Het moment waarop een zestienjarige yezidi-jongen die ontsnapt was uit de klauwen van de terreurgroep ISIS vertelde over de onthoofdingsvideo’s die hij dagelijks moest bekijken, is voor eeuwig in mijn geheugen gebrand. Net als het feit dat ik het eerst niet kon geloven – tegen de tolk: “zegt hij dat echt?” – omdat zoveel onmenselijkheid tegenover een kind je begrip simpelweg te boven gaat.
Het was de zomer van 2016, twee jaar nadat ISIS de yezidi-provincie Sinjar was binnengevallen en zo’n 6400 vrouwen en kinderen had ontvoerd. Ik zat met twee broertjes te praten in de hete tent waar zij na hun terugkeer, een jaar eerder, herenigd waren met hun ouders. De toen 16-jarige Ahmed vertelde hoe ISIS kinderen in zijn groep liet wennen aan geweld, als zijnde iets normaals. Ik schreef erover voor Vrij Nederland:
Iedere ochtend kregen de jongens video’s te zien “van hoe je moet doden met een mes”, vertelt Ahmed. “Toen ik ze voor het eerst zag was ik zo bang,” zegt ook zijn broertje Amir. Ahmed: “Ik vroeg me af hoe ik iemand op die manier zou kunnen doden. Ze zeiden dat we zo Yezidi’s en ongelovigen moesten vermoorden.”
Na die eerste verschrikkelijke keren wenden ze eraan, zeggen de broers. Wat Ahmed meteen weerspreekt, als hij vertelt dat hij ’s nachts vaak niet kon slapen vanwege de beelden die hij zag als hij zijn ogen dichtdeed. “En ik zie Daesh nog steeds in mijn dromen.”
De onthoofdingsvideo’s waren onderdeel van het indoctrinatieproces. “Voor hen is het normaal om mensen te doden,” zegt Ahmed. “Ze zeiden: je moet het leren, want we nemen je mee naar een ander Arabisch land en daar moet je de hoofden afsnijden. Want jij bent moslim, en moet ongelovigen doden.”
Adel, die met zijn broertje negen maanden in ISIS-gevangenschap zat, wil maar weinig kwijt over de video’s: “Ze lieten ons zien hoe we moesten doden en vechten. Maar we waren bang, en hebben het meeste vergeten.”
Indoctrinatiemachine
De vier jongens die ik sprak waren door de maanden in de indoctrinatiemachine van ISIS ernstig beschadigd. Psychische hulp hadden ze echter niet gehad. De moeder van een ander jongetje klaagde dat ze een zoon terug had gekregen die ze niet herkende. Hij luisterde niet, en was agressief. Ze wist zich geen raad met hem.
Zes jaar nadat ISIS Sinjar overnam, zijn de littekens voor de yezidi-gemeenschap nog steeds enorm. En de kinderen zijn een onderbelichte groep, zoals Amnesty International ook aangaf in een rapport. Veel van de aandacht ging uit naar de vrouwen, die vrijwel allemaal (herhaaldelijk) verkracht en mishandeld waren in ISIS-gevangenschap. Voor de eerste duizend kwam er een speciaal programma in Duitsland, dat hen een kans gaf op een nieuw leven en voor het merendeel succesvol was.
In de tussenliggende jaren is er hard gewerkt om in Iraaks Koerdistan therapeuten op te leiden. Dat zijn er nog altijd onvoldoende, zoals ook wel blijkt uit het feit dat yezidi-jongens die kindsoldaat waren bij ISIS nog altijd wachten op psychische bijstand. Maar ook andere kinderen die terugkwamen of werden vrijgekocht, hebben enorme trauma’s. Ze zagen hoe ISIS broers, vaders en grootvaders vermoordde, en wat er met hun moeders gebeurde. Vaak zijn ze zelf ook mishandeld. En dan was er nog het oorlogsgeweld waar ze vaak middenin zaten.
Moslimkind
Een aparte groep vormen de kinderen die in ISIS-gezinnen werden ondergebracht om als moslimkind te worden opgevoed. De meesten zijn totaal geïndoctrineerd en terugkeer is enorm vervreemdend. Nog zo’n gesprek dat ik niet meer uit mijn hoofd krijg is dat met Ayhem, het jongetje dat was opgevoed door een Amerikaanse ISIS-vrouw, en daar eigenlijk best gelukkig was geweest. Hij was zo blij Engels met me te spreken. Hij sprak geen Koerdisch meer en had grote moeite zich weer thuis te voelen. Hij wilde naar Amerika. Kon ik hem niet helpen? Ik krijg die smekende ogen niet meer uit mijn systeem.
Terwijl er steeds meer bekend wordt over het effect van kindertrauma op gedrag en emoties van volwassenen, zijn er onder de 3530 geredde yezidi’s zo’n tweeduizend kinderen van wie de meeste een kindertrauma hebben opgelopen. Wat voor volwassenen worden dat, en wat heeft dat voor gevolgen voor de yezidi-gemeenschap als geheel?
Nog zo’n 2800 mensen worden vermist. Er zijn veel foto’s en video’s van herenigingen, van kinderen met geredde of overlevende ouders, van vrouwen met hun familieleden, van jongens die in de nadagen van het ISIS-kalifaat als menselijk schild waren gebruikt in het Syrische Bahgouz. Dat lijken zulke gelukkige momenten. Ik sprak heel wat mensen die zich diep in de schulden hadden gestoken om hun dochters en zonen vrij te komen. Maar er is bijna geen enkele gelukkig afloop. Mensen herkenden elkaar niet meer, konden niet omgaan met de veranderde vrouw waarmee ze nu moesten samenleven. Want de families ontbrak (en ontbreekt) het aan kennis over trauma’s en gedrag, en ze weten niet hoe ze hun geliefden het beste kunnen opvangen.
Ontwricht
Concreet kan je zes jaar laten zeggen dat ISIS een heel volk heeft ontwricht. Op het microniveau van personen en gezinnen, en zelfs van gemeenschappen met hun oordelen en vooroordelen naar de overlevers toe. Maar ook op macroniveau. Nog steeds zitten zo’n 300.000 yezidi’s in kampen in Iraaks-Koerdistan, koud in de winter als kachels regelmatig brand veroorzaken, en heet in de zomer als de temperaturen tot boven de 45 graden oplopen. Ze hebben er gebrek aan alles, maar vooral aan gezondheidszorg, want in de regio waar de kampen staan is überhaupt al een tekort aan artsen.
Door ISIS is een heel volk verarmd. In Sinjar hadden ze hun land en hun oogsten, hun banen bij het leger of de overheid. In de kampen hebben ze niets behalve enorme schulden. Jameel Gheddo, met wie ik een paar keer naar Sinjar ging na de bevrijding, kocht 26 familieleden vrij, en gaf 60.000 dollar uit. Een bedrag dat hij als chauffeur op de langere afstanden in geen jaren kan terugbetalen.
Een heel volk raakte verslaafd aan hulp. Gezinnen zitten in hun ontheemdenkampen in afwachting van wat de Koerdische overheid en internationale en lokale organisaties voor hen doen. Onderwijs is onvoldoende, zeker voor de teruggekeerde kinderen die vaak een achterstand hebben opgelopen. De toekomst, die zo nodig is voor mensen die hun trauma willen overleven, blijft maar uit.
Terug naar Sinjar
Teruggaan naar hun arme, leeggeroofde Sinjar was lang geen optie. Het is er nog steeds niet veilig omdat verschillende groepen en regeringen er de macht opeisen. Nog onlangs bombardeerden de Turken er PKK-leden. Maar er liggen ook nog explosieven die ISIS plaatste met de opzet zoveel mogelijk ‘ongelovigen’ om te brengen. Dankzij het harde werk van een paar NGO’s zijn deze zomer toch enkele duizenden gezinnen teruggegaan. Doordat de coronacrisis Irak heeft afgesloten van de buitenwereld blijven verslagen over hun wederwaardigheden daar echter nog uit.
En dan is er tenslotte het gekakte vertrouwen. Yezidi’s voelen zich verraden door zowel de Koerden – die beloofden hen te beschermen maar dat niet deden, als door hun Arabische buren. Terwijl er vaak generatieoude banden waren tussen yezidi- en Arabische families, leverden die hen toch uit aan ISIS. Zij wonen alweer in hun Arabische dorpen; van de yezidi’s was vorig jaar nog maar twintig procent terug. Dat wantrouwen speelt een grote rol. Vandaar dat Jameel Geddo tegen me zei (zoals beschreven in mijn boek Geweld is nooit ver weg: “We willen dit land niet meer.”
Dit is een verhaal in vogelvlucht, waarbij nog veel elementen onbelicht blijven. Amnesty stuurde brieven met eisen voor wat het hoogstnodig is naar de Iraakse en Koerdische regeringen. Ondertussen heeft de wereld allang haar interesse verloren. Terwijl je weet dat de klap die ISIS de yezidi’s heeft toegebracht enorm is. Het is een klap waarvan de indirecte gevolgen nog heel lang zullen nagalmen.