“Het klinkt onwaarschijnlijk, maar ik heb er niets van gemerkt! Niemand in mijn omgeving. Onze vrienden niet, mijn familie niet… Natuurlijk kijk ik nu terug met andere ogen. Ik heb veel aanwijzingen gemist. Marco moest heel vaak ’s avonds nog even weg, iets ophalen voor zijn werk of nog even iets bespreken. Hij werkte als bedrijfsleider in de horeca en draaide onregelmatige uren. Het hoort erbij dacht ik. Hij sliep ook slecht en liep ’s nachts vaak uren door het huis te spoken. Hij zei meestal dat onze dochter niet kon slapen of een vieze luier had, en dat hij het wel zou regelen. De lieverd, dacht ik dan, en draaide me om en sliep verder.
Nu weet ik dat hij op die momenten high was, of onrustig omdat het hem allemaal boven het hoofd begon te groeien. Ook van de schulden had ik geen idee. Ik heb een drukke baan, fulltime in vier dagen, en daarnaast de kinderen. Toen drie, vijf en zeven. Marco werkte drie dagen en had meer tijd voor thuis. Om mij te ontlasten hadden we afgesproken dat hij de financiële administratie zou doen. De hypotheek, de huishoudrekening, de spaarrekeningen… Alle bankpost ging regelrecht naar zijn bureau. De laatste maanden kwam hij op mijn vrije dag soms in de ochtend thuis van zijn werk om zogenaamd samen koffie te drinken. Nu begrijp ik dat dan de post wilde onderscheppen uit angst voor incassobrieven en schuldeisers.
Achteraf zie ik heel veel dingen anders. Ons hele huwelijk was een leugen. Hij heeft mij twee jaar lang voorgelogen en dat kan ik hem nooit vergeven. De avond dat het uitkwam, heb ik hem de deur uit gezet. Ik heb geen seconde getwijfeld en er ook geen moment spijt van gehad. Dat klinkt hard en dat is het misschien ook. Maar hij heeft mij zo diep gekwetst. Het voelde als een mes in mijn rug. Nu, bijna twee jaar later, heb ik emotioneel meer afstand. Ik bergrijp nu beter dat hij ziek was en problemen had. Toch vind ik het geen excuus voor zijn laffe, leugenachtige gedrag. Hij heeft mij en de kinderen de rug toegekeerd. Letterlijk. Iedere keer als hij de deur uit ging om coke te scoren of stiekem te gokken met ons spaargeld, zei hij eigenlijk tegen ons: fuck you.
Verslaving is een egoïstische ziekte. Ik hield van een leugen, van het personage dat hij thuis bij ons speelde. De lieve, zorgzame man en vader. Toen het allemaal uit was gekomen, schaamde ik me voor mijn eigen naïviteit. Hoe had ik dit niet kunnen zien? Ik voelde me zo ontzettend dom. Gelukkig ben ik heel goed opgevangen door mijn vrienden en familie. Zij hielpen mij de dingen in perspectief te zien. Zij voelden zich ook verraden. Als iemand zijn best doet om de waarheid te verhullen, is het lastig de realiteit te zien. Marco leidde een dubbelleven en deed zijn uiterste best om dat te verbergen. In onze vriendengroep was hij die lieve, aardige goedzak. De gangmaker. En daarbij: ik vertrouwde hem. Zo simpel was het. Dat hij daar misbruik van maakte, was zijn fout, niet de mijne.
