Help Hawija en hou ISIS op afstand

Vijf jaar na de Nederlandse bom op Hawija, wachten de burgerslachtoffers nog steeds op hulp. Die is nodig, om de terreurgroep ISIS, die voedt op onvrede, de wind uit de zeilen te nemen.

“In Anbar wachten nog duizenden mensen wanhopig op hulp,” zegt de Iraakse hulpverlener Abdelwahab Fadail via Whatsapp. Het zijn slachtoffers van de bombardementen die de internationale coalitie tussen 2014 en 2017 in Irak uitvoerde op de islamitische terreurgroep ISIS. In de provincie Anbar is bij de bevrijding van ISIS grote schade aangericht. “Er is niemand die hen helpt.”

Fadail werkt voor een Iraakse hulporganisatie in Kirkuk en zet zich in voor de slachtoffers van de bom die Nederlandse toestellen op 2 juni 2015 op het naburige Hawija lieten vallen. Vorig jaar heeft hij me daar rondgeleid en gesprekken geregeld met een aantal slachtoffers. Zijn NGO heeft inmiddels de dossiers afgerond van 51 families die directe verwanten verloren tijdens de enorme bomexplosie die in Hawija een grote krater sloeg, enorme schade aanrichtte en zeker honderd burgerdoden kostte.

Hawija was een bolwerk van ISIS. De groep wist in 2014 een derde van Irak te bezetten. Het was de laatste stad die het Iraakse leger met luchtsteun van de coalitie in 2017 heroverde. Ten tijde van de luchtaanval woonden er veel vluchtelingen uit andere Iraakse steden, met name uit Tikrit. Ze waren gevlucht voor de strijd om de herovering van die stad die al enkele maanden aan de gang was. Velen van hen werden slachtoffer van de Nederlandse bom.

Doordat ISIS enkele tankerbommen had klaarstaan voor het explosievenfabriekje dat het doelwit was, was de schade enorm. Velen verloren hun huizen, hun winkels, hun bedrijven en dus hun bron van inkomsten. Vijf jaar na de bom wachten alle slachtoffers echter nog steeds op hulp. Kreeg niemand dan iets van de Iraakse overheid? “Alleen een man die zeven leden van zijn familie verloor. Die kreeg 4000 dollar smartengeld,” zegt Fadail.

Tragedie

Dit is de grote tragedie in het Irak van vandaag. De strijd tegen ISIS heeft in de soennitische gebieden enorme schade aangericht. Onschuldige mensen verloren geliefden, bezit en inkomstenbronnen. Ze wachtten vergeefs op overheidssteun. Wie dat kon leende wat geld om zijn huis te herbouwen, sommigen kregen hulp van internationale NGO’s. Maar velen kregen niets, waardoor de negatieve gevoelens ten aanzien van de Iraakse regering – die even wegwaren vanwege haar inzet om ISIS te verjagen – weer groeien.

Is het onwil van de regering in Bagdad, of misschien kortzichtigheid? Feit is dat er in de landelijke begroting nooit voldoende is opgevoerd voor de wederopbouw. En feit is ook dat velen bij de overheid burgers in voormalig ISIS-bolwerken als Hawija, Mosul en Tikrit simpelweg beschouwen als ISIS-leden, of in het beste geval sympathisanten van de terreurgroep.

Hoe zit dat met die slachtoffers die Abdelwahab Fadail op zijn lijstje heeft staan? Alle 51 gevallen zijn uitgebreid onderzocht, en hebben volgens de veiligheidspolitie en de lokale autoriteiten geen banden met ISIS, zegt hij. Maar er hadden zich nog veel meer mensen bij zijn NGO gemeld, uit Mosul, omgeving van Bagdad en Kirkuk. “Die konden we niet controleren, en ik denk dat een aantal van hen wél met ISIS was.”

Maar als de afweging om slachtoffers overheidssteun te ontzeggen is, dat het moeilijk is om te voorkomen dat die steun naar ISIS-leden/sympathisanten gaat, dan is dat toch erg kortzichtig. Veel burgers waren immers eerst slachtoffer van het terreurbewind van de groep, en daarna van de strijd om haar te verjagen. Nu worden ze ook nog slachtoffer van discriminatie.

Terugvechten

Dat speelt ISIS in de kaart, die zich het afgelopen jaar aan het terugvechten is in Irak, met dagelijkse aanvallen op leger en politie, ontvoeringen en af en toe zelfs een direct treffen met het leger. De militairen hebben het aantal operaties om ISIS-cellen op te rollen en uit te roken opgevoerd. Maar tegelijkertijd keren burgers die de groep te radicaal en gewelddadig vonden nu toch terug, omdat ze zonder inkomen of steun met hun rug tegen de muur staan. Of omdat ze menen dat alles is toegestaan om die gehate regering die hele bevolkingsgroepen discrimineert en marginaliseert te verjagen.

De regering in Bagdad kampt inmiddels met enorme begrotingstekorten door de historisch lage olieprijs (de belangrijkste bron van inkomsten). En heeft vijf maanden achter de rug waarin een afgetreden premier het schip van de regering slechts drijvend hield. Gelukkig herkent de nieuwe premier Kadhimi het probleem. “In 2014 hebben we geoogst wat we hadden gezaaid. We moeten leren van de fouten uit het verleden, en niet toestaan dat de omstandigheden terugkeren die ertoe leidden dat Daesh het kon overnemen.”

Kadhimi bezocht Mosul en luisterde naar de grieven – waaronder die over het uitblijven van overheidssteun. Dat is een goed begin. Maar gezien de lage olieprijs en alle vooroordelen bij Iraakse ambtenaren, zal het voorlopig wel bij goede voornemens blijven. Toch behoeft het deel van Irak dat tot het kalifaat van ISIS behoorde dringend hulp. De omstandigheden zijn er nu veel slechter dan in 2014.

Dat komt mede door de schade die de luchtaanvallen veroorzaakten. Daardoor vervielen duizenden tot de bedelstaf, staken anderen zich diep in de schulden, zitten ondernemers zonder onderneming en wonen velen nog in beschadigde huizen.

Schadevergoeding

Dankzij het werk van Fadail en zijn NGO kon advocaat Liesbeth Zegveld voor een aantal slachtoffers van de bom in Hawija een procedure beginnen voor een schadevergoeding van de Nederlandse staat. In Hawija worden ze nu toch wel wanhopig, zegt Fadail. Waarom duurt het allemaal zo lang?

Terwijl zij tenminste nog de mogelijkheid hebben dat er iets uit Nederland komt. Dat willen de slachtoffers elders ook, en daarom namen ze contact op met de NGO waarvoor Fadail werkt. Zoals die duizenden in Anbar, waarvan hij melding maakt. Hij weet dat ze weinig kans maken. Allereerst moeten de slachtoffers achter de nationaliteit zien te komen van de bommenwerper die verantwoordelijk was voor hun leed. Dan moeten ze een advocaat vinden om in dat land een procedure te beginnen.

Het gaat niet gebeuren. Al is het voor hen te hopen dat een succesvolle procedure in Hawija een precedentwerking zal hebben voor andere landen van de internationale coalitie. Want zolang de Iraakse overheid de slachtoffers van ISIS niet kan helpen, neemt de frustratie onder hen toe. En daarmee groeit het gevaar van ISIS. Een regering die je niet helpt, daartegen verzet je je, zoals het recente Iraakse verleden al liet zien.

Klem

Niet iedereen zal zich opnieuw laten overtuigen. Maar naast degenen die financieel klem zitten zijn er de vele duizenden ISIS-families die paria’s zijn geworden. En de tienduizenden ISIS-leden in de Iraakse en Syrische gevangenissen, die de groep gezworen heeft te zullen helpen ontsnappen. En de strijders en hun leiders die na 2017 zijn ondergedoken en ondergrondse cellen vormen en leiden. De intentie en planning voor een terugkeer zijn er.

Dat voorkomen is niet alleen een rol voor het Iraakse leger. Het is iets dat ons allen aangaat, want de gevolgen zullen zich opnieuw niet tot Irak beperken. Help de slachtoffers van onze bombardementen. Compenseer of steun hen, laat zien dat ze niet vergeten worden. Geef ze een kans op een nieuw leven. En op menselijkheid.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten