Maar de naam zegt het al: het gaat bijna uitsluitend over mannen. De geschiedschrijving in de gehele wereld was testosteron-gedreven. Het is HIStory, geen HERstory.
Weggemoffelde vrouwen
Het is een hiaat in de geschiedschrijving dat vrouwen eruit gelaten of geschreven zijn. We zijn vanuit traditie gewend aan bepaalde vormen van verhalen vertellen. Mannen hebben daarin de actieve, innoverende rol. Vrouwen vooral de aangevende rol, daarna verdwijnen ze van het toneel. Dat wetenschappelijke, artistieke of heldhaftige prestaties van vrouwen volledig worden weggemoffeld of nog erger: worden toegeschreven aan mannen, was tot en met de jaren ’70 schering en inslag en is tot op de dag van vandaag niet verdwenen.
De mythe van het oerpatriarchaat
Zolang wij uitsluitend de traditionele canon voorgeschoteld krijgen, blijft die over mannen gaan. In haar boek ‘Herstory of Art’ ontrafelt kunsthistorica Karin Haanappel de mythe van het ‘oerpatriarchaat’. Zij toont een heel andere wereld, eentje waarvan ook vrouwen deel uitmaken. Door te starten met de vroegste kunstuitingen in de oude steentijd en vervolgens de vrouwelijke kunstenaars op de kaart te zetten tot het moment waarop de canon voor het eerst werd geschreven, plaatst zij háár verhaal van de kunst (her story of art) naast zijn verhaal van de kunst (his story of art). De eerste druk van genoemd boek is in 2012 verschenen, maar volledig uitverkocht. Een geheel herziene, nieuwe en aangevulde uitgave wordt in de loop van dit jaar verwacht.
Tijdgeest
Museum van Loon trapt haar heropening na Corona af met de tentoonstelling ‘Herstory – vrouwen, verhalen, verandering’. De levens en geschiedenissen van krachtige vrouwen uit de geschiedenis. ‘Straffe Madammen’ noemen onze zuiderburen ze. Het prachtige pand aan de Keizersgracht hangt inmiddels vol met portretten en parafernalia van zulke vrouwen, elk met een eigen goed verhaal. Kennisinsituut Atria plaatste hun verhalen, vaak ingebed in welgestelde milieus, in een bredere maatschappelijke context. Scenes uit de levens van de diverse vrouwen uit de diverse lagen van de bevolking tonen gezamenlijk aan hoe zij veranderingen bewerkstelligden en illustreren hoe daardoor de tijdgeest verlicht werd en het feminisme voet aan de Hollandse grond kreeg.
Antoinette
De verhalen worden niet alleen geschetst aan de hand van portretten, maar ook met foto’s, persoonlijke objecten en boeken. Zo is daar bijvoorbeeld de non-conformistische Antoinette de Bach-Van Loon (1893-1981), de tante van de oprichter van het museum. Wanneer het aankwam op de liefde trok zij zich niks van de toen geldende mores aan. Toen ze erachter kwam dat haar man vreemdging en een spoor van vernieling trok, ging ze haar eigen weg en vroeg ze echtscheiding aan. Dat was begin 20ste eeuw behoorlijk zeldzaam. Pas in 1971 werd het door een nieuwe wet gemakkelijker om een huwelijk ongedaan te maken en daarop schoot het aantal echtscheidingen dan ook door het plafond.
Lydia
En dan is er aandacht voor Lydia Kater (1869-1937), de kokkin van de familie Van Loon, die meer dan 40 jaar de keuken runde aan Keizersgracht 672. Tijdgenote Lizzy van Dorp (1872-1945) studeerde Nederlandse letterkunde, geschiedenis en rechten in Leiden. Zij was trouwens de eerste Nederlandse vrouw die afstudeerde in een universitaire rechtenstudie. Na haar promotie in 1903 werkte zij tot 1915 als advocaat in Den Haag, waarbij vooral op de bres stond voor de rechten van gescheiden vrouwen en hun kinderen. Zij nam actief deel aan de nationale en internationale vrouwenbeweging en was betrokken bij de oprichtingen van de Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten in Leiden (1901), de Nederlandsche Lyceum Club (1904) en de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht (1907). Bij de International Council of Women (ICW) bekleedde Van Dorp vanaf 1914 het voorzitterschap van de juridische commissie en voor de Nationale Vrouwenraad van Nederland schreef zij een rapport over het bevolkingsvraagstuk.
