken. Waarom is niet bekend.
Politie vertoont zich niet
‘De Wallen zorgen wel voor zichzelf’, antwoorde een bekende pas nog op naar aanleiding van het dodelijke incident, en mijn opmerking dat de politie er niet vaak aanwezig lijkt te zijn. Een andere bron vertelde dat de politie zich niet veel op de Wallen vertoond, omdat er ‘haast nooit wat gebeurt’. Het zouden de woorden zijn van een politiechef in het gebied. De politiechef gaf aan dat er alleen verstoringen van de openbare orde zijn, bij grote voetbalwedstrijden, waarbij hooligans het gebied opzoeken. Dan is er juist wel veel politie aanwezig. Maar een politieagent uit een andere grote stad laat weten stomverbaasd te zijn dat zijn collega’s zich op de Wallen nauwelijks vertonen. ‘Ook al is dat maar om preventieve redenen. Bij ons lopen ze op zaterdagavond standaard in koppeltjes rond.’
Politieagent uit andere stad is stomverbaasd dat zijn collega’s zich op de Wallen nauwelijks vertonen
Er zijn meer meningen over de politie-inzet op de Wallen. Zoals die van een kroegbaas op de Zeedijk: ‘Er schijnen ’s avonds maar 8 man beschikbaar te zijn voor dit gebied’, sneert hij. ‘Ja, en twee zakkenrolteams.’ Op die informatie krijg ik dezelfde avond nog een reactie van een Rotterdamse politieman: ‘Bij ons krijgen we dat niet eens voor elkaar, voor zo’n klein gebied.’ Met andere woorden: acht man is een weelde.
Vechtende Britten
Het lijken vooral de dronken Britten te zijn die voor veel overlast zorgen. In het tv-programma ‘Lauren!’ van de NPO merkte een verkoper van een seksshop vorige week op dat dronken toeristen het grootste gevaar vormen op de Wallen. En dat is niet iets van de laatste tijd. Een uitsmijter van een café in het gebied vertrouwde me toe dat hij eens met zes beschonken Engelsen in gevecht moest. De voormalige bokser vertelde dat verhaal niet met pretogen na. Hij merkte erbij op dat hij nog op moet passen met wat hij doet. ‘Van de politie krijgen we niet meteen het voordeel van de twijfel, als we hebben moeten ingrijpen. Dat maakt ons werk nog lastiger.’
Wat tijdens de vechtpartij op 3 september opviel, is dat de portiers van de Casa Rosso inderdaad niet geneigd leken in te grijpen, terwijl de vechtpartij zich toch bijna tot voor hun deur voltrok. Aan de ander kant: zij staan ervoor om de club te beveiligen, niet om de openbare orde op straat te handhaven.
Een vrouw die als studente ooit in een café op de Achterburgwal werkte, vertelt dat de barkrukken uit de kroeg soms verdwenen, omdat de Engelsen elkaar daarmee buiten om de oren stonden te slaan. ‘Maar mij lieten ze altijd met rust. Ik had ook een soort afspraak met de portier van de club ernaast dat ze me zouden beschermen. Toen ik dat een keer nodig had, kon ik ernaar fluiten trouwens.’
Verdrietig
De laatste weken klagen de bewoners van de Zeedijk. Ze zeggen overlast te ervaren die ze doet terugdenken aan de tijd van de heroïnejunks, in de jaren tachtig. Het gaat dan onder meer om het toegenomen aantal straatverkopers van illegale drugs. Ook die maken slachtoffers. Denk aan het geval van de drie Britse jongens die twee jaar terug stierven aan de gevolgen van het gebruik van witte heroïne, dat verkocht werd als coke. Vorig jaar was ik aanwezig bij de rechtszaak, waar de moeder van een van de jongens haar emotionele relaas deed. Dat verhaal was zo intens verdrietig, dat zelfs de tolk het niet drooghield. Maar boos op Amsterdam was ze niet: ‘Twintig jaar terug ben ik hier zelf met mijn man geweest om hier een leuke tijd te hebben. Nooit had ik gedacht nog eens om zo’n droevige reden terug te moeten keren. Maar aan de stad ligt het niet. De gemeente heeft ons met alles zo goed geholpen. Ik vraag me wel af hoe het kan dat zo’n gevaarlijke drug op straat verkrijgbaar kon zijn.’
