Oorlog voeren via het milieu

Het milieu is in relatieve stilte steeds meer het slachtoffer van conflicten en oorlogen. Ecologische rampen zijn onderdeel van oorlogsvoering geworden. Met klimaatopwarming tot gevolg.

Steden in puin. Dat zijn de meest zichtbare gevolgen van oorlog, de littekens van de strijd die een direct impact hebben op de levens van burgers. Soms kost het decennia voordat er herbouwd is. In de Libanese hoofdstad Beiroet zijn nog steeds ruines en kogelgaten te zien uit de tijd van de burgeroorlog in de jaren tachtig/negentig. Het vernielde oude centrum van de Iraakse stad Mosul ligt vier jaar na het verjagen van ISIS nog grotendeels in puin.

Nog langer duurt het voor de gevolgen van de gebruikte explosieven zijn verdwenen. De met verarmd uranium (DU) versterkte bommen die de Amerikanen in Irak gebruikten in de jaren negentig en tot en met 2005, hebben nog steeds invloed op de gezondheid van burgers. Vooral in Basra en Falluja is er meer kanker, vooral onder kinderen, en zijn er heel veel misgeboorten.

Een van de vrouwen die ik een paar jaar geleden in Falluja sprak, zei dat veel vrouwen aarzelen om nog zwanger te worden. Uit angst voor weer een misvormde baby. In Basra sprak ik daar een arts over die uiteindelijk een verbod kreeg om journalisten nog te woord te staan. Terwijl er steeds maar werd verwezen naar een gebrek aan wetenschappelijk bewijs voor dit effect van DU, werd het onderwerp steeds meer taboe. Om politieke en religieuze redenen. Want de daders van toen hielpen de huidige machthebbers in het zadel. En gelovigen hebben zich neer te leggen bij Gods wil.

Gewone explosieven

Zelfs als het gaat om ‘gewone’ explosieven, zijn de effecten voor langere tijd enorm. Riolering en waterleiding zijn kapot. In Irak hebben veel mensen blijvende nierproblemen omdat drinkwaterreinigingsinstallaties kapotgeschoten waren. Ziekenhuizen zijn in het beste geval beschadigd, vaak lange tijd onbruikbaar. Veel plekken zijn onveilig door onontplofte explosieven. Fabrieken met chemicaliën die zijn gebombardeerd vormen een gevaar voor milieu en gezondheid. De laatste berichten uit Gaza laten dat bijvoorbeeld zien.

Vaak vraag ik me af wat de nasleep is van het enorme gebruik van gifgas tijdens de Iran-Irakoorlog van de jaren tachtig. Hoeveel inwoners van de dorpen en steden ondervinden nog gezondheidsproblemen? Wat zijn de effecten voor de door de wapens vervuilde grond, die nu weer bewerkt wordt? Onderzoek wordt er niet gedaan. Daders worden er niet graag aan herinnerd dat hun oorlogsvoering van toen nu nog steeds gevolgen heeft.

Oorlogen kunnen ook langdurige psychologische effecten hebben. Kijk naar het yezidi-volk, dat na de genocide waaraan de radicale groep ISIS haar in Irak onderwierp nog steeds grotendeels ontheemd is, en van wie velen ernstig getraumatiseerd zijn. Niet alleen de vrouwen en kinderen die na korte of langere tijd in het kalifaat ontsnapten, maar ook anderen, die ISIS zagen moorden. Of hun geliefden tijdens de tiendaagse vlucht op de berg Sinjar zagen sterven van de dorst.

Taboe

Voor Irak geldt dat door de opeenvolgende oorlogen heel veel mensen getraumatiseerd zijn. PTSD is zonder meer volksziekte nummer een. Maar het is tegelijkertijd te zeer een taboe om er echt aan te werken. Mensen schamen zich om ervoor uit te komen dat ze eraan lijden en al helemaal om hulp te zoeken. Daarom zou alleen een structurele aanpak effect hebben. Want die trauma’s en hun gevolgen liggen ook weer aan de basis van ieder volgend conflict.

Trauma’s zijn een onbedoeld effect van een oorlog, al kan je daar je twijfels over hebben. ISIS was bijvoorbeeld bewust bezig de yezidi’s angst aan te jagen en gelovigen tegen hen op te zetten. Ook was het bewust beleid om via een regime van angst burgers in de bezette steden te onderdrukken – met hedendaagse trauma’s tot gevolg.

Met name ISIS zette ook opzettelijke vernieling in als oorlogswapen, en dan heb ik het niet over de vernietiging van erfgoed. Fabrieken werden ontmanteld om in onderdelen te worden verkocht, net als stroomverdelingscentrales. Ze heeft raffinaderijen vernield, en (recent nog) oliebronnen in brand gestoken, met langdurige gevolgen voor het milieu.

Maar de groep heeft bij haar oorlogsvoering ook gebruik gemaakt van het in brand steken van oogsten. Net zoals de Syrische overheid dat op dit moment doet.

Turkije en PKK

Dat Turkije al decennia lang een oorlog voert tegen de Koerdische verzetsbeweging PKK zal bijna niemand ontgaan zijn. Maar dat dit een vernietigingsoorlog is, waarschijnlijk wel. Ankara bombardeert allang niet meer alleen de bases van de PKK in het Iraaks-Koerdische Qandilgebergte en doodt met drone- en raketaanvallen Koerden die iets met de groep te maken zouden kunnen hebben (maar vaak gewoon burgers zijn).

In de strijd in enkele steden in het Koerdische deel van Turkije heeft het ook hele wijken platgegooid. De nieuwste vorm van oorlogsvoering is ontbossing. Zowel in Turks als Iraaks Koerdistan zijn Turkse bedrijven in opdracht van de overheid bezig bossen te kappen. Het hout wordt afgevoerd en verkocht.

Bomen kappen is een bekend middel om het verzetsstrijders moeilijker te maken. De bomen bieden immers beschutting tegen bedreigingen uit de lucht, bijvoorbeeld bij verplaatsingen. Belangrijk voor de PKK, dat zijn strijders voortdurend verplaatst tussen Turkije, Irak en Syrië. Ook de Amerikanen pasten het toe, toen ze de weelderig begroeide stroken langs de snelweg naar het vliegveld van Bagdad in 2004 kapten. Daarmee ontnamen ze aanslagplegers een belangrijke mogelijkheid om vanuit een hindernis aanslagen te plegen.

De bomen bij het Bagdadse vliegveld zijn inmiddels vervangen. Wat overblijft in de Koerdische regio’s is echter een ecologische ramp. Er ontstaan berghellingen waar niets het zand meer vasthoudt. Maar zeker zo belangrijk: wie bomen kapt, helpt bij de opwarming van de aarde. Daarnaast gaat er veel bos teloor doordat bij de aanhoudende Turkse bombardementen branden ontstaan die vrijwel niet te beteugelen zijn.

Ontwrichten

Terwijl er tegelijkertijd op diverse plekken in het Midden-Oosten (her)bebossingsprojecten worden opgezet en uitgevoerd (met als opvallendste voorbeeld Saudi-Arabië), lappen de Turken alle ecologische bewaren aan hun laars. Ze zijn er al in geslaagd in Turkije en Irak bijna onopgemerkt vele hectares aan bosgebied te vernielen, en de ecologische systemen daar voor jaren te ontwrichten.

Volgens het oorlogsrecht mogen burgers geen doelwit zijn bij een oorlog. Maar altijd zijn zij er de grootste slachtoffers van. Daarom ook is er veel meer aandacht nodig voor de sluipende oorlogsvoering die via aantasting van het milieu wordt gevoerd. De daders moeten worden aangeklaagd en vervolgd voor oorlogsmisdaden.

De VN Veiligheidsraad noemt het milieu een ‘zwijgend slachtoffer’ van gewapende conflicten.  Er klinkt moedeloosheid door in het VN-stuk, waarin niet alleen uiteen wordt gezet waarom dat zo is, maar ook welke regelingen, wetgeving, congressen en oproepen er allemaal zijn geweest om er een einde aan te maken. Tevergeefs, want niemand luistert. “Wat nu dringend nodig is van alle lidstaten en alle deelnemers aan gewapende conflicten, is de politieke wil om regels te respecteren en goede praktijken te implementeren.”

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten