Ze pakt dingen graag anders aan. In het rijtje curatoren van het vernieuwde Congres Podiumkunsten, dat op 13 mei onder de naam SPOT-Live in Leeuwarden plaatsvindt, is zij de enige die zich niet met een filmpje voorstelt. Ze heeft een leeslijst opgegeven.
Vraag is: Hoezo?
‘Ik wil weinig gefilmd materiaal van mezelf op internet. Ik heb nog een hele lange carriere. Er zijn natuurlijk al heel veel fotos en films van mij online te vinden, maar ik dacht bij mezelf: misschien is het wel eens een goed idee om film- en videobeelden zoveel mogelijk te vermijden en niet heel het internet daarmee vol te plempen. Toen vroeg de organisatie of ik dan misschien kijk- en leestips had, zodat de mensen zich toch al een beetje kunnen voorbereiden op mijn programma-onderdelen. Gelukkig had ik voor Othello al een heleboel materiaal verzameld. Uit die lijst hebben zij een aantal dingen uitgekozen..’
Op de lijst onder meer een documentaire over I Am Not Your Negro van James Baldwin, en het boek Roofstaat, dat onze zeehelden in een wat minder heldhaftig daglicht stelt. Pittige kost. Worden de bezoekers overhoord?
‘Nee, het is puur ter inspiratie.’
In de aankondiging staat ook dat je iemand uit de toekomst opvoert?
‘Ik wil daar nog niet teveel over vertellen. Het moet namelijk wel een verrassing zijn. Het gaat over een toekomst waarvan ik niet weet hoe ver die van ons af ligt. Dat is aan de zaal om te bepalen. Meer kan ik er nog niet over zeggen.’
Kom je, behalve wat brengen, ook wat halen?
‘Ik ben natuurlijk wel heel erg benieuwd naar de mensen die daar gaan zijn. Het zullen voornamelijk mensen uit de zakelijke kant van de theaterwereld zullen zijn. Ik wil weten hoe die zich tot mijn thema’s gaan verhouden. En of ze er iets uit gaan halen voor hun eigen dagelijkse praktijk.’
Die dagelijkse praktijk betekent voor veel podiumkunstinstellingen ook dat ‘de regio’ belangrijker wordt. Dat wil de Raad voor Cultuur. Is er wat dat betreft nog iets te leren? Je laatste voorstelling was Othello, met een zwarte acteur in de titelrol. In de voorstelling waren racisme en wit privilege belangrijke thema’s. Was er een verschil in reacties tussen de stad en de provincie?
‘Er wordt vaak heel goed op de voorstelling gereageerd. Ik dacht dat we in de provincie de meeste kritiek zouden tegenkomen. Het interessante is dat mijn ergste nagesprek juist in Den Haag plaatsvond. Den Haag is een vrij chique stad met een grotendeels oud, wit en deftig publiek. Daar hebben we een nagesprek gehad waarbij een club van oudere dames die Shakespeare lazen, mij echt op de brandstapel wilde hebben voor mijn bewerking van Shakespeare. Dat was het naarste nagesprek dat ik ooit in mijn leven heb gehad. Wat ik had verwacht in een verre uithoek van het land, gebeurde eigenlijk midden in onze multiculturele stad.’
‘Maar een multiculturele stad zegt nog niks. Als mensen in hun bubbel leven komen ze daar niet zo snel uit. Als mensen vinden dat Shakespeare alleen museaal mag worden uitgevoerd, dan vinden ze dat. Dan maakt het niet zoveel uit waar ze wonen. Het gaat om de vraag: in welke realiteit begeef je je?’
‘Hoe kun je bijvoorbeeld in Amsterdam wonen, de stad met de meeste nationaliteiten op aarde, en daar toch niets van zien? En daar niets van willen leren? Het gaat vaak over de grote kloof tussen de stad en de provincie, en natuurlijk bestaat die ook, maar er zijn ook mensen die in de stad wonen en totaal niet buiten hun bubbel treden. Met mijn voorstellingen wil ik mensen uitdagen om op een andere manier naar de Nederlanders om hen heen te kijken.’
Heb je nog tips over hoe je een breder publiek binnen kan krijgen? Is het puur een kwestie van het aanbod, of moet er meer gebeuren?
‘Ik denk dat het aanbod moet diversifiëren. Er moet meer ruimte komen voor nieuwe verhalen, voor andere verhalen. En diversere casting. Gelukkig begint het tij al te keren, maar in de marketing wordt er nog relatief traditioneel gewerkt. Er overheerst nog steeds een soort theaterterminologie waarmee je eigenlijk al een bepaald publiek uitsluit. Ik vind dat je een theatervoorstelling moet verkopen als een rockconcert.’
‘Ik vind theatermakers, marketeers, iedereen die in het theater werkt, te bescheiden. En daarmee bedoel ik niet dat je de hele tijd moet roepen dat je de beste bent, maar dat we best wat meer uitstraling aan onze producties mogen geven. Ik probeer altijd met mijn voorstelling mensen het gevoel te geven dat ze echt een happening gaan missen.’
‘”De eerste voorstelling met persoonlijke verhalen van vier Marokkaans-Nederlandse actrices op toneel”, “de nieuwste dit”, “de meest verrassende dat”. Ik ben opgegroeid in een nieuwe tijd en schuw nieuwe vormen van marketing niet. Ik denk dat dat echt iets is waarbij veel gezelschappen en theaters nog achter de feiten aanlopen.’
Make theatre sexy again. Een avond naar theater, daar moet je bij geweest zijn.’
Goed om te weten
Op 13 mei gaat de nieuwste productie van Daria Bukvić in Den Haag in première: Melk en Dadels. Inlichtingen.
SPOT Live vindt plaats op 15 mei in Leeuwarden. Inlichtingen.