In 1986 liep ik stage bij de stadsschouwburg Concordia in Breda. Voor de Academie voor de Journalistiek in Tilburg, moest ik een theater/film/muziek krant maken ‘Uit in Breda’. In mei 1986 interviewde ik Paul van Vliet in de Koninklijke schouwburg in Den Haag, na afloop van de voorstelling ‘Over Leven’ genaamd.
Hij was vriendelijk, geïnteresseerd en nam uitgebreid de tijd na het spelen van een lange theatershow. Op een gegeven moment zei hij: ‘wat weet je veel van mij”. Goed voorbereiden is wel het minste dat je kan doen als je zo’n grote cabaretier interviewt, dacht ik. Zoals de beste kunstenaars had hij totaal geen last van sterallures. Enkele fragmenten uit het interview:
(…) Vraag: Steeds terugkerende thema’s in uw programma zijn het eind-jaren-zestig-gevoel, Den Haag en wat je zou kunnen noemen een ‘kop in de wind mentaliteit’. Dat laatste is duidelijk terug te vinden in een lied als ‘Ik drink op mensen’, was dat een reactie op het doemdenken?
‘Ik drink op de mensen die door blijven douwen
van doe het maar wel en kijk maar niet om.
Ik drink op de mensen die terug blijven vechten
En daarna herboren weer op zijn gestaan.( fragment)
Lijflied
Paul van Vliet: ‘Ik drink op mensen is mijn lijflied, ik zal dergelijke liedjes altijd blijven maken. Ik vind het ook wel nodig dat zulke liedjes op het toneel worden gezongen. Soms heeft zo’n lied ook gevolgen: iemand is na het horen van dit lied een hotel begonnen, een ander pleegde om die reden geen zelfmoord.(…) Dat vind ik erg leuk, omdat het toch al zo vluchtig is wat we doen.’
De tegenstellingen tussen de gevoelige liedjes en de uitbundige types is groot. Hoe gaat dat in zijn werk?
Paul van Vliet: ‘Ik ben zelf opgegroeid als iemand van contrasten. Ik heb hele uitbundige buien en hele stille periodes. Het huist in mijzelf en het is het leven hè. Je mag het als een cliché opvatten, maar mijn show is een levenslied van twee en een half uur. Met licht en donker, lachen en huilen. Kortom het hele palet van menselijke eigenschappen. Ik ben een nogal veel kantig, versnipperd wezen, dus dat vind je allemaal in de show terug.’
Gentleman
Paul van Vliet was een echte gentleman, hij was als mens en in zijn theater programma’s altijd op zoek naar verbinding. Net als Koot en Bie was hij sterk in het uitbeelden van types, die hij heel herkenbaar en tot in de kleinste detail wist neer te zetten. In tegenstelling tot andere cabaretiers was hij nooit grof, alhoewel hij uitstekend de vinger op de zere plek kon leggen.
Het was niet voor niets dat de beroemde actrice Audrey Hepburn (My Fair Lady, Roman Holiday) hem vroeg als eerste Ambassadeur van Unicef voor Nederland. Hij zette zich onvermoeibaar in voor deze organisatie, met reizen voor reportages en Unicefprojecten naar Azië, Afrika, Zuid Amerika en Oost-Europa.
Melancholiek
Paul van Vliet was een, melancholieke, gevoelige vaak erg fijnzinnige cabaretier, dan weer een in zichzelf gekeerde komiek, die de geschiedenis in gaat als een van de populairste en meest geliefde cabaretiers van ons land.
Het laatste couplet van zijn loflied:
‘Ik drink op mensen’:
‘Ik drink op het beste van vandaag en morgen
Ik drink op het mooiste waar ik van hou
Ik drink op het maximum wat er nog in zit
In vandaag en in morgen
In mij en in jou!
Foto van Roy Beusker.