Augustus heeft redenen genoeg om stil te staan bij de genocide tegen de yezidi’s in Irak. Op 3 augustus 2014 begon de terreurgroep haar dodelijke campagne tegen dit volk. Twaalf dagen later kwam er een bloedig einde aan de bezetting van het yezidi-dorp Kocho, dat had geweigerd zich over te geven aan ISIS. En dan is het op 21 augustus ook nog Internationale Herdenkingsdag voor Slachtoffers van Terreur.
We zijn acht jaar verder. In de zomer van 2017 verloor ISIS de laatste slag in Irak, en anderhalf jaar later in Syrië. Voor yezidi’s is het echter allerminst voorbij. Niet alleen omdat er nog steeds 2717 leden van hun volk vermist zijn, en omdat nog lang niet alle massagraven zijn geruimd. ISIS ontvoerde zo’n zevenduizend yezidi’s en vermoordde er naar schatting twaalfduizend.
Acht jaar later zit de grote meerderheid van hun volk in Irak nog steeds in de opvangkampen die in 2014 voor hen zijn ingericht in de Koerdische Regio van Irak. Vaak wonen ze daar nog in tenten, die ’s winters herhaaldelijk in brand zijn gevlogen als gevolg van de kacheltjes die wat warmte moeten brengen. Met tal van dodelijke slachtoffers als gevolg.
In die kampen wachten nog 200.000 mensen op de mogelijkheid terug te keren naar huis in de yezidi-provincie Sinjar. Hoewel die eind 2015 alweer uit de handen van ISIS was getrokken, is nog maar een klein deel van de 400.000 yezidi’s die Sinjar ontvluchtten, teruggekeerd. Na de bevrijding is er een nieuwe machtsstrijd ontbrand om de provincie.
Aanvallen
De Koerden vinden dat Sinjar bij Koerdistan hoort, want voor hen zijn yezidi’s de oorspronkelijke Koerden – wat veel yezidi’s uit Sinjar bestrijden. Voor Bagdad is Sinjar Iraaks. En dan is er nog de invloed van de Turks-Koerdische verzetsbeweging PKK, die de yezidi’s in 2014 te hulp schoot toen de Iraakse Koerden hen in de steek hadden gelaten. De aanwezigheid van hun strijders en een aan de PKK-gelieerde yezidi-militie is voor Turkije aanleiding tot regelmatige aanvallen.
Yezidi’s die terugkeren komen tussen de vuren terecht. Daarnaast is er nog veel te weinig gedaan aan het weer opbouwen van instituties. En ligt een groot deel van de provincie, en met name de hoofdstad Sinjar, nog in puin.
Het gevolg is dat yezidi’s zich niet gehoord voelen. Ze kunnen niet naar huis terug. De kampen worden steeds onleefbaarder. Terwijl ze zien dat er wel aandacht is voor het lot van westerse vrouwen van ISIS-strijders. ‘De meeste ISIS-vrouwen leven beter dan ik,’ zei de 28-jarige Leila tegen het TV-station Akhbar.
Ze zat vijf jaar bij ISIS vast als seksslaaf. Tien van haar familieleden worden nog steeds vermist, onder wie haar vader en broers. ‘We willen de lichamen van onze martelaren terug of als ze nog leven willen we nieuws van hen. Ze blijven maar zeggen: heb geduld. We hebben geen geduld meer.’ Leila wil niet in Irak blijven en heeft asiel gevraagd in Australië. ‘Als ik vertrek kom ik nooit terug. Ik ben Iraaks en als slaaf gehouden door een Iraakse man.’
Smokkel
Zoals Leila zijn er velen. Steeds meer yezidi’s vertrekken naar Europa, via dezelfde smokkelroutes als duizenden Koerden en Irakezen. Zoals een groep van dertien yezidi’s die onlangs per bus naar Turkije vertrok, om vanuit daar per boot naar Griekenland te worden gesmokkeld. Met kans om te verdrinken, of om door de Griekse kustwacht terug te worden geduwd naar Turkije.
Ze gaan met een gebroken hart, zegt de Baba Chawish, een van de geestelijke leiders van de yezidi’s. ‘Maar we kunnen ze niet tegenhouden. De levenden zijn ook dood.’
De opname is alweer enkele jaren oud, maar aan de situatie is niets veranderd. Daar komt bij, dat de Iraakse overheid is begonnen om ISIS-families en daders uit Syrië te repatriëren. Ze worden in Irak ondergebracht in speciale kampen en de daders worden berecht. Veel Irakezen voelen zich echter bedreigd door die regeling, en dat geldt zeker ook voor yezidi’s.
