Het taboe van de Joodse ontvoerde kinderen in Koerdistan

Ontvoerd vanwege hun geloof: het overkwam niet alleen de yezidis onder de radicale moslimgroep ISIS. In een verder verleden zijn in Iraaks Koerdistan ook Joodse kinderen ontvoerd. Hoeveel weten we niet, want het was een taboe. Maar het moeten er duizenden zijn geweest.

Ze was tien jaar toen ze uit het huis van haar ouders werd gehaald. Het was vroeg in de avond, en er was verder niemand thuis. Niet lang daarna zou de familie naar Israël gaan, samen met de meeste andere Koerdische Joden, op basis van een speciale regeling van de Iraakse overheid.

“Ik heb het trauma mijn hele leven bij me gedragen,” zucht Maya, een 86-jarige Israëlische van Koerdische afkomst. “Ik had niet eens mijn schoenen aan.”

Tijdens haar relaas over haar vertrek in 1950 naar Israël met haar familie uit Iraaks Koerdistan is het eruit geglipt: hoe ze als jong Joods meisje gekidnapt is door een familie uit haar Koerdische dorp.

Een paar huizen verderop woonde een 18-jarige jongen die zijn zinnen op haar had gezet. Joodse meisjes waren gewild onder de Koerdische jongens omdat ze zo mooi waren, wordt er als verklaring gegeven als ik rondvraag onder oudere Koerdische Joden in Israël. Voor de meisjes betekende een huwelijk met een moslim dat ze uit de Joodse gemeenschap werden gestoten.

Kindhuwelijken

Om dat te voorkomen huwelijkten ouders hun dochters al vanaf hun twaalfde uit, vaak aan een familielid. Maar Maya was nog maar tien. Toch begreep ze heel goed wat er gebeurde, want het was al de tweede keer. Niet lang daarvoor had een vrouw haar meegelokt toen ze met haar moeder bij de rivier was om de was te doen. Wat verderop stonden mannen te wachten, en ze werd meegenomen – voor diezelfde zoon. Toen was ze nog dezelfde dag teruggevonden.

Bij de tweede poging verhuisde zijn familie haar een week lang van dorp naar dorp om te voorkomen dat ze opnieuw gevonden zou worden. Te eten kreeg ze bijna niet, herinnert ze zich, want steeds werd ze weer ergens anders verstopt. Ondertussen probeerden de vrouwen haar tevergeefs over te halen met de jongeman te trouwen. Ze haalden zelfs een Joodse vrouw om haar om te praten.

Haar vader, een welgesteld en invloedrijk man in het dorp nabij de latere Koerdische hoofdstad Erbil, was naar de politie gegaan. Er was een grote zoektocht op gang gebracht. Toen de familie dat hoorde, verstopte ze de kleine Maya tussen de schapen in een ren. Daar vond de politie haar, maar pas nadat de Joodse vrouw had opgebiecht waar ze te vinden was.

“Verwacht je van mij echt dat ik Koerden goede mensen vind?” vraagt Maya aan het einde van haar relaas bitter. “Als je Joods bent en een moslimjongen neemt je mee, dan is dat je einde.” Voor haar betekende het dat ze getekend was; haar eer beschadigd. De meeste Joodse families beschouwden haar niet meer als een passende bruid voor hun zonen. Uiteindelijk zou ze op haar zestiende in Israël worden uitgehuwelijkt aan haar achterneef Mordechai, die zeventig jaar later haar verhaal geduldig aanvult.

Normaal

Die ontvoeringen waren heel normaal in die tijd in Koerdistan, zegt hij. Waarom deden moslims dat? “Als een moslim iemand bekeert, denkt hij dat hij naar de hemel gaat,” zegt Maya fel. Haar antwoord brengt associaties met gebeurtenissen in Irak een eeuw later, toen de terreurgroep ISIS in 2014 vrouwen en kinderen van de Yezidi-minderheid ontvoerde omdat ze volgens de radicale soennieten ‘ongelovigen’ waren. Ze kregen Koranles en moesten zich bekeren tot de islam. Veel van de ontvoerde kinderen zijn nog altijd zoek – net als de Joodse kinderen niet teruggevonden zijn.

Wat de Yezidi’s in Koerdistan van nu gemeen hebben met de Joden van een eeuw geleden is dat beide minderheden zijn in een door moslims gedomineerd systeem. De Joden leefden weliswaar vreedzaam samen met de moslims die hen als ‘volk van het boek’ beschouwden, maar ze betaalden voor hun veiligheid. Ze waren afhankelijk van de plaatselijke autoriteit, de agha, van wie sommigen hen beschouwden als slaven die het werk deden op hun land. Iraaks Koerdistan liep in de jaren ’40 van de vorige eeuw nog ver achter op steden als Bagdad en het naburige Mosul.