Lizzy
Lizzy had een relatie met Gerard Vissering, maar hij was gehuwd en wilde zijn vrouw en gezin niet verlaten. Zodoende bleef ze haar gehele leven ongehuwd en werd dan ook meestal als Mejuffrouw Mr. E.C. van Dorp aangeduid. Na 1915 legde Mr. Dr. Lizzy van Dorp zich steeds meer toe op economische vraagstukken. Ze was Nederlands eerste vrouwelijke econoom van formaat. Zij publiceerde over geld- & goudhandel en schreef in 1937 een boek over rentetheorie. Haar beoogde benoeming tot hoogleraar in de economie aan de Landbouwhogeschool Wageningen werd door de Minister van Landbouw H.A. van IJsselsteyn in 1919 verijdeld. Hij wenste geen ‘strijdlustige juffrouw’ als professor. In 1927 nam ze als nationale vertegenwoordigster deel aan de economische wereldconferentie van de Volkenbond in Genève. Als liberaal politica werd zij in 1922 lid van de Tweede Kamer. Vanaf 1940 leefde zij in Turkije en op Java, waar zij op 6 september 1945 in een Japans concentratiekamp overleed.
Johanna
Ook Johanna Borski-van de Velde (1764-1846) was een ‘grote vrouw in haar tijd’. Mede dankzij haar kwam De Nederlanse Bank. Toen de oprichting ervan spaak dreigde te lopen omdat potentiële investeerders het als concurrentie zagen voor hun eigen handelshuizen, kocht zij alle resterende aandelen op. Zoals nog verplicht was in die tijd liet zij zich in het zakendoen vertegenwoordigen door mannen, maar zij ondertekende wel zelf haar obligaties. Johanna Jacoba stamde zelf uit een welgestelde Amsterdamse koopmansfamilie die in de textielhandel. Haar echtgenoot werkte zich binnen een tiental jaren op van makelaar in onder meer graan en rijst tot een machtig commissionair in effecten, de vaste onderaannemer en raadsman van het handels- en bankiershuis Hope & Co. bij grote beurstransacties. In 1812 was Willem Borski de op één na rijkste inwoner van Amsterdam.
De Nederlandse Bank werd gered door een vrouw
Toen hij in 1814 plotseling overleed, bleef Johanna Borski achter met haar zes kinderen, maar besloot zij tevens het bedrijf voort te zetten onder de naam Wed. W. Borski, samen met de procuratiehouder Johannes Bernardus Stoop. Die laatste vertegenwoordigde de firma op de beurs, waar vrouwen alleen als toeschouwer toegang hadden. Samen leidden zij het bedrijf naar de top van de Amsterdamse geldmarkt. De net opgerichte Nederlandsche Bank kon in 1816 aanvankelijk haar aandelenemissie niet voltekend krijgen. Een fiasco dreigde, totdat de weduwe Borski in maart de resterende 40% overnam en er een florerende markt voor schiep. Nadat de Nederlandsche Handel-Maatschappij in de loop der jaren 1830 in het nauw was gekomen door onvrijwillige voorschotten aan koning Willem I, verschafte de firma Wed. W. Borski in 1840 forse kredieten op onderpand van effecten. Het grootste deel daarvan nam Johanna Borski overigens voor haar persoonlijke rekening. Met een vermogen van ongeveer vier miljoen gulden en vele panden in de hoofdstad moet zij in die jaren een van de rijkste personen van het land zijn geweest.
Praktisch
De tentoonstelling herstory – vrouwen, verhalen, verandering stond gepland om op Internationale Vrouwendag, 8 maart, open te gaan. Dat ging dus even niet, maar nu weer wel. Deze tentoonstelling in Museum van Loon, die tot eind augustus loopt, is tevens een voorbode richting een grote expositie over vrouwen die gepland staat voor najaar 2024. Daar zullen ook vrouwen van nu belicht worden. Wij verheugen ons reeds.
Bronnen: Herstory of Art van Karin Haanappel, Kennisinstituut Atria en Museum van Loon.
Beeld: Museum van Loon