Het komt overal voor. Zelfs bij primitieve stammen, die in de afgelopen eeuwen door ontdekkingsreizigers werden bezocht, werden telkens weer vormen van ‘betaalde’ liefde gevonden. Vaak met unieke codes en rituelen, passend bij die specifieke cultuur. De manier waarop het gedaan wordt – de spelregels – verschilt, maar prostitutie lijkt erbij te horen: altijd en overal.
Voor Christus: prostitutie zonder oordeel
Prostituees zijn al bekend van ver voor onze jaartelling. Zo waren ze er in de Oudbabylonische periode in Mesopotamië, zo’n 1600 jaar voor Chr. Het Hettitische Rijk, 1400 voor Christus, onderscheidde bij wet twee soorten prostituees: zij die vrij waren, en de slavinnen. Zelfs de keizers van China hadden harems. Uit het Oude Testament, dat circa 400 voor Chr. werd geschreven blijkt ook dat er in Palestina, Egypte en Irak al tussen 1600 en 500 voor Chr. vele prostituees waren. In de Griekse beschaving kwamen zij eveneens voor, en waren ze helemaal geaccepteerd. Behalve vrouwen waren er ook veel mannen, schandknapen, die hun lichaam ruilden tegen bepaalde privileges. Ze waren overal te vinden: op straat, in eetgelegenheden, achter het raam. En veroordeeld werden ze amper. De seksuele moraal was zo vrij, dat dit de normaalste zaak van de wereld was.
De Oude Grieken (700 voor Chr.–476 na Chr.)
Een speciale groep vrouwen in de Griekse Oudheid, die beschouwd werden als gezelschapsdames of (letterlijk) gezellin, waren de hetaere. Hetaere (Oudgrieks: ἑταίρα / hetaíre; vrouwelijke vorm van hetairos, wat makker, kameraad, vriend betekent) waren prostituees, die hun beroep voornamelijk uitoefenden in Korinthe en Athene. Er waren slaven-hetaere die in speciale huizen werkten en belasting aan de staat betaalden. Maar er waren ook zelfstandige, onafhankelijke hetaere, voornamelijk buitenlanders en vrijgelatenen.
Hetaere waren wereldwijs met een goede algemene ontwikkeling en kennis van filosofie en literatuur. Mannen bezochten hen ook voor conversatie. Hetaere waren in de regel geen dochters van Atheense burgers. Zij hielden er een uitbundige levensstijl op na. Ze woonden in prachtige huizen, hadden schitterende kleding en wezen mannen ook veelvuldig af. Waar gewone ‘fatsoenlijke’ vrouwen zich voornamelijk bewogen in huiselijke kring, hadden hetaere een bijzondere positie in het publieke domein. Zij traden op als gelijkwaardige gesprekspartners bij symposia over filosofie, kunst en politiek.
Betrekkingen van ongetrouwde mannen met hetaere werden niet als onzedelijk beschouwd. Voor getrouwde mannen was het wél ongepast, al werd het na de Peloponnesische Oorlog (431–404 voor Chr.) steeds meer gedoogd. De belangrijke positie van de prostituees in het sociale leven van Athene, zien we terug in komische toneelstukken uit die tijd, waarin veel plotten draaien om de avonturen van een hetaere. Beroemd is met name ‘bordeelhoudster’ Aspasia van Milete (ca. 470–400 voor Chr.), wiens huis in Athene een belangrijke ontmoetingsplek was van de beroemdste mannen van haar tijd, waaronder Socrates en Perikles. De laatste verliet zijn vrouw om Aspasia te huwen.
De Oude Romeinen (27 voor Chr.–395 na Chr.)
Ook in het Romeinse rijk waren er mensen – vrouwen én mannen – die hun lichaam verkochten. Zij stonden niet hoog in aanzien: hoewel ze werden geaccepteerd, omdat ‘mannen er nu eenmaal behoefte aan hadden’, werden ze als bedreiging van het huwelijk gezien. Keizer Augustus (63 voor Chr–14 na Chr.) probeerde de ‘sodomie’ aan banden te leggen door seks buiten het huwelijk te verbieden. Ook latere keizers stelden regels om prostitutie minder toegankelijk te maken.
Het christendom
Het christendom was de definitieve doodsteek voor de positieve benadering van prostitutie. Seks buiten het huwelijk, niet gericht op voortplanting, werd veroordeeld tot zondige handeling. Toch werd prostitutie oogluikend toegestaan. Eén van de belangrijkste kerkvaders Aurelius Augustinus (354–430 na Chr.) – die ooit vele minnaressen had, maar na zijn bekering elke puur op genot gerichte vorm van seks ten strengste afkeurde – stelde dat de maatschappij volledig ontregeld zou raken zonder prostituees. Eerbare vrouwen zouden anders ten prooi vallen aan wellustige mannen. Wel werden prostituees uitgesloten van de kerk, zondig als zij waren. Deze visie werd tot ver in de middeleeuwen aangehangen. Prostituees hebben er nu nog steeds last van…
Beeld: Olie op doek / Schilderij van Gerard van Honthorst uit 1625, genaamd De koppelaarster. (Centraal Museum, Utrecht)
Uit het boek Van Lichte Zeden