Ze was me al vaker opgevallen, ze doet opvallend onopvallend. Ze doet vreselijk haar best niet op te vallen. Haar haren vallen over haar gezicht, haar kleren verhullen alles. Eén brok onzekerheid, een toch ietwat schrijnende verschijning. Lelijk is ze niet, zijzelf lijkt daar wel van overtuigd te zijn. Stiekem wel een beetje treurig, dus.
Ook tegen mij is ze altijd kortaf en afstandelijk. Traag schuifelt ze altijd
naar de tijdschriften, semi-onopvallend kiest ze er een uit, zwijgend geeft ze het blad aan me en zonder me een moment aan te kijken betaalt ze me. Prima.
In het geschetste licht is hetgeen zojuist gebeurde toch wel extra wrang. Ze kocht weer een tijdschrift, zoals altijd. Hierbij probeerde ze het tijdschrift onhandig in haar tas te wurmen, waarna het hengsel brak en meerdere flessen keihard op de harde ondergrond kapot vielen. Ze had de volle aandacht van de stationshal, terwijl ze probeerde te redden wat er te redden viel.
Ik ben benieuwd hoe ze zichzelf morgen profileert.