Je zou het een moderne zedenschets kunnen noemen, de lichtvoetige roman caSINO. Frieda Mulisch voert in haar boek met merkbaar plezier een herkenbare, Randstedelijke wereld op waarin hoofdpersonen Polly en Sam afwisselend aan het woord komen over hun amoureuze avonturen. Beiden hebben een goede baan, goede vrienden, maar geen vaste relatie. Terwijl in hun vriendenkring sommige relaties de eerste barstjes beginnen te vertonen vanwege overspel, of eindigen in een scheiding, schuimen zij de datingapp caSINO af op zoek naar de Ware en geven ze zich over aan hun vleselijke lusten.
‘Een herkenbaar, vermakelijk boek voor iedereen,’ omschrijft een opgewekte Frieda Mulisch haar roman. ‘Het is niet elitair; het gaat over je beste vrienden en over jezelf, als je dat tenminste durft toe te geven. Ik denk dat veel twintigers, dertigers en veertigers er veel in zullen herkennen. Wat het met je doet, die zoektocht naar liefde, of hoe je je kunt voelen als je met iemand in bed ligt terwijl je dat eigenlijk niet wilt. Alle situaties zijn echt gebeurd. Dus het is wel satire, maar ook wáár. Sommige dingen heb ik zelf meegemaakt, andere heb ik gehoord van vrienden en vriendinnen. Bij mensen van rond de veertig gebeurt er zoveel: sommige vriendinnen worden ineens verliefd op een vrouw, anderen gaan scheiden of gaan vreemd. Het is de “is dit alles?”-fase.’
Je dichtbundel werd in een column in de Volkskrant neergesabeld. Wat verwacht je bij caSINO?
‘Ik weet het niet, maar ik eis niet meer dan twee sterren.’ (Lacht) ‘Ik ga niet twijfelen aan mijn werk door wat iemand zegt. Mijn vader zei altijd: vooralsnog hebben zij het over jou, niet andersom. Het is natuurlijk niet léúk, maar ik laat me door een negatieve recensie niet uit het veld slaan. Rogi Wieg, een gevierd dichter, vond mijn dichtbundel bijvoorbeeld wel heel mooi. Voor mij was dat veel belangrijker.’
Een paar jaar geleden zei je nog dat je liever gedichten dan een roman schreef, omdat gedichten niet het terrein van je vader waren.
‘Dit ook niet.’
Qua inhoud, stijl en literair gehalte niet, maar het is wel een roman. Wat zou hij ervan gevonden hebben?
‘Ten eerste maakt het niet uit, want hij is dood. Ten tweede denk ik dat als hij nog zou leven, hij door het boek heen zou bladeren en zou vragen of ik er tevreden over ben. Ja, pap. Dan zou hij zeggen: veel geluk, ik ben trots op je. Ik weet niet of hij het zou lezen. Hij had alles al gelezen wat hij wilde, ik heb hem alleen maar met kranten gezien.’
Had je het durven publiceren, als hij nog had geleefd?
‘Ja, dit boek zeker wel. Wat ik een paar jaar geleden zei over een roman, ging over een hoogstaande, intellectuele roman. Maar caSINO kwam zo vanzelf en was zo lekker om te schrijven, daar wilde ik niet tegen vechten. Ik heb het al honderd keer gelezen en vind het nog steeds ontzettend grappig. Dus ik had het ook geschreven als mijn vader nog had geleefd. Trouwens, als Tinder vijftig jaar geleden had bestaan, had hij er ongetwijfeld op gezeten.’
Frieda Mulisch: ‘Mijn vader moest sterven opdat ik kon bloeien.’
Maar het kan geen toeval zijn dat je pas bent gaan publiceren ná zijn dood.
‘Dat is het ook niet. Ik schreef altijd al, maar ik wilde ontdekken hoe het voor mijzelf nu eigenlijk zat met dat schrijven. Mijn vader is voor mij gewoon mijn vader en niet de beroemde schrijver, maar dat ligt in de buitenwereld natuurlijk anders. Toch is er geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om onder een pseudoniem te schrijven. Ik ben Frieda Mulisch. Die naam trekt de aandacht en ik word onder een vergrootglas gelegd, maar dat kan me niet schelen.
Toen hij nog leefde wilde ik niet publiceren. Vervolgens ging hij dood, en bracht ik een dichtbundel uit. Een roman vond ik toen nog te precair, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Die grote schaduw is weggevallen. De remmende invloed zat vooral in mijzelf; dat heeft niet te maken hoe men in de buitenwereld ernaar kijkt. Begrijp je het verschil? Voor mij was hij als vader een indrukwekkende persoon, dus hij moest sterven opdat ik mezelf kon laten bloeien, wat dit betreft althans.’
Was het lastig om je eigen stijl en stem te vinden?
‘Nee, dat ging vanzelf. Mijn goede vriend Marc Allick zei: weet je wat er nog niet is? Een boek over datende veertigers, vanuit een man en een vrouw geschreven. Ik heb pen en papier gepakt en ben gaan schrijven. De karakters begonnen meteen te leven. Er was geen stoppen meer aan. Het zijn vrij korte zinnen, ik leg weinig uit, het is to the point. Dat was hoe het verhaal verteld moest worden. Ik hoop dat Polly en Sam voor de lezers hun nieuwe beste vrienden worden, zoals dat voor mij ook het geval was. Ik zag ze helemaal voor me: hoe ze eruitzagen, hoe ze praatten, wat ze voelden. Ik zou het jammer vinden als mensen Sam een nare man vinden of Polly een stom wijf. Ik vind Sam met zijn vrienden echt hi-la-risch. Maar Polly ligt me het meest na aan mijn hart. Ik hoop echt dat ze gelukkig wordt.’
Wordt die datingwereld niet juist gekenmerkt door leegte?
‘De seks waaraan zij zich overgeven, die zoektocht naar liefde, fascineert me. Vrouwen denken vaak door middel van seks dichter bij iemand te komen, opdat ze uiteindelijk liefde zullen krijgen. Mannen willen soms alleen maar seks, maar die neuken toch ook liever met iemand van wie ze houden en die van hen houdt. Het líjkt allemaal heel leeg, omdat je met een willekeurig iemand in bed kunt belanden terwijl het niets oplevert en je er later echt geen mooie herinneringen aan zult koesteren. Maar als je dieper kijkt, is het juist het tegenovergestelde van leeg, want die zoektocht draait om een diep verlangen dat je probeert te realiseren. Dus dan maar zoeken, want wat moet je anders? Als je alleen thuis blijft zitten, gebeurt er al helemaal niets.’
Stel dat het boek wordt neergesabeld in de recensies…
‘… dan schrijf ik expres deel twee!’
Hoe hoog reiken jouw literaire ambities?
‘Al lezen maar drie mensen het boek, ik hoop dat ze er net zo om zullen lachen en van zullen genieten als ik. Ik heb geen ambitie, behalve dat ik wil blijven schrijven. Misschien word ik vanwege dit boek straks gevraagd als vaste seksadviseur voor een krant of tijdschrift, je weet het niet. Word ik ineens beschouwd als de expert op het gebied van geheime liefdes. Hoe heette die vrouw vroeger ook alweer, Margriet of Miep? Mona! Ik word gewoon de Mona van de seks. Maar dan geef ik vast héél andere adviezen dan zij.’
Goed om te weten
caSINO van Frieda Mulisch is verschenen bij Prometheus, € 19,99