Anders dan de Yezidi’s hoefden Joodse meisjes zich na zo’n huwelijk niet altijd tot de islam te bekeren. Hun geloof werd immers geaccepteerd in de Koran. En anders dan in het Jodendom bepaalt in de islam de vaderlijn je geloof.

Veel Koerdische families in Israël hebben verhalen over ontvoerde dochters. Shalom Sabah, emeritus-hoogleraar Kunstgeschiedenis en Folklore aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, vertelt dat zijn oudste zus, Rifka, als baby in Zakho ontvoerd is door een Arabische min. Hij heeft haar nooit gekend. Zijn moeder kon haar eerstgeboren dochtertje niet voeden en gaf het tegen betaling tijdelijk mee aan een Bedoeïense. Die bracht Rifka echter niet terug, en toen de vader de baby ging zoeken, bleek de vrouw spoorloos.

Jongetje

Ook Maya’s echtgenoot kent een voorbeeld van een kind dat ontvoerd is. “Voor ons vertrek naar Israël woonden we een tijdje in Erbil,” zegt hij. “Daar was een moslimvrouw die een Joods kind meenam. Alleen doordat iemand het had gezien, wisten ze het jongetje terug te halen.”

Kleine kinderen werden ontvoerd om op te voeden in een moslimgezin, of omdat ouders kinderloos waren gebleven. Meisjes waren bestemd voor een huwelijk. Joodse ouders beschermden hun kinderen daarom vanaf hun geboorte door zilveren amuletten in allerlei vormen, opnieuw net als in het verleden yezidi-kinderen.

Historicus en schrijver Yona Mordechai die in Israël tal van boeken heeft geschreven over de Joodse Koerden, zegt: “Juist om niet ontvoerd te worden, gingen Joodse meisjes niet naar school. We waren immers een minderheid in een moslimomgeving.” Hoeveel kinderen er zijn ontvoerd is onbekend. Het was een taboeonderwerp. Maar het moeten er duizenden zijn geweest, want het is vrijwel zeker eeuwenlang gebeurd.

Ook armoede speelde een rol. De Joden vormden de laagste klasse in de Koerdische maatschappij en velen waren arm. “Omdat de situatie moeilijk was, kwam het ook voor dat een vader zijn dochter aan een moslim verkocht omdat zijn gezin het geld nodig had,” zegt Mordechai in zijn werkkamer in Jeruzalem. Hoe vaak dat gebeurd is, is achteraf al evenmin vast te stellen.

Vrouwen

De meeste families die het overkwam spraken er niet over, zegt schrijver Shaul Elazer, die afkomstig is uit het Koerdische Halabja. Onlangs publiceerde hij in Israël een boek waarin hij schrijft over de mooie vrouw van zijn grootvader, die het verlangen van de lokale agha had opgewekt. Want niet alleen Joodse meisjes, maar ook volwassen vrouwen waren prooi – alweer synoniem aan wat er later met de Yezidi’s gebeurde.

“Ze danste tijdens een bruiloft in Halabja, en de plaatselijke Agha Beg was uitgenodigd,” vertelt hij in een tuin in een stad nabij Jeruzalem. “Er zijn twee versies. De eerste hoorde ik van zijn kleinzoon. Die zegt dat de agha verliefd werd, en dat zij die gevoelens beantwoordde. Hoewel ze twee kinderen had met haar man, vroeg ze hem om een get, een scheiding. Ze trouwde met de agha.”

Elazer vindt de tweede versie, die hij uit onafhankelijker bronnen noteerde, waarschijnlijker. “De agha gaf de echtgenoot een paar dagen om toe te stemmen. Maar de vrouw noch haar man wilde scheiden. De agha accepteerde echter geen nee en stuurde zijn mannen om haar bij hem te brengen.”

De Joodse kinderen die in Koerdistan zijn ontvoerd, zijn meestal niet teruggevonden. Net als Yezidi’s zijn ze opgevoed als moslims en kregen nieuwe namen, de meisjes trouwden en kregen kinderen. Doordat er in de schaamtecultuur van Koerdistan niet over werd gepraat, kwam het meestal buiten de orale overlevering in de families terecht. Het werden goed bewaarde geheimen. DNA-onderzoek is in Irak nog nauwelijks mogelijk, maar dat moet een interessante uitkomst opleveren. Want veel Koerden zullen vanwege de ontvoeringen in het verleden, onverwacht Joods bloed blijken te hebben.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten