De opname van zijn opus magnum The Sinking Of The Titanic uit 1975 voor Brian Eno’s Obscure Records beleeft na bijna een halve eeuw een heruitgave op CD en LP, onder meer als onderdeel van The Complete Obscure Records Collection – 75/78, een unieke boxset die de volledige catalogus van Brian Eno’s invloedrijke label bevat.
Gavin Bryars werd geboren in Yorkshire, Engeland. Zijn eerste stappen in de muziek zette hij als jazz-bassist begin jaren zestig met improvisatoren Derek Bailey en Tony Oxley. Hij werkte samen met de componisten John Cage en Cornelius Cardew, met het Hilliard Ensemble en het Arditti Quartet. Hij richtte het Portsmouth Sinfonia op en ging met Brian Eno in zee voor diens legendarische Obscure-label.
The Sinking Of The Titanic was Bryars’ eerste grote compositie. Het stuk is gebaseerd op de hymne die, volgens de overlevering, de zes strijkers van het scheepsorkest van het luxe Britse passagiersschip RMS Titanic niet ophielden te spelen toen hun schip tijdens zijn eerste reis, van Southampton naar New York City, op 15 april van het jaar 1912 in de golven van de Atlantische Oceaan verdween, nadat het enkele uren eerder op een ijsberg was gevaren. Van de 2201 mensen die aan boord waren, overleefden er 711 de ramp. Onder hen waren niet de musici.
The Sinking Of The Titanic, in 1975 geproduceerd door Brian Eno als eerste release voor Obscure, voert de luisteraar binnen in een hypnotiserende en aangrijpende wereld vol onaardse schoonheid, tragisch en diep ontroerend. De muziek refereert in de manier waarop het stuk zich ontwikkelt – een voortdurend herhaald thema waar elementen aan worden toegevoegd en weer weggehaald – onder andere aan een theorie van de Italiaan Guiglielmo Marconi (1874-1937), de uitvinder van de draadloze telegrafie. Die betoogde dat geluiden, eenmaal opgewekt, nooit zullen sterven, alleen maar zwakker en zwakker worden, tot we ze uiteindelijk niet meer (kunnen) horen.
Het album waarmee Brian Eno’s Obscure-label ooit van start ging beleeft nu, na bijna een halve eeuw, bij het Amerikaanse label Superior Viaduct de allereerste heruitgave op vinyl.
Opus Magnum
Velen beschouwen The Sinking Of The Titanic als een van de hoogtepunten uit de canon van de modern-klassieke muziek. Het is Gavin Bryars’ opus magnum. Maar er is meer. Kant twee van het album bevat een minstens zo indrukwekkende compositie. Jesus’ Blood Never Failed Me Yet is gebaseerd op een bandopname van een oude Londense zwerver in het begin van de jaren zeventig. Medewerkenden zijn onder anderen Derek Bailey, Michael Nyman en John White.
De werkwijze die hij bij The Sinking Of The Titanic had gebruikt, paste Bryars ook hier toe. Jesus’ Blood Never Failed Me Yet is een compositie met een verhaal. In 1971, toen Bryars in Londen woonde, maakte Alan Power, een bevriende filmmaker, een documentaire over de daklozen die zich in Londen bij Elephant & Castle en Waterloo Station ophielden. De regisseur vroeg Bryars of hij met de geluidsbanden van de film kon helpen. Toen hij daarmee bezig was, hoorde de componist voor het eerst de stem die later zo’n belangrijke rol in zijn muzikale leven zou spelen. Terwijl ze werden gefilmd zongen sommige zwervers, stukjes opera, een volksliedje, een sentimenteel deuntje. Een van hen, een oude man, niet dronken zoals anderen, zong een religieus lied: Jesus’ Blood Never Failed Me Yet. Zijn stem was breekbaar als dun geblazen glas, maar tegelijkertijd krachtig in zijn vertrouwen op de God die hem uiteindelijk in zijn liefdevolle armen zou opnemen: “There’s one thing I know, for He loves me so…” Het gedeelte waarin dit lied zat, viel echter af voor de film en kwam in het bezit van Bryars die alle niet gebruikte tapes kreeg. Toen de componist de band later thuis afspeelde, ontdekte hij dat het zingen van de oude man op een of andere manier perfect aansloot bij zijn eigen pianospel en dat met name van het eerste deel een bijna hypnotische werking uitging. Hij maakte er een loop van, in eerste instantie om deze te gebruiken in een Pop Art of Minimal Art productie, maar uiteindelijk vond hij het materiaal te complex en te rijk in zijn soort om het “voor zoiets simpels te gebruiken”.
Het verhaal gaat verder dat Bryars, toen hij in de studio aan het werk was en op een gegeven moment naar de kantine ging voor een kop koffie of zoiets, de deur open liet staan van de ruimte waarin de tape speelde en dat hij, toen hij terugkwam, tot zijn grote verbazing de atmosfeer sterk veranderd vond. Mensen waren veel minder lawaaiig dan gebruikelijk en een paar zaten zachtjes voor zich uit te huilen, in de ban van de stem van een zwerver op een tape die nog altijd speelde, en de componist realiseerde zich dat hij iets in handen had waar hij heel voorzichtig mee om moest gaan.
Om een lang verhaal kort te maken: Bryars maakte een orkestratie van het werk en een eerste versie kwam in 1975 terecht op een elpee die uitkwam bij Brian Eno’s Obscure Records. Deze opname was evenwel, omdat ze voor vinyl-plaat was, aan de korte kant. De componist greep dan ook gretig toe, toen hem de kans werd geboden om voor het label Point Music van Philip Glass een nieuwe Jesus’ Blood (nu voor CD) op te nemen, met onder anderen Tom Waits, wiens stem zich aan het eind van de opname bij die van de zwerver voegt, en hem optilt.
“Hij bleef dat optimisme houden, dat eenvoudige geloof, dat het leven fundamenteel een goed iets is” – (Gavin Bryars over de onbekende zanger van Jesus’ Blood)
Troostende kracht
Van Jesus Blood’ Never Failed Me Yet gaat volgens velen een grote, troostende kracht uit, die de oude zanger zelf nooit in Bryars’ versie heeft gehoord. Men had bij de eerste opname in 1975 geprobeerd iets over hem te weten te komen, maar alle naspeuringen leverden niets op.
Bryars had graag zijn royalty’s met de man willen delen, zei hij, toen ik hem begin jaren negentig over Jesus’ Blood sprak, maar helaas kende niemand zijn naam. Bryars: “Het was tijdens de filmopnamen al duidelijk dat hij nog slechts een paar maanden had te leven. Hij was een eind in de tachtig en door het leven op straat erg verzwakt. Niemand wist wie hij was. Maar plotseling, terwijl we de eerste opnamen maakten, was hij daar. Hij dolde een beetje met de film-crew, met wie hij een spel speelde waarbij ze elkaars hoeden opzetten. We weten niets over hem, wat het in zekere zin allemaal nog aangrijpender maakt. Ik had hem graag leren kennen. Ik had hem graag in de studio gehad, bij de eerste opnamen, zodat hij kon horen hoe zijn stem klonk, samen met een orkest, op een manier zoals hij die nog nooit eerder had gehoord.”
De componist was zich bewust van de grote emotionele uitwerking die Jesus’ Blood op mensen had, maar, voegde hij eraan toe, het was nooit zijn bedoeling geweest om een stuk te maken met het vooropgezette plan om mensen op dat niveau aan te spreken.
“In feite probeerde ik het gevoel dat ik zelf had, toen ik voor het eerst die stem hoorde, die me erg aangreep, om die ervaring, dat gevoel terug te krijgen en te verlengen. Die stem zo vervormen dat het resultaat iets totaal anders zou zijn, wilde ik zeker niet. De stem moest hetzelfde blijven, alleen in een ander soort omgeving, om zo de melodie naar een volgend niveau te tillen. Uit respect voor de stem is de muziek geworden zoals ze is, niet om er een emotioneel stuk van te maken. Het werd een emotioneel stuk; ík vind het een emotioneel stuk om naar te luisteren; anderen vinden het een emotioneel stuk om naar te luisteren. Ik ken heel veel mensen voor wie de oude Obscure-plaat heel belangrijk was, Tom Waits bijvoorbeeld. Toen ik Tom voor het eerst ontmoette, vertelde hij mij dat hij zijn exemplaar kwijt was en zo graag een andere wilde, omdat het zijn favoriete plaat was, omdat hij daar ooit een bijzonder emotionele ervaring mee had beleefd. Ik heb ooit een poosje gewerkt met een Franse filmactrice die nu dood is, Delphine Seyrig. In de tijd dat ik met haar werkte, stierf haar moeder. Haar zoon die een exemplaar van de plaat had, bleef die muziek spelen, keer op keer, dagen achter elkaar en voor haar was dat, zei ze, wat haar het meest overeind had gehouden in die periode van rouw waarmee zij klaar moest zien te komen. Het is een heel persoonlijk iets en er is geen enkele manier waarop ik dat bewust tot stand kan brengen. Ik kan niet achter mijn werktafel gaan zitten om daar een stuk te bedenken dat mensen van hun zorgen verlost. Dat is uiteindelijk een bij-product van de stem van de mens die op die plaat zingt, een man wiens eigen dood heel dichtbij was en die zong dat het bloed van Jezus hem nooit in de steek liet, terwijl, als er iemand was die door Jezus aan zijn lot was overgelaten, het die man was. Maar hij bleef dat optimisme houden, dat eenvoudige geloof, dat het leven fundamenteel een goed iets is.”
Jesus’ Blood Never Failed Me Yet: muziek in harmonie met de tijd, toen én nu.
“Jesus’ blood never failed me yet
Never failed me yet
Jesus’ blood never failed me yet
There’s one thing I know
For He loves me so…”
The Sinking Of The Titanic / Jesus’ Blood Never Failed Me Yet
Superior Viaduct | Konkurrent
Various Artists ‘The Complete Obscure Records Collection – 75/78’
Dialogo (o.a. via Soundohm)
The Complete Obscure Records Collection – 75/78 is een historische 10 LP en 10 CD box met de complete output van Brian Eno’s invloedrijke Obscure Records label. De collectie, die mede is samengesteld door Eno, Gavin Bryars en Michael Nyman, bevat debuutopnamen van Bryars, Nyman, John Adams, Christopher Hobbs, David Toop, Max Eastley, Jan Steele, Simon Jeffes/The Penguin Café Orchestra en Harold Budd, evenals belangrijke composities van John Cage, Tom Phillips en John White – de gezamenlijke output van Obscure Records is een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het minimalisme, moderne compositie en experimentele muziek, en legde de basis voor de opkomst van de ambient muziek. De box biedt een uniek inzicht in de experimentele muziekscene van de jaren 1970 en de oorsprong van de ambient muziek. Met diepgaande essays en archiefmateriaal is deze release essentieel voor fans van minimalisme en moderne compositie.