Bravoure en traditie gaan hand in hand bij schilder Norbert Tadeusz

Museum MORE heeft weer eens een primeur te pakken. Ditmaal met "Het leven als spektakel", een overzichtsexpositie van Norbert Tadeusz (1940-2011). Elf jaar na zijn dood exposeert de Duitse meester voor het eerst in Nederland.

GORSSEL – Smeuïge verf in felgekleurde vlakken, met bravoure aangebracht op gigantische doeken. Soms te gigantisch om in Museum MORE te passen, waar het grootste werk 404 bij 404 cm meet. “Niet van dat benauwde” lijkt een van de lijfspreuken van Norbert Tadeusz.

Hoewel wereldberoemd in Duitsland, werd hij amper bekend in buurlanden als Nederland en België. Terwijl hij toch uitstekende papieren had: opgeleid aan de prestigieuze Staatliche Akademie Düsseldorf, en wel door de grote Joseph Beuys die hem tot zijn beste studenten rekende. Desondanks trad Tadeusz niet in diens voetsporen. Waar Beuys dé exponent was van de conceptuele kunst, die schilderkunst als elitair en achterhaald afdeed, koos de 20-jarige Tadeusz koppig voor het traditionele ambacht met verf en penseel. “Ich bin kein Künstler, ich bin Maler” was en bleef zijn credo.

Gigantisch

En ja, de schilderlust spat van zijn werk, in verzadigde kleuren: vermiljoen, ultramarijnblauw, violet en smaragdgroen. Een prachtvoorbeeld in verrukkelijk purper, paars en geel is Naakt op draaistoel. Met links de donkergroene gatenplant, die zijn eigenaar overleefde en inmiddels gigantische afmetingen heeft aangenomen. Maar ook de Strowagen, waarbij hij de veelkleurige strohalmen zó uit de tube op het doek drukte. Dit laatste vertelt zijn weduwe Petra Lemmerz, zelf ook kunstenares, die zo vriendelijk is om mij op zaal te begeleiden.

Norbert Tadeusz: Naakt op draaistoel, 1978. Olieverf op doek, 145 x 160 cm. © Estate of Norbert Tadeusz

Monica Zwanger is een doek dat je triomfantelijk toeschreeuwt. Te midden van verticalen en horizontalen − het gestreepte tapijt en de cv-radiator − troont een naakte vrouw, die met gestrekte benen en gespreide armen een panty zo ver mogelijk uitrekt. Monumentale symmetrie kenmerkt haar plastisch geschilderde lijf, de maillot en de indigoblauwe schaduwen op de koningsblauwe vloer.

Maar net als Sacred Space, With Cloth heeft dit werk een spirituele lading, weet Lemmerz: Monica spreidt haar armen als engelenvleugels. Als kind van Poolse immigranten was Tadeusz katholiek opgevoed en verweefde religieuze symbolen in zijn werk. Zo ook in Triptiek, waarop hij ons genereus laat rondneuzen in zijn eerste atelier, compleet met koelkast en een feloranje gordijntje voor het aanrecht. Zelf staat hij in zijn blote billen achter de ezel; het middenpaneel toont een gekruisigde vrouwenfiguur die tegelijk iets gevleugelds heeft.
“Tadeusz hield veel van vrouwen,” lacht Lemmerz en voegt er met klem aan toe: “Mensen zagen hem als een macho, maar hij was juist een groot pleitbezorger van gelijkwaardigheid! Als professor aan meerdere academies raadde hij zijn studentes af om met een kunstenaar te trouwen. Hij vreesde dat ze dan al gauw hun eigen artistieke ontwikkeling zouden moeten opofferen aan de carrière van hun man.”

Engelen

Lemmerz is erg blij met deze expositie, benadrukt ze meermaals. “De kleuren komen hier zo schitterend tot hun recht,” gebaart ze naar Panorama waarop acrobaten in de ringen zweven, hoog boven wat een circuspiste lijkt. Maar nee: “Hij had altijd zulke ringen in zijn atelier hangen en oefende er tot op hoge leeftijd mee. Die piste heeft hij alleen gesuggereerd. En ook die modellen zijn engelen. Tadeusz was dol op de oude meesters als Titiaan, maar ook Tintoretto en die andere Italianen; zij waren zijn helden! En zij schilderden engelen, dus hij dacht: hoe kan ik nu eigentijdse engelen schilderen?”

Dat Tadeusz wortelt in een rijke traditie zie je ook aan het Van Gogh-sentiment in het ongetitelde hooiveld, het Hockney-achtige Miles (Davis) en de rauwe vleespartijen waarmee ook Soutine zich al bezighield. “Dit onderwerp kwam in beeld toen hij met een stipendium in Florence studeerde,” licht Lemmerz toe. “In Italië zag je bij slagerijen vaak een halve os uitgestald en versierd met bloemen. Dat fascineerde hem: zo’n archetypische combinatie van dood en schoonheid. Naderhand heeft hij slachthuizen bezocht, zat daar dan uren te tekenen en werkte dat later uit in verf. Zo wist hij zelfs die geslachte dieren in schitterende kleuren weer te geven,” wijst ze op het goudgeel en vuurrood van Cavallo Pistoiese (1984).

Terpentinedampen

Om gezondheidsredenen moest Tadeusz eind jaren tachtig overschakelen van olie- op acrylverf. “Hij kreeg last van de terpentinedampen,” verzucht Lemmerz. “Misschien hangt het samen met het feit dat hij uiteindelijk aan longkanker is gestorven… Maar de beslissing viel hem zwaar, omdat de kleuren in olieverf zoveel helderder, briljanter zijn.”
Toch is de brille van het scharlakenrood in Caduti II (1997) onloochenbaar, evenals het strepenspel met licht en schaduw bij Zebra en Giraffe (2001). “Hiervoor heeft hij eerst zichzelf van bovenaf gefotografeerd,” legt Petra Lemmerz uit. Want Tadeusz’ enorme atelier Düsseldorf diende tegelijk als podium waarop hij zelf scènes regisseerde, fotografeerde en in verf uitwerkte.
“Het begint vaak met doodgewone onderwerpen. Maar daar komen soms behoorlijk spectaculaire schilderijen uit voort,” zei Norbert Tadeusz ooit.
En spectaculair bleef hij − ook in acrylverf.

Te zien t/m 2 oktober 2022 in Museum MORE , Gorssel.

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.