Hoe kijk je terug op je werk als geestelijk verzorger bij het UMC Utrecht?
Ik ben nu ruim 7 jaar met pensioen, maar ben nog zeer actief. Ik was niet alleen geestelijk verzorger in het UMC Utrecht, maar eerder ook in een psychiatrisch ziekenhuis. Je gaat met mensen om die onder een vergrootglas leven. Wat me daar opviel was dat mensen geen stuwdam meer om zich heen hebben, alles komt direct binnen. Ik was in het UMC-U hoofd van een multireligieuze geestelijke opvang. Ik vond het belangrijk altijd mensen te blijven bezoeken, niet alleen te managen. De mensen in crisis hebben vaak veel meer kracht in zich, dan zij zelf voor mogelijk houden. Die kracht komt vooral tot uiting in moeilijke omstandigheden. Ik wil het niet idealiseren, er was ook veel verdriet, angst en wanhoop. Ik zie een geestelijk verzorger als een vroedvrouw, je helpt de patiënt om bij zijn eigen bronnen en kracht te komen.
Hoe doe je dat?
Het belangrijkste is de goede vragen te stellen en goed te luisteren. Socrates stond erom bekend vooral vragen te stellen. Open vragen zoals: waar haal je de kracht vandaan, hoe ging je met problemen in je leven om? In het begin denk je dat je mensen kunt helpen door oplossingen aan te reiken, dat ben ik kwijt geraakt. Het helpt niet echt, het is pretentieus.
Ook niet als mensen heel diep in de put zitten?
Als patiënten terminaal zijn probeer je ze te helpen met het laatste stukje. In de geneeskunst werkt men aan genezing, wij werken als geestelijke verzorgers aan heling. Zelf heb ik drie grote crises in mijn leven meegemaakt. De eerste keer in 2001, ik moest een prostaat operatie ondergaan, het was niet zeker of het kanker was of niet. Ik stond in de rij voor de operatiekamer en dacht: misschien overleef ik deze operatie niet. Na een tijdje gebeurde er iets bijzonders, er daalde er een enorme rust over me heen. Later heb ik die ervaring opgeschreven in een gedicht.
Is
mijn
leven
niet meer
wat het is?
het is méer
wat het is:
ik geniet van
de vereenvoudiging –
de weide van het leven
verliest
mijn gretigheid
ze herwint
haar grazigheid
Zo onthecht en bewust als in deze tekst wil(de) ik verder leven, maar dat ebt na verloop van tijd weer weg. Die bewustwording kwam weer terug bij het stervensproces van mijn tweede vrouw Yvonne. Bij die grazigheid en onthechting kwam er nog een beeld bij het oog van de orkaan. Diepe rust en stilte.
Ik logeerde een tijdje bij mijn zoon in Londen en las daar het boek A Grief Observed van C.S Lewis. Dat heeft mij mede aangezet tot het schrijven van mijn boek over het stervensproces met Yvonne. Het heet ‘De passie van leven, liefde en dood.’
In 2014 werd ik op een ochtend wakker in een ziekenhuis. Ik had een epileptisch insult, ik was niet echt verbaasd. Er werd een gat gevonden in mijn hersenen tussen een ader en een slagader. Als dat niet dicht wordt gemaakt, kan het fataal zijn. Er is 80 % slagingskans bij een operatie. Daarna kwam er een complicatie, ik moest een behandeling ondergaan in het spraakgedeelte van mijn hersenen. Bij de neurochirurg. Hij zei: “Er zijn drie mogelijkheden: u gaat dood, u krijgt storingen in uw spraakcentrum of u raakt rechts verlamd.”
Was je toen niet bang?
Natuurlijk. Ik weet nog dat ik tegen mezelf zei: ‘Als ik moet kiezen tussen spraakverlies of verlamd zijn, dan liever het laatste.’ Daar kwam ook weer een gedicht uit, het dient zich aan zoals het komt, ik ga er dan niet aan schaven. Ik raakte aan de angst voorbij, er ontstond een onthechting. Ik las later dat de neuroloog Michael Persinger de temporale kwab niet alleen benoemt als het spraakcentrum, maar ook als ‘God Experience’.
Hoe uit zich de onthechting in je leven?
Ik zie daar o.a. twee bronnen voor: Jezus en de Boeddha. Zij vertegenwoordigen de kracht en de wijsheid van de liefde. Ik houd van het leven, na die crises had ik vrede met mijn lot. Dat geeft een grote innerlijke rust. Een relativering. De derde keer gebeurde toen ik al gepensioneerd was, uit de drukte van het bestaan. We worden het leven in-geboren en we worden het leven uit-geboren: dat is het sterven.
In je boek Stemsleutels citeer je de schrijver Martinus Nijhof: ‘we worden uit en naar stilte geboren’.
De laatste levensperiode van Yvonne was het ervaren van volstrekte stilte in het oog van de orkaan. Om het bewuste leven door die ervaring ontwikkeld te onderhouden, ga ik twee keer per jaar op retraite in Chevetogne in België en begeleid daar samen met een collega een groep. Het summum van onthechting in een Byzantijns klooster.
Het oog van de orkaan is ook eenzaamheid en verlatenheid.
In het begrip monnik zit ook het woord alleen zijn. Als je een icoon schildert onthecht je je ook, het is een soort meditatie. Een westerling kijkt naar een schilderij, een oosterling voelt zich aangekeken door de schildering.
Iets anders: je kent mensen die zich bekeerden tot de Islam.
Die ken ik van heel nabij. Ze gaan dan vaak door een fanatieke periode heen. Dat kan zo blijven, maar het kan ook milder en opener worden. Een mooi voorbeeld is Abdulwahid van Bommel, die onlangs een soort kinder-Koran schreef.
Een andere, professionele ontmoeting met de Islam was in 1996, toen ik in het UMC Utrecht hoofd werd van de multi-culturele geestelijke zorg, het was een soort pioniersfunctie. Ik werd projectleider Multiculturele Geestelijke Verzorging, in samenwerking met het Ministerie van VWS. Ons team bestond uit katholieke, protestantse, humanistische, moslim en hindoe geestelijk verzorgers. Ik heb er nog diverse goede contacten, een heel netwerk met moslims aan overgehouden. Ik voel me ook erg tot het Boeddhisme aangetrokken en met name de mystiek. In de mystiek beschrijven mensen wat ze ervaren. Je probeert het spirituele in woorden uit te drukken.
Het interreligieuze is nog breder dan de oecumene.
Ja, bij de oecumene is het doel samenwerking binnen het christelijke geloof. Het interreligieuze omvat o.a. ook het atheïsme, de inheemse spiritualiteit ( Indianen, Aboriginals) en het humanisme. Het doel is samen naar vrede streven. Een koe is een dier, maar niet elk dier is een koe. In het UMC was de Joodse groep ondervertegenwoordigd. Die groep was zo klein dat we geen rabbijn konden aanstellen. Een voorstel van de toenmalige RvB-voorzitter in het UMC-U Cerfontaine en mij om joodse geestelijke verzorging landelijk te subsidiëren haalde het helaas niet.
Onlangs ben je geweest in Libanon, wat deed je daar?
Mijn dochter heeft in Libanon gewoond. Mijn kleindochter was er onlangs een paar maanden. Mijn dochter wilde haar opzoeken en toen ben ik mee gegaan. Wij bezochten een vluchtelingenkamp met Syrische vluchtelingenkinderen: Bukra Ahla wat a ‘better tomorrow’ betekent. Ze vroegen mij om een naaimachine mee te nemen, om mensen daar te stimuleren zelf kleding te maken. In de school was te lezen ‘we are hungry for learning’. In totaal krijgen 120 kinderen les per dag in groepen van 20. Ze vroegen ook of wij kindertekeningen uit Nederland wilden meenemen. We gaan een project voor hen starten met o.a. in november een sponsorloop van schoolkinderen in de Amsterdamse wijk Science Park waar ik woon.
Is het daar veilig?
In Libanon wonen thans ongeveer 1,4 miljoen vluchtelingen naast de 4,5 miljoen Libanezen. Er was een wankel evenwicht na de burgeroorlog van 1975-1990. Er leven thans 30 % sjiieten, 30 % soennieten en 30 % christenen en 10 % druzen. De Hezbollah een militante beweging is daar ook actief. Door diverse mensen is mij verteld dat de grensgebieden tussen Libanon en Syrië een gatenkaas zijn waar doorheen IS-aanhangers proberen te infiltreren. Ze vrezen veel narigheid in de toekomst. Zij voelen zich niet gezien door het Westen en Amerika. Libanon is een democratisch land, maar het lijkt of het Westen geen oog voor ons heeft. Je leest ook zelden iets in de pers hier over Libanon.
Behalve als Christen voel je je ook aangetrokken door het Boeddhisme.
De verbinding tussen diverse religies vormt de mystiek. In de Oosters-Orthodoxe traditie, die ik ontmoet in Chevetogne, zegt men: ‘God is mens geworden omdat wij God zouden worden’. De mystiek benadrukt de God in jezelf. Theologen als Eckhart, Bonhoeffer, Frère Roger, de oud-prior van het oecumenische klooster in Taizé, zien God niet als almachtig. Zij geloven dat God mee lijdt in het lijden van mensen. Dat is zoiets als heling door onvoorwaardelijke liefde….