Het begon allemaal met zijn nieuwe baan, zo vertelde hij achteraf. Hij had vroeger wel vaker coke gebruikt op feestjes maar was zijn drugsvrienden na de studie uit het oog verloren. Nu ik erover nadenk heb ik hem nog nooit gehoord over vrienden van vroeger. Best raar eigenlijk. Ik wist dat hij in zijn jeugd nogal een einselganger geweest was, en verder hebben we het er niet veel over gepraat. Ik ben juist heel sociaal. Ik heb een hechte vriendenclub van een stuk of tien man, stelletjes en singles. We kennen elkaar van de middelbare school. Mijn vrienden hebben Marco vanaf het begin volledig geaccepteerd en opgenomen. Hij hoorde er helemaal bij. Hij ging op zondag mee voetballen met de mannen in het park, hij kon het goed vinden met mijn vriendinnen en kookte enthousiast voor de hele groep als we in de zomer etentjes gaven in de tuin. Ik vond het geweldig dat het zo goed klikte tussen Marco en mijn vrienden. Ik heb daar zelfs meerdere malen op getoost! Toen het allemaal uitkwam, heb ik mijn vrienden gevraagd of zij wisten wat er aan de hand was, of dat zij een vermoeden hadden. Tot mijn verbazing wist eentje ervan. Het kwam er hortend en stotend uit. Hij had Marco een keer buiten gezien bij het casino. Hij was aangeschoten geweest en in een baldadige stemming. De volgende dag had hij hem gebeld om te vragen of alles okay was. Marco had toen gezegd dat hij een keer uit de band had willen springen en dat het een beetje uit de hand was gelopen. Hij had hem gesmeekt om niets tegen mij te zeggen. Ik ben even heel boos geweest op die vriend, maar heb het hem wel vergeven. Hij wilde nergens tussen in zitten en ik begrijp dat.
Voor Marco heb ik nooit meer begrip kunnen opbrengen. Vertrouwen in een relatie is wat mij betreft heel zwart wit. Het is er, of het is er niet. Bij ons was het er niet meer. Punt. Misschien is het er zelfs wel nooit geweest. Aan de buitenkant zagen we er goed uit. Een mooi plaatje. We trouwden, kochten een huis, ik werkte en Marco zorgde voor de kinderen. Het liep prima. Natuurlijk wist ik dat hij onzeker was op werkvlak. Ik was de carrièremaker en dat vond hij als man best lastig. Helemaal omdat hij werkloos was. Toch zag ik het nooit als groot probleem en toen hij drie jaar geleden een leuke baan vond, dacht ik dat alles alleen nog maar beter zou worden. Hij werd bedrijfsleider van een restaurant in de buurt. Geen saaie kantoorbaan, divers werk, veel sociale contacten… helemaal zijn ding. Ik zag hem opleven. Hij kreeg meer vrienden, meer praatjes, ging meer uit. Ik was blij voor hem. Dat hij ondertussen coke gebruikte en ‘s avonds stiekem ging gokken, was het laatste dat ik ooit verwacht had. Maar zo was het wel. Met de nieuwe baan, kwamen ook de verkeerde contacten. Hij begon steeds meer coke te gebruiken en het verdiende geld vloog zijn zak uit. Al snel volgde ook zijn spaargeld en niet veel later ook dat van ons samen en dat van de kinderen.
Het gokken begon, dat heeft hij me later allemaal per brief uitgelegd, als middel om het geld terug te verdienen. In het begin lukte dat soms, wat de stimulans gaf om door te gaan. Maar al snel maakte het gokken alles alleen maar erger. Hij leende geld van de bank, van vrienden, familie, collega’s en uiteindelijk zelfs van zijn baas. Toen hij niet kon terugbetalen, raakte hij zijn baan kwijt. Een half jaar lang ging hij ’s morgens keurig netjes geschoren zogenaamd naar zijn werk, terwijl hij allang geen baan meer had! Hij ging dan regelrecht naar gokhal of casino. De enorme schulden die hij gemaakt heeft, betaalt hij nu nog af. Gelukkig heb ik het huis kunnen houden met behulp van mijn ouders. Maar soms vraag ik me af wat er gebeurd zou zijn als ik er niet achter gekomen was? Hoe ver zou hij gegaan zijn? Hoe lang had het geduurd voor hij de waarheid had opgebiecht?
De waarheid kwam uit door een slordigheidfoutje. Ik vond een envelopje coke in zijn zak. Marco moest op een avond onverwacht invallen op het werk, althans dat was het excuus. Hij had zich snel verkleed in de badkamer. Normaal gesproken deed Marco op zaterdagochtend de was, maar ik wilde hem ontlasten. Ik pakte zijn broek om in de machine te doen en voelde zonder erbij na te denken nog even zijn zakken na. In zijn achterzak vond ik een klein, wit envelopje. In eerste instantie wist ik niet wat het was. Ik heb ooit op een blauwe maandag een joint gerookt, maar verder dan dat gaat mijn drugskennis niet. Toch gingen er meteen alarmbellen af. Een papieren envelopje met wit poeder. Wat kon het anders zijn? Om het zeker te weten belde ik een vriendin. Ze kwam meteen langs en bevestigde mijn vermoeden: cocaïne.
Ik kon het niet geloven! Mijn Marco?! Ik wilde meteen weten hoe het zat en belde hem op zijn mobiel. Voicemail. Ik was woedend. Wat was er aan de hand? In zijn bureau vond ik het nummer van zijn baas en belde hem op. Het interesseerde me niet hoe laat het was. Ik moest Marco spreken. Je begrijpt mijn – en zijn – verbazing tijdens het volgende gesprek. Hij had Marco sinds zijn ontslag een half jaar geleden niet meer gezien. Hij vond het ontzettend vervelend dat het zo gelopen was, maar na alle functioneringsgesprekken en de vele onbetaalde financiële voorschotten had hij geen andere keus gehad…
Gelukkig was mijn vriendin erbij, en ondertussen was haar vriend ook gekomen voor morele support. Ik weet niet wat er anders gebeurd was. Ik was volledig in shock. Ik weet nog dat ik de telefoon ophing en het letterlijk zwart voor mijn ogen werd. Ik kon het niet bevatten. Ik wankelde op mijn benen. Mijn vriendin ving me op en heeft me op de bank gezet. Rustig maar, zei ze, het komt goed. We gaan het allemaal uitzoeken… Ongeveer een uur later kwam Marco thuis. Mijn vriendin had ondertussen een pot thee gezet en ik was wat rustiger. Het enige dat ik kon uitbrengen was: Marco, waar ben jij in godsnaam mee bezig? Ik denk dat de uitdrukking op mijn gezicht boekdelen sprak. Ik was zo ontzettend teleurgesteld, en verdrietig en vooral ook zo ongelooflijk kwaad! Hij wist meteen dat het spel uit was. Het kaartenhuis ingestort. Hij was betrapt en liegen had geen zin meer. Half huilend begon hij zich te verontschuldigen. Dat hij zo’n enorme spijt had en dat hij het allemaal goed ging maken en dat hij zoveel van mij en de kinderen hield… Ik kon het niet aanhoren. Ik wilde alleen maar dat hij wegging. Mijn huis uit. Er was iets gebroken in mij en ik wist dat het nooit meer goed zou komen.
Die avond is Marco door mijn vrienden afgezet bij zijn ouders. In de auto heeft hij hen alles proberen uit te leggen. Hoe het zo gekomen was en hoe de situatie volledig uit de hand gelopen was. Ze hebben hem aangehoord, maar verder niets. Medelijden hoeft hij van mijn vrienden niet te verwachten. Iedereen heeft mijn kant gekozen. Alle contacten zijn verbroken. Ik denk dat ze dat ook voor mij gedaan hebben, want ik zou het heel moeilijk vinden als mijn vrienden nog met hem om zouden gaan. De eerste maanden was Marco natuurlijk het gesprek van de dag. Iedereen was in rep en roer. Hoe hadden we dit kunnen missen? Maar na een tijdje was het nieuwe eraf en kwamen er weer andere gespreksonderwerpen. Ik zie Marco nu eens in de twee weken als hij de kinderen komt halen voor het weekend. Hij is afgekickt in een kliniek ergens in het buitenland en heeft sinds kort een nieuwe baan en een eigen huis. Het gaat beter met hem en dat is natuurlijk goed. Toch wil ik verder niets meer met hem te maken hebben. Ik wil zijn excuses niet horen, zijn verhalen niet, niks. In mijn ogen is hij een leugenaar en een zwakkeling. Misschien dat ik over een jaar milder gestemd ben. Maar voor nu ben ik vooral blij dat ik van hem af ben.”
Photo by Ross Sneddon on Unsplash