Bij haar laatste opmerking kun je trouwens een kanttekening plaatsen. Het is de vraag naar de illegale drugs van al die Britten die Amsterdam als ‘party town’ zien die het aanbod creëert. In die zin heeft het niets met de Nederlandse situatie te maken, maar met de hordes toeristen die hier komen doen wat God in hun eigen land verboden heeft. Niet voor niets plaatste de stad na de dood van de Britse jongens in 2014 elektronische borden die waarschuwden tegen het kopen van illegale drugs op straat. Een verkoper werd toen wel aangehouden en veroordeeld voor de verkoop van de witte heroïne. Het waren twee Denen die in waren gegaan op het aanbod om coke van hem te kopen. Informatie over bij wie hij zijn dope gekocht had, wilde de dealer aan de politie niet kwijt, bleek tijdens de rechtszaak.
Sluiting politiebureaus
Het sluiten van een aantal politiebureaus in het Wallengebied heeft bij bewoners en betrokkenen de wenkbrauwen doen fronzen. Na de sluiting van het beruchte bureau Warmoesstraat in 2000, na de slechte naam die het bureau onder meer door corruptie van een aantal agenten had gekregen, was het vorig jaar de beurt aan bureau Beursstraat. Deze keer vanwege bezuinigingen. Beursstraat was het bureau waarover een voormalige politieman trouwens beweert dat de ingang aan de Warmoesstraat-zijde ooit zou zijn dichtgemetseld, om het aantal aangiftes uit de buurt niet te hoog te laten worden in de statistieken.
Natuurlijk zijn de tijden van de heroïneverslaafden voorbij en is de laatste junk zo’n vijf jaar terug voor het laatst gezien. Er hangen inmiddels ook minstens veertig politiecamera’s in de buurt, goed zichtbaar voor de passerende bezoekers van de buurt, waar toezicht mee kan worden gehouden. In het jaar dat zij werden opgehangen, in 2007, gaf Casa Rosso-baas Jan Otten tegenover mij al aan dat dit ‘veel eerder had moeten gebeuren’. Het zorgde ervoor dat de laatste verslaafden min of meer uit de buurt verdwenen, hoewel dat vast meer te maken had met de vrije heroïneverstrekking en de afschrikwekkende werking van het uiterlijk van de junks op de volgende generaties drugsgebruikers. Wel doken zij verderop in de Weesperstraat weer op. Het mooiste verhaal was destijds dat van de junk die met een stuk karton langs de camera’s liep om niet herkend te willen worden, maar daardoor natuurlijk al snel in de gaten liep.
Onlangs werden er honderden uren camerabeelden bekeken door de Amsterdamse politie, om de aanleiding en de oorzaak van het overlijden van Robert uit Voorthuizen vast te stellen. Maar het was die bewuste avond zo druk in het Wallengebied, dat zelfs de politie moeite heeft de vechtenden uit elkaar te houden. Op de bewuste avond kwam ik met mijn gasten uit de Oude Kennissteeg. We passeerden nog geen vijf minuten voor de vechtpartij daar uitbrak, de Majoor Bosshardtbrug, midden in het centrum van het ‘red light district’. Het was er zo druk en onrustig, dat ik niet eens een plek kon vinden om met de groep te gaan staan.
Sabel
Zo’n tien jaar geleden interviewde ik voormalig hoofdcommissaris Joop van Riessen over zijn loopbaan als politieman in de stad. Hij vertelde dat toen hij zijn carrière begon, de politie nog met de sabel de vonken uit de straat sloeg als er relletjes waren. Hij vond het saai geworden in de oude stad: ‘Het is hoog tijd dat er weer eens wat gebeurt op de Wallen.’ Dat lijkt inmiddels het geval. Burgemeester Van der Laan (PvdA) heeft inmiddels erkend dat er te veel is bezuinigd op de handhavers in de stad, en dat er wat moet gebeuren. De eigenaar van een tabakszaak aan de rand van de oude stad: ‘Het is hier een gekkenhuis geworden.’