Denys zaagde als psychiater zijn patiënt Nederland door over diens klachten, omstandigheden, toekomstideeën, behandelwensen en zelfinzicht. Tommy Wieringa zette als patiënt Nederland helder uiteen wat er aan schort, met soms schurende, gevatte observaties. ‘Ik heb last van sterke stemmingswisselingen,’ verzuchtte hij. ‘Het brede midden waarin mijn leven zich voor het grootste deel heeft afgespeeld, is verdwenen. Het zijn tegenwoordig vooral hoogte- en dieptepunten.’ Of de pieken even talrijk waren als de dalen, wilde Denys weten. ‘Nou, die hoogtes verzon ik erbij, het zijn eigenlijk vooral dalen.’
Vooral over de ‘archaïsch regressieve tendens’ maakte de patiënt zich zorgen: ‘Het terugverlangen naar een tijd die niet bestaat, beloftes doen over een tijd die niet komt, en een kasteel bouwen op een fictief verleden.’ Het is een fenomeen dat hij ook elders sterk ziet opduiken. ‘Ik ben gaan geloven in eeuwigdurende vooruitgang, van almaar méér. De hysterische ontevredenheid over de kleine dingen die niet werken, daar zou ik het nog heel lang met u over willen hebben. Door de ongekende welvaart, zijn we onvermogend geworden om met tekort om te gaan. We zijn een stel ontevreden kinderen,’ verzuchtte Wieringa. En, zo mopperde hij nog even door, van literatuur als scholingsmiddel, als manier om mensen empathie bij te brengen, wordt ook het belang niet meer ingezien. Waarna het beeld van de schoolkinderen en de Franse ganzen de zaal in lachen deed uitbarsten.
Denys vroeg wat de juiste behandeling zou kunnen zijn voor z’n kwalen. ‘Ik ben bang dat er niets anders opzit dan schaarste, langdurige schaarste. Dat zal me leren! Langdurig lijden. Er is een enorm verlangen naar Nero en Tiberius, naar een fijne despoot, want dat democratische proces dat duurt al zo lang. Dat willen we straks wel weer, maar eerst gaan we alles stukmaken wat er is opgebouwd. Een Beeldenstorm zoals we die al heel lang niet hebben gezien.’
Heikele onderwerpen
‘Nederland op de sofa’ was een goed begin van een sprankelende zaterdagavond. Het ging over serieuze en heikele onderwerpen, zoals de terreur van de Islamitische Staat, maar er werd ook veel gelachen. Na de mooie, persoonlijke verhalen van zeven schrijvers over hun ‘Verborgen Stad’
Het gevaar van IS
Hierna kwam het ongemakkelijkste onderwerp van het festival: IS. Hoe moeten we de theatraal verbeelde gruweldaden van Islamitische Staat precies interpreteren? Hoe gevaarlijk is IS eigenlijk? En hoe kan de wereld daar het beste mee omgaan? Geen gemakkelijke vragen, en aan tafel zaten dan ook niet de minste schrijvers om hierover te praten.
In de eerste sessie ‘IS: The Horror Show’ sprak de uit Irak gevluchte schrijver Hassan Blasim met Arnon Grunberg en Ian Buruma. Hassnae Bouazza leidde het gesprek levendig en met kwinkslagen. Grunberg zei dat voor Europa de populistische politieke partijen een grotere bedreiging vormen dan de IS. Desalniettemin is IS een gevaarlijke en zeer gewelddadige organisatie, en wat daarop het beste antwoord is, daarover verschilden de meningen. Ze ridiculiseren, zei Grunberg. Veel aandacht hebben voor het verhaal en de propaganda, vond Frank Westerman, auteur van Een woord een woord, een boek over terrorisme. ‘Er gaat aan het voltrekken van een onthoofding altijd een heel verhaal vooraf. IS heeft een enorme behoefte om te prediken.’
Niet hysterisch reageren op aanslagen,’ voegde filmmaakster Beri Shalmashi toe, ‘want dat is precies wat terroristen willen.’ Haar ijzingwekkende openingsfilmpje – deze week te zien op Cultuurpers – maakte duidelijk dat het niet de IS is die zijn naam steeds hoeft te herhalen. Dat heeft het Westen al voor ze gedaan.
Gelijkgestemden
Met de levendige gesprekken, afgewisseld met poëzie, live tekenen en muziek, kwam een einde aan een afwisselende, boeiende (en drukbezochte) zaterdagavond. De kracht van het Winternachtenfestival is dat het elk jaar weer de vinger op de maatschappelijk zere plek weet te leggen en ook moeilijke onderwerpen aansnijdt, maar dat weet te doen met een zekere lichtheid.
Toch blijft er na dit weekend wel een vraag doorsudderen. Hoewel er een interessante uitwisseling plaatsvond tussen schrijvers, zeiden sommigen letterlijk dat ze zelf geen enkele Trump- of Wilders-aanhanger kenden. Maar zit daar nou niet juist de crux van de verdeeldheid in het huidige Westen? Eigenlijk was het beter geweest, nu Trump de nieuwe president van de Verenigde Staten is en Geert Wilders hoog in onze eigen peilingen staat, als aan het debat ook een vertegenwoordiger van de rechtse visie had gezeten. Echte veranderingen ontstaan nu eenmaal niet door alleen te praten met gelijkgestemden.