De daaropvolgende Boekenweek is niet afgelast, maar uitgesteld tot nader order, tot de zomer misschien. Het traditionele Boekenweekgeschenk dat de lezer cadeau krijgt bij de aankoop van een boek, ondergaat hetzelfde lot. Het thema van de Boekenweek dit jaar zou Tweestrijd zijn. Toepasselijk, aldus de organiserende CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek), omdat zij een moeilijke afweging maakte over het al dan niet cancelen van de feestelijkheden dit voorjaar.
Zelf verkeer ik ook in tweestrijd over de reeks afgelastingen die het nieuws in het boekenvak beheersen. Er is zoals bij alle coronadilemma’s ook hier geen goed of fout. Maar het lijkt erop dat vooral een economische afweging is gemaakt: met name de gesloten stenen boekhandels zien geen reden tot feest – dat hun omzet in het coronajaar is overgenomen door de online kanalen hebben zij met lede ogen moeten aanzien. Om ook de extra Boekenweekomzet door het online putje te laten weglopen is wellicht te veel van het goede, moet men gedacht hebben. Maar is het niet juist nu broodnodig om de kern van de Boekenweek – het in het zonnetje zetten van schrijvers en hun boeken – toch vorm te geven zo goed en kwaad als het kan en een list te verzinnen?
Want hoe is het gesteld met de schrijvers? Lijden zij in stilte door het gebrek aan prikkels in hun (schrijvers)leven? Of gedijen zij bij de monotone rust van de lockdown, zoals Tommy Wieringa zei in een interview in Humo? Ieder schrijfproces is particulier, maar het lijkt erop dat de meeste schrijvers doorwerken. Uitgeverijen krijgen meer manuscripten dan ooit stond al bij de eerste lockdown vorig jaar in The Guardian. De uitgevers zelf daarentegen lijken huiverig geworden om een boek (vooral een beoogde bestseller) te laten verschijnen in tijden van min of meer gesloten fysieke boekhandels. Ze bezweren sommige schrijvers dat het beter is de publicatie uit te stellen tot zekerder tijden.
Maar kun je alles blijven oppotten? Kun je te zijner tijd met hetzelfde promotie-apparaat van de uitgeverij evenveel aandacht besteden aan zowel de opgespaarde als de nieuwe titels? De nieuwe boeken zullen elkaar meer dan ooit verdringen in de etalages van de boekhandels, op de schaarse pagina’s van de boekenkaternen en in de weinige boekenrubrieken op radio en tv. De recensenten zullen strenger selecteren door welke stapel ze zich heen eten. En hoeveel kan de lezer – extra – verteren? Leestijd is net zo bederfelijk als niet genoten hotelovernachtingen of niet gemaakte vliegreizen: verloren tijd komt niet terug.
Tot slot de spil van alles: de boeken. Waar houden die zich op? Ze laten zich herontdekken achter op de boekenplank van de lezer in lockdown. Ze worden door liefdevolle bibliothecarissen in Beverwijk in tasjes aan deuren gehangen van leesbehoeftigen die slecht ter been zijn. Ze vinden hun weg in fietskratten en bakfietsen van boekhandelaren die hun klanten niet willen teleurstellen. En ze rollen en masse over de lopende banden van de online verzendhuizen. De boeken passen zich aan; ze blijven hun eigen feestje vieren met de lezer. En op een dag zal een zomerbriesje hun bladzijden doen ritselen door de openstaande deuren van boekhandels en bibliotheken. We zullen naar binnen zweven op de thermiek van ons herwonnen leven. En de vleugels? De vleugels liggen in de papierlade. Voor wie goed kijkt. Voor wie gestaag doorleest.