Laten we het eens over miskramen hebben

Journalist Anouk Kemper kreeg een paar jaar geleden een miskraam. Daar hoor ik niet over te praten, dacht ze. En meteen daarna: onzin, het overkomt zó veel vrouwen: laten we het er gewoon over hebben. Maar zo gewoon blijkt dat niet.

Koud terug van vakantie en bijna twaalf weken zwanger krijg ik een echo. Mijn vriend en ik kijken nieuwsgierig naar het scherm. De echoscopist is net te lang stil. “Ik heb slecht nieuws”, zegt ze. “Het kindje is in de negende week overleden.” Het verdriet valt als een zware deken over ons heen. ’s Avond drinken mijn vriend en ik een fles wijn leeg. Je moet wat, zo tussen het huilen door. De volgende dag ga ik naar mijn werk, wetend dat er iets doods in mijn lijf zit wat er nog uit moet (daarover later meer). Ik heb het er verder niet over. In plaats daarvan vertel ik semi-enthousiast over onze vakantie in Zuid-Afrika.

Miskramen doe je maar thuis
Als meisje krijg je twee dingen mee als het gaat om kinderen krijgen: pas op dat je niet zwanger raakt, en twee, als je later eenmaal kinderen hebt is je oude leven voorbij. Dat zwanger worden én blijven misschien niet zo makkelijk gaat, daar hoor je weinig over. Niet op school, niet op televisie en in de meeste gevallen ook niet van je moeder.

Dus toen ik een paar jaar geleden een miskraam kreeg was ik daar eigenlijk niet op voorbereid. Natuurlijk kende ik de statistieken wel – één op de vijf vrouwen krijgt een miskraam, vanaf 35 jaar is die kans zelfs één op vier – maar ik nam ze niet serieus.

Het gaat alleen mis in slechte films. Labiele vrouw krijgt buikpijn, stort huilend ter aarde en ontdekt rode vlek in broek. Fade to black.

Praten over je miskraam hóórt gewoon niet. Miskramen doe je maar thuis. We horen het wel als je succesvol zwanger bent, joe! Dat idee zit diep ingebakken. De eerste twaalf weken is het vrij ongebruikelijk te vertellen dat je zwanger bent. Stel dat het misgaat. In die gedachtegang zit indirect de boodschap: áls het misgaat hou dat voor jezelf. Alsof een miskraam beschamend is, of irrelevant.

Weeffout van de natuur
Aangezien praten voor mij de beste remedie is stapte ik snel over mijn schroom heen. Ik wil niet stiekem doen, ik ben gewoon die ene op de vijf. Dat maakt me geen aangeschoten wild, ik ben nog steeds dezelfde vrouw met wie je een normaal gesprek kunt voeren. Vrienden, familie en nabije collega’s, niemand reageerde ongemakkelijk of bot. En wat bleek: iedereen, echt iedereen, kende wel iemand die hetzelfde was overkomen.

Waarom hébben we het er dan nooit over? Twintig procent van de vrouwen maakt het mee. De impact is enorm, het raakt zó aan de essentie van het mens zijn. Vanwaar toch die stilte?

Het is niet dat er in de Nederlandse cultuur geen ruimte is voor moeilijke onderwerpen. Ziekte, doodgaan, uit de kast komen, van geslacht veranderen, tienermoeder zijn, gehandicapt zijn, opvoeden: over al deze thema’s verschijnen artikelen, boeken, films en televisieprogramma’s. Denk alleen al aan series als ‘Over Mijn Lijk’ (terminaal zieken), ‘Hij is een zij’ (transgenders) en ‘Vier handen op één buik’ (tienermoeders). Een soortgelijk discours over miskramen ontbreekt.

“Het is inderdaad frappant dat er weinig aandacht is voor miskramen, terwijl het de meest frequent voorkomende complicatie is bij een zwangerschap”, zegt Mariette Goddijn, gynaecoloog (AMC) en hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde (UvA). “Misschien speelt mee dat een onderwerp als transgenders meer van deze tijd is en daardoor meer aandacht krijgt.”

Pim Ankum, gynaecoloog en ‘miskraam expert’ in het AMC, is ook aangeschoven bij het telefonische gesprek. “Inherent aan een miskraam is dat veel vrouwen zich afvragen of het aan hun eigen gedrag ligt. Daar gaan ze gebukt onder. Een van onze taken is uitleggen dat hun gedrag geen invloed heeft. Een miskraam wordt veroorzaakt door een weeffout van de natuur en kan iedereen overkomen. Het is bijna een wonder dat het zo vaak goed gaat.”

Eigen schuld
In eerste instantie zag ik de miskraam inderdaad als mijn eigen schuld. Ik had blijkbaar iets verkeerd gedaan, daar schaamde ik me voor en dus had ik het er aanvankelijk liever niet over. “Praten is juist belangrijk voor de verwerking”, zegt verloskundige Tessel Man. Dat advies geeft zij dan ook aan haar cliënten. “En ik probeer altijd uit te leggen dat ze niet de schuld bij zichzelf moeten zoeken.”

