Hoofdpersoon Andelmo Farandola leeft als een kluizenaar in een berghut. Zijn eenzaamheid is hem heilig. Maar als de herfst invalt, moet Andelmo wel naar het dorp om voedsel in te slaan. De winkelvrouw reageert verrast: heeft hij dan alles al op? Maar Andelmo kan zich niet meer herinneren dat hij een week eerder al inkopen heeft gedaan en keert verward huiswaarts.
Een oude hond die hem op zijn terugtocht uit het dorp heeft gevolgd, wijkt niet meer van zijn zijde. Andelmo besluit het dier onderdak te geven; wellicht kan hij ongenode gasten op afstand houden, zoals de nieuwsgierige jachtopziener, die zich zorgen maakt om de eenzame kluizenaar. Ondanks het chagrijnige karakter van Andelmo ontstaat er een zekere wederzijdse genegenheid tussen hond en man. Ze voeren hele gesprekken, en de hond accepteert de nukken en luimen van zijn baas, van wie steeds duidelijker wordt dat hij niet echt meer in topconditie verkeert. Jaren geleden al is hij opgehouden met zich te wassen en zijn tanden te poetsen, en zijn geheugen laat hem steeds vaker in de steek.
De twee overleven de winter maar ternauwernood, want helemaal ingesneeuwd en met een extra maag te vullen raken de voorraden sneller op dan gewoonlijk. De opluchting is dan ook groot als de lente komt. Maar dan steekt uit het smeltende ijspak een voet omhoog. Wie is dat lijk en hoe komt die dode daar – heeft de oude man er iets mee te maken? Fantasie, angstbeelden en herinneringen beginnen een kluwen te vormen die het zicht op de realiteit vertroebelen.
Sneeuw, hond, voet is een rauw en wreed, maar ook ontroerend verhaal. Terwijl de woeste natuur, de norse kluizenaar en de barse omstandigheden elkaar weerspiegelen, werken de vaak geestige gesprekken tussen man en hond als kleine lichtstralen in de duisternis. Trefzeker geeft Morandini de verwarde Andelmo Farandola gestalte. Door middel van enkele veelzeggende details over zijn achtergrond krijgt hij een grote diepte. Zo ga je van deze onprettige man (en zijn oude hond) toch een beetje houden.
Claudio Morandini, Sneeuw, hond, voet. Vertaald door Hilda Schraa en Manon Smits, 128 p., Koppernik, € 19,50