Zij zijn zich ervan bewust dat de overtuiging van ISIS, dat zij ongelovigen zijn, nog steeds door velen wordt gedeeld. In Irak zijn genoeg mensen te vinden die hen als onrein beschouwen en daarom bijvoorbeeld weigeren hun voedsel te eten. Alle pogingen van internationale NGOs ten spijt, zijn die vooroordelen allesbehalve uitgeroeid.
Yezidi’s bekijken foto’s uit Mosul waarbij jonge kinderen religieus onderwijs krijgen in de Al Rahma moskee in Mosul dan ook met argwaan. Zullen zij niet gehersenspoeld worden om niet-moslims te beschouwen als ongelovigen die gedood moeten worden?
Vermoord
Veiligheid is voor yezidi’s vijf jaar na de val van ISIS allerminst gegarandeerd. Zo werden in de Koerdische stad Zakho de yezidi-ontheemde Farouq Mirza en zijn 6-jarige dochter Akheen vermoord. Het meisje werd eerst verkracht, zoals de dader ook met andere kinderen gedaan heeft. Hij zou zijn opgepakt, maar duizenden yezidi’s in de Duitse stad Hannover gingen de straat op om gerechtigheid voor vader en dochter te eisen.
Niet alleen Irak is onveilig, ook in Duitsland zijn yezidi’s hun leven niet zeker. In datzelfde Hannover viel een radicale moslim (volgens sommige berichten een Somaliër die thuis een ISIS-vlag had) Naif Avdel Tamo en zijn zuster aan met een mes toen ze op weg waren naar de supermarkt. Naif werd gedood, zijn zuster raakte ernstig gewond. Naif had dagen eerder met andere yezidi’s publiekelijk de slachtoffers van de genocide door ISIS herdacht.
Die onveiligheid, en het gevoel ervan, heeft veel te maken met het uitblijven van een berechting van ISIS-daders voor de misdaden die hij of zij hebben begaan tegen yezidi’s. In Irak wordt niemand daarvoor berecht omdat voor alle ISIS-daders de terreurwet wordt gehanteerd. Alleen in het buitenland, en met name Duitsland, spelen de getuigenissen van yezidi’s over het aandeel van een verdachte bij de genocide een rol bij de berechting.
Eind november werd in Duitsland voor het eerst een ISIS-dader tot levenslang veroordeeld wegens zijn aandeel in de genocide. Hij en zijn Duitse vrouw hadden een yezidi-vrouw en haar vijfjarige dochter gekocht als slaven. Ze maakten het kind buiten in de zon vast waar ze stierf van de dorst.
Genocide
Politicus Pieter Omtzigt pleitte er tijdens een recent debat voor om buitenlandse ISIS-leden die naar hun land terugkeren, niet voor kleinere misdaden te berechten, maar voor medeplichtigheid aan genocide.
Veel teruggekeerde Nederlands ISIS-daders kregen tot nu toe straffen die daarmee niet in verhouding staan. De Nederlandse Openbaar Ministerie heeft daarom de herdenking van de ISIS-inval in Sinjar aangegrepen om een oproep te doen aan getuigen van genocide om zich te melden. Ze vraagt yezidi’s om met informatie te komen over mogelijke daders met een Nederlandse nationaliteit.
Volgens het Internationale Misdadenteam van de Nederlandse politie wil de Nederlandse regering dat daders van oorlogsmisdaden en internationale misdaden worden geïdentificeerd en berecht. Zo wil men voorkomen dat daders in Nederland onderdak vinden en ongestraft blijven. En vooral ook dat geen situaties ontstaan zoals die in Duitsland, waarbij slachtoffers geconfronteerd worden met de misdadigers die ze ontvluchtten.
Kidnapper
Dat gebeurde in 2018, toen een yezidi vrouw haar vroegere kidnapper op straat tegenkwam. Hij bedreigde haar. Ze meldde het voorval aan de politie, die de man echter niet kon vinden. De vrouw vluchtte daarop terug naar Irak en durft niet meer terug naar Duitsland. Volgens yezidi’s in Duitsland staat het voorval niet op zich en hebben meerdere yezidi-vrouwen de ISIS-daders die hen als seksslaaf hielden in Duitsland gezien. Uit Nederland zijn dergelijke meldingen overigens niet bekend.
Deze verhalen houden yezidi’s die Irak willen verlaten echter niet tegen. Ze schatten de kansen op herhaling van de moorden in eigen land inmiddels groter in, dan in welk ander land ook. En zoals de Baba Chawish zegt: iedere volgende aanval op yezidi’s is altijd groter geweest dan die ervoor.