Betty Croll (1962, Shiatsu therapeut) is getrouwd en moeder van vier kinderen, waaronder twee dochters van 17 en 12 jaar.
Betty: “Twee jaar geleden was de eerste campagne. Het was vlak na de massahysterie rondom de Mexicaanse griep. Ik dacht: wat is dit nu? Weer zo’n door angst gestuurd virus-alarm. Er ontstaat paniek, en mensen worden afhankelijk gemaakt van de overheid en de farmaceutische industrie. Ik geloof juist dat we als individu goed moet kijken naar onze eigen inbreng in dingen. Niet meteen met zijn allen achter een bepaalde groep aan hollen. Wat mij ook stoorde, was het pusherige karakter van de campagne. Tot drie keer toe lag er een herhaalbrief op de mat. De campagne is inhoudelijk ook erg sturend. Zo’n meisje op de folder dat zegt: ‘Het kan geen kwaad, dus waarom niet?’ Terwijl we nog helemaal niets weten over de lange termijn gevolgen. Over tien of twintig jaar, weten we pas of het écht geen kwaad kan. Toch was het niet de campagne die me tegen de inenting deed besluiten. Ik ben namelijk niet per definitie tegen inentingen. Maar er is ook een andere kant, die zo weinig belicht wordt. Namelijk het eigen gedrag dat van invloed kan zijn op wel of niet ziek worden. Wat zijn de risico’s die je loopt als je iets wel of niet doet. In dit geval ook: waar komt een ziekte vandaan en wat zijn de oorzaken? In de folder staat dat er een ‘grote kans’ is dit virus op te lopen. Maar hoe groot is groot, en hoe loop je het precies op? Waar liggen de risico’s. Ik zou, kortom, veel meer willen weten voor ik overga tot inenten.
Om meer informatie in te winnen, heb ik gekeken op de site van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken. Zij schreven er iets over, maar het hielp me niet veel verder. Ik heb uiteindelijk op mijn gevoel besloten. Stel dat we over een tijdje een vaccin vinden voor longkanker. Gaan we ons dan ook massaal inenten, terwijl we ondertussen stug doorgaan met roken? Ik geloofheel erg in preventie: aanpassen van ons gedrag. Seksueel overdraagbare ziekten zijn hoofdzakelijk het gevolg van verkeerd gedrag. Daar moet de aandacht naar toe. Hoe gaan we om met seks? Wat kunnen we doen om dergelijke ziekten te voorkomen? Meer voorlichting dus, en meer aandacht voor veilig vrijen. Op tv vertellen bekende Nederlanders laconiek over vrije seks of je hoort jongeren trots vertellen dat ze al 400 vrouwen in bed hebben gehad. Wat zijn dat voor boodschappen? Natuurlijk blijft er altijd het risico om een virus op te lopen. Maar naar mijn idee worden we té bang gemaakt. Ik wil ook niet dat het mijn kinderen zijn, maar door al die massale inentingen maken we mensen steeds minder sterk. En juist vatbaar voor virussen. Je vermindert je eigen weerstand. Ik geloof dat je af en toe ziek moet worden, om je beter te kunnen wapenen. Ik heb het uiteraard niet over risicogroepen, zoals ouderen, hartpatiënten en chronisch zieken. Maar al die anderen die niet tot een risico groep behoren, moeten af en toe ziek worden om er daarna weer sterker uit te komen. Wat betreft de HPV oproer. Mijn oudste dochter dacht eerst dat het verplicht was. Merendeel van haar vriendinnen heeft de prik wel gehaald. Wij hebben er een aantal gesprekken over gehad, met name over veilig vrijen. Dat de pil alleen niet afdoende is bijvoorbeeld. Ze begreep mijn gevoel en argumenten hierover, en was het ermee eens. Bij de volgende dochter was het geen issue meer. Wij doen het niet.”
Marije (1965, werkt in de zorg) is single moeder van drie dochters (19, 17 en 15 jaar)
Marije: “Toen de vaccinatie geïntroduceerd werd een paar jaar geleden, was het bij ons thuis gesprek van de dag. Aan tafel werd uitgebreid en open gediscussieerd over wel of niet prikken. Ook met vriendinnen van school. Ze vonden het vooral ‘eng’, en dan niet zozeer om eventuele lange termijn gevolgen, maar gewoon het prikken op zich. Toch ging merendeel van de meiden ervoor. Mijn oudste dochter was toentertijd al seksueel actief, en in de folder stond dat het voor meisjes was die nog nooit seksueel contact hadden gehad. Of in ieder geval had zij dat zo begrepen. Zij viel dus sowieso af. Voor mijn andere dochters was ik meteen vóór. Om een aantal redenen. Ten eerste omdat ik als meisje van een jaar of dertien een polio-uitbraak heb meegemaakt. Het heeft veel indruk op mij gemaakt! Wij woonden in de buurt van Staphorst, waar veel mensen zich op basis van hun geloof niet lieten inenten. Ik heb van dichtbij mensen ziek zien worden en overlijden. Vreselijk! Ik herinner me nog goed hoe blij ik was, dat ik wél was ingeënt. Godzijdank! Niet inenten, associeer ik met spelen met je leven. Ik heb mijn dochters altijd keurig ingeënt tegen alles. Waarom risico’s nemen als het niet nodig is?
Tweede reden waarom ik mijn dochters zo goed mogelijk beschermd wil hebben, is dat er in de familie van hun vader veel kanker voorkomt. Geen baarmoederhalskanker, maar wel borstkanker, darmkanker en andere vormen. Er zit een gevoeligheid in de genen. Ik wil alle mogelijke voorzorgmaatregelen nemen. Tot overmaat van ramp, werd vorig jaar bij mij baarmoederhalskanker geconstateerd. Ik had een tijdje daarvoor een uitstrijkje laten maken, en moest voor diabetescontrole naar de huisarts. Totaal onverwacht kreeg ik te horen dat het uitstrijkje niet goed was. De weken die volgden, verliepen als in een roes. Alles was ineens onzeker. Mijn leven stond op het spel. Ik moest zo snel mogelijk naar het ziekenhuis voor een biopsie. De uitslag was niet goed: Cin 3. Ik kreeg het dringende advies het ‘afwijkende gebied’ te laten verwijderen voor het verder zou uitzaaien. Vorig jaar, op oudejaarsdag, is alles bij me weggehaald: baarmoeder, baarmoederhals, eierstokken… Het was een ingrijpende operatie. Ik ben het nog steeds aan’t verwerken. Tegelijkertijd ben ik ontzettend blij en dankbaar dat ik nog leef en dat ik weer gezond ben. En nog blijer ben ik, dat in ieder geval twee van mijn dochters zijn ingeënt en beschermd. Dit lot hoeft hen niet te overvallen. Ik zou het mezelf nooit vergeven als zij ziek zouden worden, terwijl de vaccinatie voor handen was…”
*Marije wilde liever niet met haar eigen naam meewerken aan dit artikel.
De prik tegen baarmoederhalskankerprik (HPV inenting): hoe, wat en waarom?
HPV staat voor Humaan Papilloma Virus. Er zijn momenteel meer dan 100 verschillende typen HPV bekend, waarvan de meeste zeldzaam en ongevaarlijk. HPV’s zijn de veroorzakers van (o.a. genitale) wratten. Ongeveer 30 typen HPV worden gezien als een SOA, een seksueel overdraagbare aandoening.
Van alle SOA’s, komt HPV het meest voor. Ongeveer 80% van alle mensen is ooit besmet (geweest) met HPV. In de meeste gevallen heb je nergens last van, al kun je als drager wel andere mensen besmetten.
Sommige HPV varianten kunnen leiden tot baarmoederhalskanker. 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker, wordt veroorzaakt door twee specifieke HPV varianten. De HPV-inenting beschermd tegen die twee varianten. Bij meer dan 600 vrouwen wordt jaarlijks baarmoederhalskanker geconstateerd. Ongeveer 200 vrouwen overlijden per jaar aan deze ziekte.
De HPV inenting bestaat uit drie prikken in de bovenarm. Tussen de eerste twee prikken zit een maand, tussen prik 2 en 3 zitten 5 maanden. Die tussentijd is nodig voor een goede opbouw van de afweerstoffen. Soms kunnen er op de dag van de prik en de dag erna, milde klachten optreden zoals spierpijn in de arm, misselijkheid, moeheid, hoofdpijn en koorts.
De HPV inenting wordt gegeven aan meisjes in het jaar dat ze 13 worden, zodat ze beschermd zijn voor ze seksueel actief worden.
De prik geeft geen garanties. Je kunt nog steeds baarmoederhalskanker krijgen, maar je bent wel tegen de belangrijkste typen. Ter aanvulling op de inenting, wordt geadviseerd vanaf je 30e regelmatig uitstrijkjes te laten maken.
De HPV inenting werd in 2009 in Nederland door de overheid geïntroduceerd met een grote vaccinatiecampagne. Slechts 52,3% van de benaderde meisjes liet zich daadwerkelijk drie keer enten. De opkomst is beïnvloed door berichten in de media. Ook was er te weinig goede voorlichting voor de start van de vaccinatiecampagne. Uiteindelijk blijkt de opkomstwas bij meisjes met ouders met een hogere sociaaleconomische status en lager in de grote steden en bij meisjes van wie beide ouders niet in Nederland geboren zijn.
(bron: www.rivm.nl )
Wat is de huidige stand van zaken?
Ingrid Drijfhout is arts en werkt als medisch adviseur bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Ingrid: “We zien dat de rust is weergekeerd. De commotie rondom de inenting is voorbij. Het aantal meisjes dat zich laat vaccineren, neemt langzaam toe. We zitten nu op 56,4% bij de meisjes geboren in 1997 en bij de meisjes geboren in 1998 lijkt de opkomst nog weer wat hoger te worden.
De inenting is niet verplicht, maar dat geldt voor alle inentingen. De overheid biedt aan, maar het blijft een individuele beslissing. De HPV inenting zit voor meisjes geboren vanaf 1997, in het rijksvaccinatie programma en wordt dus volledig vergoed. Wij vinden de prik belangrijk omdat baarmoederhalskanker relatief vaak voorkomt. We weten ook dat baarmoederhalskanker veroorzaakt wordt door infectie met HPV. Ook als er al seksueel contact geweest is vooraf aan de prik, heeft inenten nog steeds zin. De kans dat een meisje op jonge leeftijd beide typen van het virus oploopt is erg klein. Meisjes die gevaccineerd zijn, worden simpelweg niet meer geïnfecteerd met de typen van het virus, waartegen het vaccin beschermd.
Natuurlijk blijft veilig vrijen ook belangrijk, zeker met het oog op andere seksueel overdraagbare ziektes. Maar HPV wordt niet alleen overgebracht door geslachtsgemeenschap. Het virus leeft in de schaamstreek. Dus ook voordat een meisje aan echte seks toekomt, kan strelen en voelen bij elkaar besmetting tot gevolg hebben… Als je dergelijke risico’s kunt voorkomen met een simpel prikje, zeggen wij: doen!”