Arjen Lubach heeft natuurlijk gelijk met al zijn verontrustende kritiek op Facebook, maar zeg eens eerlijk: nooit eerder bij stilgestaan? Gratis een netwerk waar je contact kunt onderhouden met je vrienden, je ei kwijt kunt over wat je maar wilt – zo lang er maar geen blote tepel te zien is – kunt reageren op het lief en leed van je vrienden, nu zelfs in verschillende smaken en dat allemaal voor nop! Dat kan natuurlijk niet. Mark Zuckerberg moet ergens zijn geld mee verdienen en dat heeft hij overduidelijk met verve gedaan. Leuk trouwens, dat eerste interview in die ranzige bermuda, Lubach noemt het zwembroek.
Gelukkig zijn er al allerlei tools waarmee je Facebook te slim af kunt zijn en ik zelf kan er als gulden stelregel nog aan toevoegen dat ik nooit aan die spelletjes meedoe als ‘Hoe zie jij eruit als je oud bent? Op welke filmster lijk je? Uit welk land ben je eigenlijk afkomstig? Want het eerste dat ze je vragen als je op die link klikt is of ze toegang mogen hebben tot je persoonlijke gegevens. Dat ligt er dus erg dik bovenop. Gewoon niet doen.
Brazilianen zeer actief
Of we accepteren dat we in de gaten worden gehouden en zetten onze tools in om het Zuckerberg en de zijnen moeilijk te maken of we betalen voor de dienst. 5 dollar per maand? Moet kunnen toch? Maar Facebook is natuurlijk niet de enige die spioneert. Wat dacht je van Google of Yahoo?
Waarom blijf ik dan toch zo graag op Facebook? Ik deel niet alleen de gezellige selfies bij de samba in Rio, ik deel mijn verhalen op Facebook. Ik maak ook reclame via Facebook. Dat is één reden. Ik hou via groepen contact met mijn collega’s en wissel belangrijke informatie uit. Dat is een andere. Ik leg contacten met specifieke groepen, zoals laatst voor een verhaal over PrEP voor mijn opdrachtgever Trouw. Maar de belangrijkste is dat ik via Facebook heel snel kan zien wat er leeft onder mijn omgeving, de Brazilianen. Bijna sneller nog dan op Twitter, dat een soberder medium is, met minder toeters en bellen.
Brazilianen zijn zeer actief op Facebook en net als iedereen delen ze babyfoto’s en selfies op het strand. Maar ze delen ook enorm veel meningen over wat er in Brazilië speelt: de politieke en economische crisis -Lula’s gevangenschap! – racisme, geweld in de sloppenwijken. Ha sloppenwijken, dat brengt me op nog iets anders. Brazilianen, vooral die van links, klagen steen en been over de macht van de grote mediaconcerns, Globo voorop. Daar valt onze Persgroep bij in het niet. Die grote concerns domineren het nieuws en manipuleren het door hun eenzijdige berichtgeving, aldus de klagers. Deels hebben ze daar ook gelijk in. De bewoners van de favelas voelen zich het minst gehoord door de grote media, maar ze hebben daar wat op gevonden: social media. Ik volg talloze favelagroepen op Facebook om te kijken wat er in die buurten speelt. Ze berichten over schietpartijen en doden, maar ook over hun culturele activiteiten en discussie-avonden. Facebook is voor deze mensen onmisbaar geworden en voor mij, die altijd op zoek is naar nieuws en informatie zo dicht mogelijk bij de bron, dus ook.
Smalen over Lula
De informatie die mijn Braziliaanse vrienden delen komt niet alleen van de grote al bekende media, maar ook van de kleintjes, die soms verrassend goed en analytisch zijn, zoals Nexo. Maar het is ook goed om de rabiaat-rechtse Antagonista (Tegenstander) te zien smalen over Lula en het linkse Fórum rabiaat-rechts of president Temer te zien afbranden. Via Facebook ben ik de blog van de altijd scherpe Leonardo Sakamoto op het spoor gekomen en de anti-corruptiebeweging Vem pra Rua (Kom de Straat op) Geen bubbel dus, by the way. Daar zorg ik zelf ook voor door groepen van allerlei pluimage te volgen. Vem pra Rua kondigt al zijn demonstraties via Facebook aan, net als alle andere protest- en belangengroepen in Brazilië. Het regent dagelijks nieuwe events om voor, tegen of over Temer, Lula, het socialisme of het kapitalisme te demonstreren of te discussiëren.
Weggaan van Facebook zou in ieder geval in Brazilië een journalistieke blunder zijn. En, dat vind ik eigenlijk net zo belangrijk, ik zou niet meer weten waar en wanneer in mijn geliefde Rio de sambakringen (rodas de samba) zijn. Mensen, dat is de dood zelf.