Dat deed ik toch. Had ik maar geen koffie gedronken, had ik die Advil maar niet geslikt, was ik maar niet naar Zuid-Afrika gegaan. Het vrat aan me.

“Je moet dat boek van Ariel Levy lezen”, zegt een goede vriend. De Amerikaanse journalist van The New Yorker schreef ‘The rules do not apply’ (in het Nederlands uitgebracht als ‘De regels gelden niet’) naar aanleiding van haar miskraam tijdens een werktrip in Mongolië. Haar boek sloeg internationaal in als een bom, mede door haar rauwe eerlijkheid. “Ik vroeg me af: waarom praat niemand hierover?” zegt ze in verschillende interviews. “Het is een ongelooflijk intense ervaring, die héél veel vrouwen doormaken, maar als het je overkomt is er heel weinig literatuur over. So you feel insane. Omdat je zo diep rouwt om een baby die nog niet eens echt een baby was. Ben jij de enige die zo reageert op deze ervaring? Maar het antwoord is nee.” Ik verslind haar boek in een dag. Eindelijk een intelligente vrouw die zonder pathetische truttigheid – veelal de norm op diverse internetfora – het verlies beschrijft.

Verborgen verdriet
Want het is een verlies, ook al was mijn “baby” niet groter dan een druif. Ik was super zwanger, inclusief alle symptomen en hormonen. Nog even en ik kreeg een buik. Er was een naam die we allebei ‘niet stom’ vonden. We waren er volledig op ingesteld dat we in augustus ouders gingen worden. Het was veel meer dan een druif. Het was een toekomst als gezin en ineens was alles weg.

“Er is veel verborgen verdriet waar niet over wordt gepraat”, zegt Miriam van Kreij, coach en oprichter van Miskraambegeleiding Nederland. “Een miskraam kan voor vrouwen voelen als falen, omdat het hun lijf ‘niet gelukt’ is. In de schijnbaar maakbare wereld waarin we leven, is dit dan iets wat niet lukt.” Dat onderschrijft verloskundige Tessel Man: “Vrouwen hebben op dit vlak altijd de controle gehad en bij een miskraam glipt dat ineens weg. Ik denk dat dat ook maakt dat men het er liever niet over heeft.”

Het sluit aan bij de theorie van de Amerikaanse historicus Shannon Withycombe, beschreven in haar aankomende boek ‘Lost: The Meanings of Miscarriage in 19th-Century America.’ In een interview met online magazine The Cut, een titel van New York Magazine, zegt zij dat een miskraam pas vanaf de jaren ’70 een ‘silence thing’ werd. Vanwege de ruime keus aan voorbehoedsmiddelen en goede prenatale gezondheidszorg, ontstond het idee dat een zwangerschap áltijd de bedoeling is en áltijd succesvol. “Als je dan een miskraam krijgt, is het makkelijk om te denken dat het jouw schuld is, dat je iets verkeerd hebt gedaan – zeker als je de statistieken niet kent. Dat zorgt ervoor dat vrouwen zwijgen”, aldus Withycombe.

#ihadamiscarriage
Volgens gynaecoloog en hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde Mariëtte Goddijn zijn vrouwen meer open over hun miskraam dan pakweg tien jaar geleden.“Vroeger vertelden vrouwen bijvoorbeeld niet eens dat ze ooit zwanger waren geweest. Dat zie je nog zelden. Tegenwoordig delen vrouwen hun miskraam wel met een klein kringetje.”

Echt openlijk praten over miskramen blijft uitzonderlijk, maar het gebeurt wél. In hetzelfde artikel van The Cut lees ik over de social media-actie van Jessica Zucker, psycholoog en schrijver uit Los Angeles. Naar aanleiding van haar eigen miskraam startte ze in 2014 de campagne #Ihadamiscarriage, om de stilte te doorbreken. Het speciale Instagramaccount heeft ruim 24.000 volgers en werd uitgroepen tot ‘the bravest use of social media’ door Women’s Health Magazine U.K.

Uit automatisme heb ik vrijwel niemand verteld over mijn zwangerschap. Vreemd, want ik wist: als het misgaat wil ik dat ook vertellen. Maar de ingebakken mores waren sterker dan mijn eigen ideeën. Bij een volgende zwangerschap speel ik het spel niet opnieuw mee, want zo houden we het ‘miskraamtaboe’ in stand. Meer openheid biedt troost en relativering. Het kán mis gaan, maar dat ligt niet aan jou en je bent verre van de enige.

Ondergeschoven kindje
Binnen de gynaecologie was de miskraam lang een ondergeschoven kindje (pun intended). Dat veranderde toen de apparatuur eind jaren negentig aanzienlijk verbeterde. Er kwam een apparaat voor inwendige echo’s op de markt, waardoor al vanaf de zesde week kan worden vastgesteld of de vrucht al dan niet levensvatbaar is. Een vrouw hoeft namelijk niet meteen last te hebben van bloedverlies en buikkrampen wanneer het niet goed zit. “Hoe stel je een miskraam vast? Wanneer weet je het zeker en wat moet je aan met de vrouw bij wie je het vaststelt? Dat zijn onderwerpen waar we over soebatten”, zegt Ankum.

Wetenschappelijk onderzoek heeft er onder meer toe geleid dat curetteren, een operatie waarbij de baarmoeder wordt leeggezogen, na ruim vijftig jaar niet meer de geprefereerde behandeling is. Ankum: “Bij een volgende zwangerschap is het risico op een te vroeg geboren kind twintig procent hoger na een curettage. Dat is een evident nadeel dat we nog niet zo lang kennen, of erkend hebben.” Een andere optie is afwachten tot de miskraam vanzelf naar buiten komt, maar: “Dat kan weken duren. Op een gegeven moment is het psychologische elastiek overrekt.”

Ook ik was klaar met afwachten. Al drie weken liep ik rond met een dode foetus in mijn lijf. Het moest eruit. Van mijn gynaecoloog kreeg ik misoprostol, het middel dat eveneens de voorkeur heeft Ankum. “We gebruiken het sinds een jaar of zeven, acht”, zegt hij. “Je kunt de miskraam ermee opjutten. De baarmoeder komt in een andere stand en zorgt dat het naar buiten komt.”

Klinkt als het droomalternatief voor curettage, nietwaar? Je stopt vier pilletjes in je vagina, krijgt (hevige) buikkrampen en je baarmoeder duwt het weefsel naar buiten. En dat alles gewoon in je eigen vertrouwde huis.

Maar ik reageer nogal sterk op het middel. Het is alsof ik van binnen uiteen wordt gereten. Na twintig paracetamol en vier uur schreeuwen in een kussen belt mijn vriend een ambulance. Pas wanneer ik in het ziekenhuis morfine krijg gaat het beter. Ik vertel de beknopte versie van dit verhaal aan Ankum, omdat het me verbaast dat vrouwen dit thuis moeten doorstaan, zonder de juiste pijnbestrijding. “Vrouwen krijgen al sinds mensenheugenis miskramen, zo gaat dat.”, zegt hij. “We schrijven wel naproxen voor, maar deze pijnbestrijder vertraagt ook het proces.”

Een huidkleurig klontje
Terug naar het ziekenhuis, het OLVG in Amsterdam-West. ’s Nachts ga ik naar de wc om mijn maandverband te verwisselen. Op het van bloed doordrenkte verband ligt een huidkleurig klontje met een zwart ‘oogje’. Suf van de morfine loop ik naar de personeelskamer. “Ik wil iets laten zien”, zeg ik. “Het is wel een beetje onsmakelijk.” De verpleegster zegt dat ze wel wat gewend is en hurkt neer bij het maandverband. “Ja, dit is het”, zegt ze. “We gooien het niet in de prullenbak, hoor. Dat vind ik raar.” Achteraf ben ik blij dat ze dat voor mij besloot.

Is dat dan een miskraam? Nee, zo snel gaat het niet. Uiteindelijk bloed ik bijna twee maanden, omdat mijn baarmoeder een achtergebleven restje eruit moet werken. (Gemiddeld stopt het bloeden na twee weken en wordt een vrouw na zo’n zes weken weer ongesteld.) Telkens als ik naar de wc ga, word ik aan de akelige gebeurtenis herinnerd. Er is veel bloed, het stinkt, het wordt minder, het wordt meer, het is bruin, rood, roze. Ik ben erdoor geobsedeerd. Ben ik nog vruchtbaar? Word ik ooit weer mezelf? Op slechte dagen moet ik zomaar huilen, bij de visboer bijvoorbeeld. Op de betere dagen maak ik er een botte grap over. Ik durf mijn gewone spijkerbroeken niet aan, uit angst dat iemand de matrassen in mijn oma-ondergoed opmerkt. Tampons mogen niet in verband met infectiegevaar. Seks is al helemaal geen optie. Ik voel me vies, een ander, een loser.

Dat is een miskraam.

“Meer media-aandacht zou helpen om de schuld en schaamte weg te nemen. Ik denk dat bekende Nederlandsers voor een doorbraak kunnen zorgen”, zegt gynaecoloog Ankum. De deur staat op een kier. Eind vorig jaar vertelde Roxaenne Hazes openlijk over haar miskraam en ook kickbokser Rico Verhoeven sprak zich uit over de twee miskramen van zijn vriendin Jacky. Coach Miriam van Kreij pleit voor meer openheid van moeders naar hun kinderen. “Het kan al helpen als ze zeggen: ik heb drie kinderen, maar ik ben vaker zwanger geweest. Dat weten kan al uitmaken.”

Zelf wil ik met dit artikel iets bijdragen aan de ‘normaalheid’ van het onderwerp. Ik wil andere vrouwen niet verplichten net zo open te zijn als ik, ik wil alleen maar zeggen dat het kan. De schaamte, het schuldgevoel, de viezigheid: natuurlijk is het geen feest erover te praten. Maar het helpt wel.

Image by Dominic Winkel from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -