Stapels bankbiljetten in geldzakken moesten het plaatje afmaken: de Iraakse premier Sudani was erin geslaagd om een deel van de 2,5 miljard dollar die via een wijdverbreid corruptieschandaal van de staat waren gestolen, terug te vinden. Die stapels moesten vooral verhullen dat het bedrag maar een schijntje was, zeven procent van het totaal. Want Sudani heeft van corruptiebestrijding prioriteit nummer 1 gemaakt.
Het belangrijkste was echter dat Sudani de hele corruptieaffaire afschoof op zijn voorganger, ex-premier Kadhami: het was in diens kantoor begonnen en zijn mensen speelden een belangrijke rol. Dat dit schandaal juist laat zien dat als het om corruptiegeld gaat, gezworen vijanden opeens wel samenwerken, werd verzwegen. Net als het feit dat mensen loyaal aan het politieke sjiitische netwerk dat Sudani in het zadel hielp, er een grote hand in hadden. Want als ook tegen hen vervolging zou worden ingesteld, zou het kaartenhuis waarop Sudani zijn macht baseert ineenstorten – wat aangeeft waar de beperkingen liggen van zijn eerste prioriteit.
De Irakezen leggen dan ook het nodige cynisme aan de dag als ze naar de beloften van hun nieuwe premier kijken. Eerst zien, dan geloven. Want als het erom gaat geld te stelen van de overheid, dan is (vrijwel) iedereen in de Iraakse overheid daarvoor in. De schaal is enorm. Momenteel maken Irakezen zich zorgen over de 100 miljard dollar aan reserves die zijn verzameld als gevolg van de stijgende olieprijs en het uitblijven van een budget voor het afgelopen jaar. Zal dat bedrag wegsmelten, worden weggesluisd naar gulzige ambtenaren en politici?
Gezondheidszorg
In Irak is corruptie echt overal. Volgens een voormalige minister voor Gezondheidszorg gaat er jaarlijks tussen de 5 en 7 miljard dollar naar een netwerk van hongerige elites die geld van de overheid voor gezondheidszorg afromen. Geld van steekpenningen gaat naar politieke partijen en gewapende groepen aan alle zijden van het politieke spectrum. Ze concurreren over de formele en informele handel in medicijnen die van over de landsgrenzen komt. Volgens functionarissen in het ministerie van Financiën verliest Irak jaarlijks 10 miljard dollar (zo’n 5 procent van het BNP) aan belastingheffingen.
De corruptie strekt zich zelfs uit tot de verstrekking van diplomatieke paspoorten. Er zijn er 45.000 uitgegeven, waarvan maar tien procent terecht is gezien het aantal Iraakse diplomaten. Voor sommige zou zo’n 30.000 dollar zijn betaald. Dit leidt er overigens al toe dat verschillende landen Iraakse ‘diplomaten’ met grote omzichtigheid behandelen.
Volgens sommige overheidsonderzoekers is van het vorige jaarbudget van 92 miljard dollar een derde en wellicht zelfs een kwart op deze manier verdwenen. Dit is er de oorzaak van dat in Irak, dat de tweede grootste olieproducent is in de OPEC, toch veel van de 41 miljoen inwoners geen schoon water of stroom hebben.
Muhassa
Aan de basis van de corruptie ligt het Muhassa-systeem, waarbij alle politieke partijen hun mannetjes hebben in alle onderdelen van de overheid en haar instituties. Door de buit te verdelen kan iedere partij profiteren, en zullen allen het systeem daarom beschermen en zelfs met tegenstanders samenwerken om het in stand te houden.
En daarom wordt er wel over het algemene probleem van corruptie gesproken, maar komen er geen echte feiten boven tafel, behalve dan wanneer ze betrekking hebben op de regering van de in oktober vertrokken premier Kadhimi. Want die had geen politieke partij achter zich, wat hem na de massale demonstraties tegen dezelfde mensen en groepen die nu weer aan de macht zijn, een paar jaar geleden juist aantrekkelijk maakte als interim. En nu uiterst kwetsbaar, want zijn opvolgers doen alles om hem alle ellende in de schoenen te schuiven.
Het is niet helemaal duidelijk of de berichten over wangedrag van de Committee 29, de anti-corruptiecommissie van de regering-Kadhimi, daarmee te maken hebben. De Washington Post onthulde dat deze dienst zich bediende van martelingen en afpersing bij het ondervragen van corruptie-verdachten. Vaak waren dat gemakkelijke doelwitten; mensen zonder de bescherming van machtige politici of partijen. Ze vertelden de journalisten over martelingen, maar ook dat ze het ‘aanbod’ kregen om te betalen (een van hen noemde een bedrag van 15 miljoen dollar) om vrijgelaten te worden.
Terwijl de commissie toch het paradepaardje was van Kadhimi’s anti-corruptiebeleid, lijkt ze weinig te hebben bereikt. Ze zou 156 zaken hebben geopend, waarvan slechts negentien leidden tot een veroordeling. Hoeveel geld ze heeft weten terug te halen, is niet bekendgemaakt.
Ontkomen
Tot frustratie van veel Irakezen zijn tal van daders over de jaren ontkomen en zitten in het buitenland, en hebben hun geld veilig weggestopt die buitenlandse rekeningen en beleggingen. Zoals de ex-minister van elektriciteit Ayham al-Samarrai, die in december 2006 naar de VS vluchtte toen Irak een arrestatiebevel tegen hem uitvaardigde. Overigens is ook ex-premier Kadhimi niet meer in Irak. Zijn verblijfplaats is onbekend.
Ondanks zijn beloften, gaat iedereen er in Irak vanuit dat de corruptie onder de nieuwe premier Sudani niet zal verminderen. Sterker nog, er worden nieuwe manieren gevonden. Zo hebben de samenwerkende milities (van de partijen), de PMF of Hashed, toestemming gekregen een commercieel bedrijf te openen. Dat heet Al-Muhandis, naar de PMF-leider die drie jaar geleden samen met de Iraanse generaal Suleimani omkwam bij een Amerikaanse drone-aanval.
Zo hopen de milities een nog groter aandeel van de economie in handen te krijgen, met name in de olie-industrie en de huisvesting – naar het voorbeeld van de Revolutionaire Garde in Iran. Al-Muhandis hoopt een groot aandeel van de overheidsaanbestedingen te veroveren, wat grote gevolgen zal hebben voor de toch al onderontwikkelde publieke sector.
De nieuwe regering komt dan ook niet met maatregelen om Irakezen te helpen hun eigen bedrijfjes op te zetten, of bestaande te helpen te groeien. In plaats daarvan belooft ze nieuwe banen binnen het toch al overbevolkte overheidssysteem te scheppen. Terwijl veel Iraakse ambtenaren nu al geen eigen werkplek hebben, of zelfs ook maar iets te doen.
Stamhoofden
En ondertussen spreken steeds meer mensen zich uit tegen de corruptie. Zoals de stamhoofden in de Salah al-Din provincie, die half december met een gemeenschappelijke verklaring kwamen. Ze riepen de inwoners van hun provincie op niet langer samen te werken met hen die betrokken zijn bij corruptie.
Als ze dat echt zouden doen, zou dat misschien helpen. Maar zolang burgers ambtenaren nog de steekpenningen toestoppen die zij eisen om hun aanvraag bovenop de stapel te leggen, en zolang onderwijzers de schoolcijfers van kinderen van politici en andere invloedrijke Irakezen op verzoek verhogen, blijft corruptie een monster met teveel armen en benen.
En het kan premier Sudani niet ontgaan zijn, dat zijn voorganger Kadhimi juist aan het roer is gekomen omdat zijn eigen politieke bondgenoten zo enorm hadden gefaald dat Irakezen maandenlang massaal de straat op gingen. En dat hij door corruptiebestrijding tot zijn eerste prioriteit te verklaren, de nog immer aanwezige problemen van miljoenen Irakezen lijkt te negeren. Waarvan een gebrek aan werk en inkomen, drinkwater en stroom de belangrijkste zijn. De onvrede daarover zou de komende zomer zomaar opnieuw tot massale protesten kunnen leiden.