Maar ook boeken, filmproducties en tv-documentaires over de oorlog, onderwijsmateriaal, werkzaamheden van oorlogsmusea, onderzoeksinstituten, herdenkingscentra en activiteiten rond gedenklocaties en oorlogsbegraafplaatsen zijn onderdelen van deze branche.
In een serie artikelen kijken we nader naar enkele plaatsen waar – in alfabetische volgorde – commercie, educatie, entertainment, gedenken, herdenken en toerisme samenkomen.
Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn
In het eerste deel van deze serie bezoeken we de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn (in de gemeente Venray, Limburg), die dit jaar 75 jaar bestaat. Op Ysselsteyn liggen bijna 32.000 mensen begraven. Het is een “verzamel”-oorlogsbegraafplaats, waar vanaf 1946 vrijwel alle in Nederland gedurende de bezettingsjaren omgekomen Duitse militairen herbegraven zijn. Oorspronkelijk waren ze in veldgraven, op burgerbegraafplaatsen of op kleinere oorlogsgrafvelden in de buurt van waar ze stierven ter aarde besteld.
“Stierven” – en niet “sneuvelden” – want er liggen ook wegens desertie doodgeschoten Duitse soldaten, militairen die een natuurlijke dood stierven, verkeersslachtoffers, zelfmoordenaars, soldaten die in kroegruzies het leven lieten en ruim 200 krijgsgevangenen die omkwamen bij het ruimen van landmijnen. Er ligt personeel van de Wehrmacht, de Luftwaffe, de Kriegsmarine, de SS en de Feldpolizei. Ook zijn er Duitse burgers herbegraven die bij bombardementen in Nederland gedood werden of na de bevrijding in Nederlandse internering stierven (van pasgeborenen tot hoogbejaarden).
Daarnaast liggen er de stoffelijke restanten van tijdens gevangenschap omgekomen NSB-ers (al dan niet veroordeeld) en is een aantal door het verzet geliquideerde collaborateurs bijgezet.
Niet allen zijn in Nederland omgekomen: er rusten ook Duitse militairen die in België en Frankrijk gestorven zijn en postuum verhuisden naar Ysselsteyn. Verder rusten er enkele Duitse militairen die vóór 10 mei 1940 op de Nederlandse kust aanspoelden. Alsmede 87 Duitse militairen die in 1914-1918 in of bij Nederland de laatste adem uitbliezen.
Van circa 4000 op Ysselsteyn begraven personen is de identiteit onbekend.
Nog steeds vinden er nieuwe bijzettingen plaats (dit betreft stoffelijke restanten van vermiste Duitse militairen die bij grondwerkzaamheden worden aangetroffen). Dankzij DNA-onderzoek kunnen velen van hen alsnog geïdentificeerd worden.
Dit oorlogsgrafveld komt sinds 2014 vrijwel jaarlijks in het nieuws door nogal bizarre acties en uitlatingen van één persoon – waarover dadelijk meer.
Bezoekerscentrum
Op 10 oktober j.l. zou het nieuwe bezoekerscentrum bij het immense grafveld officieel geopend worden, met daaraan voorafgaand een open dag. Uit angst voor nieuwe corona-uitbraken is de opening een half jaar uitgesteld, maar het bezoekerscentrum is al enige tijd open.
In de sober ingerichte tentoonstellingszaal bestaat een van de drie wanden uit vitrinekasten, waarin vroegere grafkruizen en -tekens, de kleine kisten die worden gebruikt bij herbegrafenissen en kleine grafvondsten te zien zijn, tegen een achtergrond van enkele stemmige foto’s. Op een tweede wand is deze tekst te lezen:
“”Er komt geen einde aan het herinneren. We kunnen ons niet van onze geschiedenis verlossen. Want zonder herinnering verliezen we onze toekomst.”
Bundespräsident Dr. Frank-Walter Steinmeier,
beschermheer van de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge e.V. op 8 mei 2020 in Berlijn.“We kunnen het verleden niet ongedaan maken. We kunnen en moeten er echter de juiste lessen uit trekken – voor de huidige en toekomstige generaties van onze twee landen en voor een Europa van vrede en vrijheid.”
