Iraks Wikileaks en tijden van onrust

Tapes van een Iraakse leider die andere leiders uitscheldt en geweld aankondigt. Ministers en gouverneurs die op de koran zweren hun partijleider vóór hun functie te stellen. Het is Iraks eigen Wikileaks. De gelekte tapes lijken de aanzet voor nieuwe, massale betogingen tegen de corrupte politieke elite.

Irak is in de ban van lekken. In korte tijd zijn negen belangrijke geluidsopnames en video’s gelekt over corruptie en belangrijke politici die erbij betrokken zijn. Op het moment wordt er in Irak over weinig anders gepraat dan over deze Iraakse WikiLeaks.

De Iraakse journalist Ali Fadhil post ze vanuit Washington op Twitter, onder het motto: Het is gevaarlijk gelijk te hebben als de regering ongelijk heeft.

Voor journalisten in Irak is dat motto volkomen begrijpelijk. Omdat media daar verbonden zijn aan partijen, is alles wat ze naar buiten brengen gecensureerd. Ik ken voorbeelden genoeg van journalisten die probeerden over corruptie te berichten, en in het beste geval gemolesteerd of beschoten zijn, maar in meerdere gevallen vermoord.

De video’s die Fadhil naar buiten brengt, zouden hem in Irak allang zijn leven hebben gekost. En mede daarom zijn ze een regelrechte hit. Maar vooral ook om de feiten ze die onthullen. Waarvan velen wel een idee, of misschien zelfs weet hadden, maar waarvan het bewijs niet eerder was te horen of te zien.

Maliki

Het begon half juli met zes geluidsfragmenten van gesprekken van de Iraakse oud-premier en leider van een van de grotere sjiitische partijen, Nouri al-Maliki. Op een ervan praat hij met sjiitische leden van de Iraakse regering en beschuldigt zijn grootste opponent, geestelijke Moqtada al-Sadr van ontvoering en moord. Hij geeft aan geweld niet te zullen schuwen, waarmee hij een burgeroorlog lijkt aan te kondigen.

“De volgende fase is strijd (…) om onszelf te verdedigen, Sadr wil doden en afslachten. Ik (…) heb de Iraakse premier, Mustafa al-Kadhimi gezegd dat ik zijn leger en politie niet vertrouw. Ik vertrouw ook de PMF niet. Ze zijn nu een stel angsthazen,” zei Maliki in het vierde fragment, waarvan inmiddels wel vaststaat dat het authentiek is. Met de PMF bedoelt hij het platform van sjiitische milities.

“We hebben wapens nodig. Ik zal mezelf verdedigen als anderen dat niet kunnen. Ik kan mezelf verdedigen. Ik werk eraan om tien tot vijftien groepen klaar te maken voor de strijd (…). Wie weet val ik Najaf aan als Sadr mensen of de sjiitische Marjaeya aanvalt, want deze man wil wraak en bloed, hoewel hij een lafaard is, hij wil geld en hij heeft het land gestolen.” De Marjaeya is de geestelijke leiding van de sjiïeten, onder leiding van groot-ayatollah Ali al-Sistani, die zetelt in Najaf.

Gevaar

Sadr zei dat de opnamen zijn leven in gevaar brachten en riep justitie op ze te onderzoeken. Zo’n onderzoek is aangekondigd, maar de uitkomst ervan is niet bekendgemaakt. In een vijfde fragment, benadrukten Maliki en andere pro-Iraanse militieleiders de noodzaak voor “bloedvergieten in Irak met toestemming van fatwa’s van de religieuze leiders”. Daarop riep Sadr Maliki op zich over te dragen aan justitie en zich uit de politiek terug te trekken. Na deze vernietigende gedachten heeft hij heeft geen recht Irak te leiden, aldus Sadr, want dat zal leiden tot de vernietiging van Irak en haar mensen.

Irak was weken in de ban van de opnames, en ze verscherpten de politieke crisis waardoor de vorming van een nieuwe regering nu al tien maanden duurt. Ze leidden indirect tot de bezetting door Sadr’s aanhang van het Iraakse parlement, en onlangs tot een kortstondige blokkade van de hoogste federale rechtbank. Sadr weigerde daarna oproepen tot dialoog met de andere sjiitische leiders, en richt zich alleen nog op vervroegde verkiezingen als wapen om uit de huidige politieke crisis te komen.

Inmiddels ging Ali Fadhil door met het openbaar maken van opnamen. En die geven een onthullend inkijkje in de psyche, de manier van denken en de binnenkamers van de Iraakse elite.

