Het stralende gezicht van organisator Goran Miletić zegt alles, als hij voorop loopt in de Belgrado pride. ‘Ongelooflijk’, zegt hij. ‘Ik ben sprakeloos.’ De afgelopen drie parades die hij hielp organiseren werden door de autoriteiten verboden, en ook nu weer was de wandeling tot het laatste moment onzeker.
Een blik op de stoep maakt duidelijk waarom. Gemaskerde gendarmes staan in dubbele rijen opgesteld. Het hele stadscentrum is afgesloten voor een wandeling van 750 meter. Hier en daar rijdt een pantservoertuig. Of al die bewaking ook echt nodig is, is moeilijk te zeggen, maar niemand wil het risico nemen na de pride van 2010, toen honderd agenten gewond raakten bij een reeks aanvallen van hooligans die de pride belaagden.
‘In 2010 probeerde ik er ook bij te zijn, maar dat lukte niet door de rellen’
Veel deelnemers zijn bang, hebben zichzelf moeten overwinnen om hier te zijn. Een vrouw krijgt bij het eindpunt tranen in haar ogen. ‘In 2010 probeerde ik er ook bij te zijn, maar dat lukte niet door de rellen. Het is een emotionele dag om hier nu te staan.’
Het mag een keertje
Grote rellen bleven deze keer uit. De politie had een dubbel cordon om de binnenstad geplaatst om tegendemonstranten te stoppen. Groepjes relschoppers zwierven her en der rond, op de voet gevolgd door gendarmes in gepantserde wagens. Desondanks waren er incidenten, maar niets op de schaal van de veldslag van 2010.
‘Het is politiek geen goed moment voor rellen, en dus blijven ze uit’, bromt een deelnemer. Veel mensen zijn ervan overtuigd dat de politieke partijen dit soort hooligans aan een touwtje hebben en ze laten opdraven als onrust een politiek belang dient.
Dat politieke belang was in dit geval inderdaad ver te zoeken. Servië wilde een positief signaal sturen aan de Europese Unie, die kribbig wordt over de houding van deze EU-lidmaatschapskandidaat. Drie verboden op rij zaaiden twijfel aan de waarde die het land hecht aan vrije demonstratie, tolerantie en het inperken van de macht van dergelijke groepen hooligans. De Servische neutraliteit in het conflict van de EU met Rusland komt daar nog eens bovenop.
Her en der gaan geruchten dat Servië de ‘Montenegrijnse methode’ heeft toegepast. Dat land organiseerde vorig jaar een succesvolle pride, naar verluidt omdat de politie hooligans had gedreigd om zich in hun criminele activiteiten te verdiepen als ze de parade niet met rust lieten.
Het derde Servië
Maar het garanderen van een veilige parade is iets anders dan het overbruggen van tegenstellingen. Servië blijft diep verdeeld over de parade, en het is een brandpunt geworden waarop allerlei andere identiteitskwesties samenkomen. Religieus versus seculier, conservatief versus progressief, EU versus Rusland.
‘Wij verzetten ons tegen de totalitaire propaganda van de gaystapo’
Een demonstratie tégen pride trok zaterdagavond ook enkele duizenden mensen. Dit is het ‘derde Servië’, zoals ze zich noemen. Velen droegen ikonen, kruizen en t-shirts waarop ze steun aan Rusland betuigden. Een Russische gastspreker kreeg luid applaus toen hij de menigte de sympathie van president Putin overbracht.
Organisator Vladan Glišić wil een duidelijk onderscheid maken tussen zijn protest tegen wat hij ziet als het opdringen van waarden door een minderheid, en het geweld dat radicale groepen gebruiken. ‘Wij verzetten ons tegen de totalitaire propaganda van de gaystapo, maar dat doen we vreedzaam’, zegt hij in de marge van de demonstratie.
Maar niet iedereen denkt er zo over. ‘Vermoord de flikkers’, scandeert een groepje jongeren. ‘We krijgen ze echt wel’ voegt één van hen toe als de organisatie hem tot stilte maant.
Hier kan de regering, die toch voortkomt uit de ultraconservatieve beweging, op geen enkele sympathie meer rekenen. Premier Vučić dreigt rechts te worden ingehaald. Hij wordt hier door het publiek routinematig uitgemaakt voor homo, of voor nazi.
Balanceren
Servië lijkt zondag weer eens een balans te hebben gevonden tussen conservatief en progressief, en tussen oost en west. Maar die act wordt er niet makkelijker op.
Vučić laat dan ook geen gelegenheid onbenut om zijn gebrek aan enthousiasme voor pride te tonen. ‘Ik heb andere verplichtingen, maar ook als ik die niet had, zou ik niet meelopen. Dat is mijn democratisch recht’, liet hij vooraf weten. Na het relatief succesvolle verloop van de parade was hij vooral trots dat burgers zich aan de wet hadden gehouden. ‘Ik ben niet voor en niet tegen.’
Die voorzichtige houding geldt niet voor zijn hele regering. Ook uit eigen land liepen verscheidene prominente politici mee, zoals de burgemeester van Belgrado en de minister van Cultuur, de flamboyante pianist Ivan Tasovac. Maar veel woorden wilde hij er niet aan kwijt: ‘Ik ben blij dat het allemaal goed is gelopen. Verder is mijn mening bekend.’
‘Servië komt dichter bij de Europese waarden van tolerantie, diversiteit en democratie’
Hoe dan ook, er kon worden gelopen, ook tot vreugde van de vele internationale gezanten die mee wandelden. ‘Servië komt dichter bij de Europese waarden van tolerantie, diversiteit en democratie’, zei de Noorse ambasssadeur.
Dat kan ook een verschil maken voor de homoseksuele gemeenschap in Servië, al rekent niemand zich rijk. ‘Dit is een kleine stap’ zegt Anita Mitić, van het Jeugdinitiatief voor Mensenrechten. ‘Maar ook een belangrijke. Al is dit succes deels te danken aan politiek opportunisme, het blijft toch een overwinning. Maar het echte werk begint morgen. Werken aan mensenrechten doe je niet één dag per jaar.”
Volg Joost van Egmond op facebook, twitter, myjour of blendle