De Duitse Bundeskanzlerin Dr. Angela Merkel op Bevrijdingsdag, 5 mei 2021.“Op 10 mei 1940 valt het nationaal-socialistische Duitse Rijk het Koninkrijk der Nederlanden binnen. Vijf jaren van onderdrukkende bezetting volgen. In deze periode worden de meest ernstige misdaden tegen de menselijkheid begaan, zoals de vervolging van en moord op Joden, Sinti en Roma, andersdenkenden, verzetsstrijders en andere burgers.
Tot het einde van de oorlog verloren ook Duitsers, Nederlandse collaborateurs en andere buitenlandse vrijwilligers door gevechten, ongelukken, acties van het verzet, ziekte of op andere wijze het leven. Aanvankelijk waren ze verspreid over het hele land begraven, maar vanaf 1946 zijn ze op verzoek van de Amerikaanse militaire autoriteiten samengebracht op één gemeenschappelijke begraafplaats. Vandaag de dag liggen ongeveer 32.000 van deze oorlogsdoden op de oorlogsbegraafplaats in Ysselsteyn.
Het grootste gedeelte van de personen die hier begraven zijn, waren soldaten die gedurende hun krijgsdiensten tijdens oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen. Ook Duitse burgers die tijdens de oorlog in Nederland leefden, liggen hier begraven. Bovendien zijn hier, op basis van huidig onderzoek, ongeveer 2.000 tot 3.000 SS-leden en oorlogsmisdadigers en ongeveer 500 Nederlandse collaborateurs die zich op verschillende manieren schuldig hebben gemaakt aan misdaden, begraven. Veel slachtoffers van deze daders hebben géén graf. De daders hebben getracht elke herinnering aan hun slachtoffers uit te wissen. Zij hebben hun slachtoffers, zowel tijdens het leven als na de dood, iedere vorm van respect ontzegd.
De tentoonstelling vertelt het verhaal van de Duitse inval in het destijds neutrale Nederland, de bezettingsperiode en de lange fase van militaire bevrijding door de geallieerden vanaf september 1944. Ze beschrijft ook het lijden van de Nederlandse bevolking en van de mensen die door de bezetter werden vervolgd. Tevens vertelt de tentoonstelling over mensen die in Ysselsteyn of elders begraven liggen en wier leven op verschillende manieren verbonden is met de bezettingstijd.”
Op een derde wand worden filmbeelden geprojecteerd die het hierboven vertelde verhaal illustreren. Ook zijn er kleine schermen waarop meer informatie over de individuele oorlogsdoden, de begraafplaats en de gebeurtenissen van 1940-1945 opgeroepen kan worden.
De vierde wand is een glaswand met zicht op de laatste rustplaats voor de tienduizenden die vanwege de oorlogs- en rassenwanen van Hitler de dood hebben gevonden.
De waanzin van de oorlog, voelbaar en inzichtelijk
Wie na het betreden van het bezoekerscentrum over de immense begraafplaats rondloopt kan slechts verbijsterd zijn. Rij op rij aan grafkruizen, zo ver het oog reikt. De Duitse overval op Nederland, zichtbaar aan de sterfdata op veel kruizen. 10 mei 1940, 11 mei 1940, 12 mei 1940, 13 mei 1940 en zo gaat het door, met pieken in najaar 1944, als Nederland in de frontlinie komt te liggen, en dan weer in april 1945, de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. En daar stopt het niet: 50 doden stammen uit 1946, 16 uit 1947 en 8 uit 1948 – allen in krijgsgevangenschap of internering omgekomen.
De na de oorlog wegens oorlogsmisdaden terechtgestelde Duitsers en Nederlandse collaborateurs liggen overigens niet op Ysselsteyn: hun lijken belandden in de meeste gevallen in anonieme huurgraven op normale begraafplaatsen. Deze graven zijn al decennia geleden geruimd.
Wie op Ysselsteyn ronddwaalt zal zich bij elk kruis afvragen wat voor verhaal erachter schuilt. In vroeger jaren waren die verhalen zo goed als onmogelijk te achterhalen, tegenwoordig is dat vrij eenvoudig. Op www.nl.findagrave.com/cemetery/2346270 is dankzij het monnikenwerk van Fred van den Munckhof van Stichting Oorlogsslachtoffers voor iedereen met een mobiele internetconnectie bij vrijwel elke steen het verhaal op te roepen.
Horecagelegenheid
In het bezoekerscentrum is ook de horecagelegenheid Brasserie de Paardekop gehuisvest. Er was enig gemor tegen de komst van dit etablissement, omdat het zou getuigen van disrespect voor de doden, maar mijn reisgenoten – de één in de nazi-era gespecialiseerd historicus en de ander een landmachtofficier – vonden het alleen maar prettig dat we na een lange wandeling over het terrein de brasserie konden binnenstappen, iets konden nuttigen en onze indrukken met elkaar konden delen. De andere gasten waren mensen uit de buurt, die er op de zaterdagmiddag van ons bezoek gezellig met elkaar keuvelden.
Ook voor Duitsers die op Ysselsteyn een aldaar begraven familielid willen bezoeken, lijkt me een horeca-etablissement op of dichtbij een begraafplaats een uitkomst. Je kan er op een aangename manier “in de sfeer” blijven. Niks mis mee.
Andere “verzameloorlogsgrafvelden”
Ysselsteyn is niet het enige verzameloorlogsgrafveld in Nederland. Het bekendste is de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats in Margraten, waar anno 2021 circa 8300 Amerikaanse militairen begraven liggen en waar naar schatting jaarlijks zo’n 250.000 bezoekers komen. Oorspronkelijk lagen daar alle in Nederland gesneuvelde Amerikanen, plus velen die in Duitsland en België om zijn gekomen. In tegenstelling tot Ysselsteyn is het aantal graven in Margraten juist afgenomen, van oorspronkelijk 18.000 tot het huidige aantal, doordat stoffelijke restanten alsnog gerepatrieerd werden. Er vinden geen nieuwe bijzettingen plaats: alsnog aangetroffen stoffelijke restanten van in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Amerikanen worden sinds 1994 bijgezet op de Ardennes American Cemetery Neupré (Neuville-en-Condroz, bij Luik).
Ook het Sovjet Ereveld in Leusden, waar 865 krijgsgevangenen uit de voormalige Sovjetunie rusten, is een verzamelbegraafplaats. Jaarlijks wordt het bezocht door circa 15.000 bezoekers.
De Commonwealth War Graves Commission (CWGC), de oorlogsgravenstichting van het Britse Gemenebest, trachtte de doden na de Tweede Wereldoorlog zoveel mogelijk dichtbij de plaats waar ze omkwamen te begraven of te herbegraven. Er zijn 477 grafvelden met CWGC-graven in Nederland te vinden. Het merendeel daarvan zijn burgerbegraafplaatsen met enkele oorlogsgraven. Het gaat daarbij voornamelijk om RAF-personeel. Toch zijn er ook enkele grote verzamelbegraafplaatsen met louter Commonwealth-militairen, zoals bij Bergen op Zoom, Groesbeek, Holten, Nijmegen (Jonkersbos), Oosterbeek, Overloon en Venray. Er is geen betrouwbare schatting van het aantal jaarlijkse bezoekers te geven, maar gezien de cijfers van Leusden, Margraten en Ysselsteyn plus het aantal CWGC- grafvelden, zal het om ettelijke honderdduizenden mensen gaan.
Nederlandse oorlogsbegraafplaatsen
Hoeveel bezoekers de Nederlandse verzamelbegraafplaatsen, de Eerebegraafplaats Bloemendaal en de Erevelden Grebbeberg en Loenen, trekken zijn – op Bloemendaal na, ruim 3000 – geen schattingen bekend. Maar het zal op jaarbasis om tienduizenden mensen gaan.
Waarschijnlijk doen minder mensen de Belgische, Franse, Georgische en Poolse oorlogsgrafvelden aan – maar toch zal het daar eerder om duizenden dan om honderden gaan.
Zie: Tweede Wereldoorlog herinneringscentra, oorlogsbegraafplaatsen en – musea in Nederland, 2021 bezoekersaantallen 2019 voor een overzicht van de locaties en aantallen.
Arthur Graaff – grafhorzel
Zoals hiervoor al gemeld komt Ysselsteyn vanaf 2014 geregeld in het nieuws door nogal bizarre acties van één man, de in 1948 geboren oud-journalist Arthur Graaff. Hij streeft naar ruiming van het grafveld, omdat er enkel nazi’s zouden liggen. Om tot ruiming en een verbod op alle vormen van het herdenken van Duitse oorlogsdoden te komen, bestookt hij vanaf 2017 de burgemeester, wethouders en gemeenteraadsleden van de gemeente Venray met een onophoudelijke stroom aan misleidende persberichten, krankzinnige eisen en dreigementen. Dit alles terwijl de gemeente Venray niet over Ysselsteyn gaat: het terrein is eigendom van het ministerie van Defensie en wordt beheerd door de Volksbund – de Duitse oorlogsgravenstichting.
Graaff noemt zich woordvoerder van de AFVN/BvA, de “Antifascistische oud-verzetsstrijders Nederland / Bond van Antifascisten”. Deze “Bond” bestaat naast Graaff uit een drietal neo-stalinisten en Putin-aanhangers, die onterecht claimen het voormalig verzet te vertegenwoordigen. Penningmeester van dat clubje is een Amersfoortse makelaar, Peter van Griensven. Een man die Graaff regelmatig vergezelt bij zijn acties – waarover later meer.
Graaff manifesteerde Graaff zich op 19 april 2017 tijdens een inspreekavond bij een commissievergadering van de gemeenteraad van Venray (op geluidsband vastgelegd, zie agendapunt 3 voor geluidsopname). Daar kondigde hij een “grote campagne” tegen de “nazibegraafplaats” Ysselsteyn aan, gericht op sluiting.
Henk Bisschops, raadslid voor de PvdA, sprak namens de gehele Venrayse gemeenteraad toen hij daarop reageerde met: “Ik denk dat de heer De Graaff niet begrepen heeft wat het werk van de begraafplaats in Ysselsteyn is. Dat gaat hij ook niet begrijpen, want dat wil hij niet begrijpen. Dus die discussie wil ik ook helemaal niet met hem aangaan. Het is heel vervelend dat hij van buitenaf denkt hier in Venray te bepalen hoe wij met het oorlogsverleden omgaan.”
Graaffs grafschennis
Inmiddels zijn we zeven jaar verder. Graaff is nog steeds bezig met zijn “grote campagne” tegen de Duitse oorlogsbegraafplaats. Tot op de dag van vandaag bestookt hij zowel de gemeente Venray als de Limburgse media met onzinnige persberichten over Ysselsteyn (klik hier voor de recentste, d.d. 19 oktober 2021). Zijn belangrijkste wapenfeit tot dusverre is het op 21 juli 2017 stelen van een door de Bundeswehr op Ysselsteyn geplaatste grafkrans. Een daad die juridisch gezien op grafschennis neerkomt (artikel 149, Wetboek van Strafrecht).
Hij deed dit overigens niet alleen: hij pleegde deze op camera vastgelegde diefstal (door de VPRO op tv uitgezonden op 3 mei 2018, fragment zit op 36’50” – 38’17”) met AFVN-clubgenoot Peter van Griensven (links op bovenstaand screenshot), en publiceerde daar op dezelfde dag nog een triomfantelijke verklaring over op de AFVN-site.
Graaff en Van Griensven zijn voor dit misdrijf – want dat is het – nooit aangeklaagd, laat staan veroordeeld. Waarom niet? Graaff daarover, op 26 oktober 2018:
“Niemand heeft ons aangeklaagd voor grafschennis, omdat dat zich onmiddellijk tegen de klager zou richten: het eren van oorlogsmisdadigers is niet populair in Nederland. En zo hoort het ook… (…) Klaagt u ons gerust aan, voor mijn part ga ik zitten, als u ooit een aanklager vindt die hier zijn vingers aan wil branden of een rechter die ons durft te veroordelen.”
Nu is grafschennis een misdrijf dat eerst na 6 jaar verjaart. Ieder die zich geroepen voelt alsnog aangifte tegen Graaff en zijn medeplichtige te doen heeft daartoe tot medio 2023 de tijd.
Op 24 september j.l. berichtten we over een door Graaff aangekondigde demonstratie bij de opening van het bezoekerscentrum op de Duitse oorlogsbegraafplaats. Graaff heeft die op het laatste moment afgeblazen. Waarom? Op 8 oktober beweert Graaff dat de Duitse ambassadeur na contact met hem ervoor gezorgd zou hebben dat de informatie op de begraafplaats veranderd is. Ook dat klopt niet. Woordvoerder Thomas Walter van de Duitse ambassade berichtte ons dat Graaff ambassadeur dr. Cyrill Jean Nunn een e-mail had gestuurd, waarop Nunn het volgende antwoordde:
“Regarding the war grave site in Ysselsteyn we are currently in close contact with members and institutions of the Dutch Jewish community, historians from Germany and the Netherlands and experts for German and Dutch remembrance culture regarding World War II. Together with the Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge and its representatives in Ysselsteyn our common goal is to contextualize the war grave site in an appropriate way and transform it into a location of information and learning for future generations.”
Oftewel: de nieuwe informatie op Ysselsteyn was al lang en breed aangebracht vóór Graaff de ambassadeur benaderde. Om het nog gekker te maken: in een volgend persbericht, dat op 19 oktober bij de gemeente Venray binnenkwam, heeft Graaff het niet meer over de vermeende toezegging van de ambassadeur als reden voor het afblazen van zijn demonstatie. Nu legt hij de schuld bij de burgemeester van Venray:
“Wat betreft de zg. ’toestemming’ voor onze demonstratie dd 9 okt 2021 tekenen wij beroep aan omdat de burgemeester ons voor die demo slechts 1,5 uur tijd gunde en uitsluitend dreigend bedoelde waarschuwingen meededeelde waarbij elk kuchje tot onmiddellijke arrestatie zou leiden, zonder ook maar met één letter over de gevraagde bescherming tegen agressieve extreem rechtse groepen te reppen, waar we NB uitdrukkelijk om gevraagd hadden. Dit alles kwam in feite neer op een de facto weigering: geen demonstrant van goed fatsoen (zoals wij) gaat twee of drie uur heen en dan weer terug reizen om dan te buigen voor de boze boeman burgemeester van Venray met zijn prikklok- we zijn geen kleuters meer en u zult echt iets beters moeten verzinnen – de BM maakt zich kortom belachelijk.”
De echte reden evenwel is dat geen enkele organisatie, zelfs de AFVN niet, aan deze idiote demonstratie wilde meedoen -zo vernamen we uit zeer welingelichte bronnen. Wat de komst van extreemrechtse groeperingen betreft: we hadden in het eerdere artikel over Graaffs geplande demonstratie al aangetoond dat dit een verzinsel van Graaff was.
Graaff met Davidster
Zoals gezegd vergezelt Peter van Griensven Arthur Graaff vaker tijdens diens acties. Hij is in het publiek gesignaleerd bij een van de vele rechtszaken tegen Graaff. Naar eigen zeggen is hij de maker van de foto’s waarop Graaff te zien is, terwijl deze niet-Joodse actievoerder in een gescheurd jasje en getooid met Davidsster en keppeltje demonstreert voor het Joods monument bij het Design Museum in Den Bosch. Tsja.
Wordt vervolgd.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Met dank aan Henk Bisschops (PvdA Venray), de gemeente Venray, Thomas Walter van de Ambassade van de Bondsrepubliek Duitsland te Den Haag, de Commonwealth War Graves Commission, Henk van den Bos, directeur Eerebegraafplaats Bloemendaal, Helene Briaire van de Oorlogsgravenstichting, Richard Schoutissen van Stichting Oorlogsslachtoffers, Gaston Vrolings en René ten Dam van Bureau Funeralia.
Foto: Zicht vanuit tentoonstellingsruimte Ysselsteyn over grafveld. © Bart FM Droog, 2021.
Het beste boek over de Duitse oorlogsbegraafplaats is:
Hans Sakkers. Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn. Duits beheer over Nederlands erfgoed. Eigen beheer, Koudekerke, 2018.
Bart FM Droog” Bart FM Droog”