Telefoontje

Zo is het opnieuw een geluidsfragment dat de voormalige gouverneur van Salahadin, Ahmed al-Jubouri aan de schandpaal nagelt. De ex-gouverneur, die bekend is onder de naam Abu Mazen (vader van Mazen) en te boek staat als erg corrupt, krijgt daarop een telefoontje van een ene Mohamed al-Hajaf. Die heeft een boodschap van een rechter, die Faisal al-Azawi heet, en Abu Mazen verzoekt hem in ruil voor geld te benoemen als rechter aan een rechtbank. Vijftien anderen zouden banen moeten krijgen bij het ministerie van Onderwijs. Het geld (300 miljoen Iraakse dinar, ruim 200.000 dollar) is al bij een andere rechter gedeponeerd.

Ook hier heeft justitie in Irak een onderzoek aangekondigd. Iedereen weet in Irak dat banen worden verhandeld en dat daarbij veel geld omgaat, maar deze opname maakt opeens wel heel duidelijk hoe dat in z’n werk gaat.

Daarbij is het belangrijk om te noemen dat Abu Mazen zich (als enige soennitische politicus) gelieerd heeft aan de grote sjiitische blokken van Maliki en andere sjiitische leiders als Mehdi al-Amiri. En dat uit de gelekte geluidsfragmenten van Maliki vooral ook blijkt hoe anti-soennitisch hij is, waarbij hij alle soennieten wegzet als Baathi’s (dus aanhangers van dictator Saddam Hoessein) en een gevaar voor Irak.

Belang

Dat Abu Mazen desondanks geen afstand van hem heeft genomen, geeft aan hoe groot zijn zakelijke belangen zijn. En dat kan je ook opmaken uit gelekte videofragmenten van mannen die hem met de hand op de koran iets beloven. Op de eerste is het de voormalige minister van Industrie, Saleh al-Jubouri, die zweert dat hij als minister trouw zal zijn aan het hoofd van de partij, Abu Mazen, en al zijn aanwijzingen zal volgen. Op de tweede, meest recente, doet een oud-gouverneur exact hetzelfde.

Politici gaat het niet om het volk, dat weten de Irakezen allang. Maar dat ze dat zelfs vastleggen door een eed af te leggen waarin ze precies het tegengestelde beloven, is schokkend. Beide gevallen worden natuurlijk ook juridisch onderzocht, want die eed is in strijd met hun benoeming. Maar of er van de rechterlijke macht iets moet worden verwacht, is maar de vraag. Want dat die bepaald niet onafhankelijk is bleek al voor de gelekte opname uit gerechtelijke uitspraken, of juist het gebrek eraan.

Ali Fadhil probeert met zijn onthullingen niet alleen duidelijk te maken wat er binnenskamers gebeurt in de Iraakse politiek, maar hij hoopt dat zijn onthullingen ook leiden tot het bestraffen van corruptie en zelfverrijking. Voorlopig heeft hij de Iraakse media in ieder geval weer voldoende stof gegeven voor uren televisie en volle kranten. Anderhalve maand na zijn eerste onthullingen heeft hij echter onder zijn collega’s in Irak nog geen navolging gekregen. Daarvoor voelen die daar zich veel te kwetsbaar voor.

Impact

Daaruit valt iets belangrijks op te maken over de mogelijke impact van de tapes. Ze tonen niet alleen hoe onverbeterlijk verdeeld de Iraakse politiek is. Maar vooral ook hoe die gedreven wordt door mannen voor wie macht een obsessie is waarvoor ze alles uit de kast halen om die te behouden. Waarbij ze zich door niemand laten stoppen.

Moqtada al-Sadr lijkt tot dezelfde conclusie te zijn gekomen. Enkele dagen nadat hij (vergeefs) alle politieke leiders had opgeroepen om op te stappen en de kans te geven aan een nieuwe generatie politici, heeft hij zich teruggetrokken uit de politiek. Daarmee hoeft hij geen verantwoordelijkheid te nemen voor de rellen die uitbreken.

Want zijn aanhangers zijn er na de tapes alleen nog maar meer van overtuigd dat van de huidige generatie Iraakse politici, niemand deugt. Dat ze elkaar de hand boven het hoofd houden, net als hun vriendjes die ze aan banen en functies hebben geholpen. Voor Sadr’s aanhang, die zeker een miljoen Irakezen bedraagt, is de enige oplossing hen allemaal te verjagen.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten