Rehabilitatie Assad maakt Syrië nog niet veilig

Syrische vluchtelingen in de buurlanden zien bezorgd toe hoe de Arabische Liga hun dictator Bashar al-Assad in genade terugnam. Syrië is veilig, krijgen ze te horen, dus kunnen ze terug. Maar niets is minder waar.

Twaalf jaar nadat de rellen in Syrië begonnen die tot de burgeroorlog leidden, heeft de Arabische Liga de Syrische dictator Bashar al-Assad gerehabiliteerd. Zijn misdaden tegen zijn eigen bevolking (gevangenschap, martelingen, bombardementen en het gebruik van chemische wapens, om er maar een paar te noemen) blijven onbestraft. Want buurlanden willen af van een paar grote problemen: de stroom aan drugs uit Syrië (interne link), de Iraanse invloed en de miljoenen Syrische vluchtelingen. Voor hen is het simpele realpolitik.

De miljoenen Syrische vluchtelingen in de regio zien de bui hangen. Want in toenemende mate wordt er nu gesproken en gewerkt aan hun terugkeer. Terwijl de meeste van hen helemaal niet terug willen, kunnen of durven. De 300.000 gedode Syrische burgers, miljoenen intern ontheemden en vluchtelingen, de geboorte en erfenis van ISIS en de betrokkenheid van drie buitenlandse legers in hun vaderland zijn genoeg reden om er weg te blijven.

Volgens onderzoeken geldt dat voor zo’n zeventig procent van de vluchtelingen in de buurlanden: Turkije, Libanon en Jordanië. De meeste van hen (78 procent) is al vijf jaar weg uit Syrië. Hun huizen zijn kapotgeschoten, of in het beste geval in gebruik genomen door Assads leger en hun makkers. Velen vrezen aanhouding bij terugkeer: omdat ze hun dienstplicht ontliepen of deserteerden, of vanwege hun stellingname tegen Assad.

Veilig

Dankzij de politiek van Arabische staten is het adagium: Syrië is veilig, mensen kunnen terug. Maar er is niets veranderd. Assads gevangenissen zijn nog open, op een enkeling na is niemand vervolgd voor de martelingen en moord daar. Je kunt in Syrië nog steeds ’s nachts van je bed worden gelicht of bij een controlepost opgepakt en verdwijnen. Het gaat niet om kogels of bommen, maar om de angst iets verkeerds te zeggen tegen de verkeerde persoon en om de consequenties daarvan – dat is allemaal nog hetzelfde.

Toch is in Turkije het vertrek van de 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen een centraal thema bij de presidentsverkiezingen, die eind mei een tweede ronde ingaan. En voor beide kandidaten. President Erdogan heeft in 2022 aangekondigd dat hij een miljoen Syriërs naar noord-Syrië zal terugsturen en heeft het nu over ‘vrijwillige terugkeer’. Oppositiekandidaat Kilicdaroglu heeft het binnen twee jaar terugsturen van de Syriërs zelfs tot de kern van zijn verkiezingsboodschap gemaakt, inspelend op de toenemende onvrede van veel Turken over de Syriërs in hun land.

Volgens de Syrische Barometer uit 2021 meent ruim 70 procent van de Turken dat de Syriërs ‘slecht zijn voor de economie van Turkije’.  Twee-derde (67 procent) gelooft dat de Syriërs ‘de sociale vrede en de goede zeden verstoren door zich bezig te houden met geweld, diefstal, smokkel en prostitutie’.

Dat diezelfde Syriërs ondanks dit groeiende racisme en de discriminatie en het gebrek aan werk niet uit zichzelf naar huis terugkeren, zegt al veel. Maar zelfs de aardbeving van februari, waarbij veel Syriërs voor de tweede keer in korte tijd alles verloren, leidde niet tot een grote uittocht uit Turkije.

Avondklok

Ook in Libanon, waar 1,5 miljoen Syriërs in slechte omstandigheden wonen die dankzij de lokale recessie en geldontwaarding alleen maar slechter worden, gaan zij nauwelijks uit zichzelf terug. Ook hier zijn het racisme en de discriminatie toegenomen, waarbij op veel plaatsen zelfs een avondklok is ingesteld tegen Syriërs. De Maronitische patriarch verklaarde in zijn preek onlangs dat de vluchtelingen verantwoordelijk zijn voor de economische, sociale, demografische en veiligheidscrisis in Libanon.

Door de economische crisis heerst er in Libanon een klimaat waarbij Syriërs een ideale zondebok zijn. Ze zouden het land ‘bezetten’, crimineel zijn, virussen verspreiden en dankzij hun VN-toelages slapend rijk worden.

Het Libanese leger is de afgelopen weken begonnen met het oppakken van Syriërs die geen geldige registratie hebben voor verblijf in Libanon. Honderden van hen zijn naar Syrië gedeporteerd, van waar berichten komen over aanhoudingen en gevangenneming. Op kritiek van bijvoorbeeld Amnesty International op dit beleid reageren de Libanese autoriteiten met een ‘bemoei je met je eigen zaken’.

Turkije en Libanon zijn net als Jordanië doellocatie van het Europese beleid om de opvang van Syrische vluchtelingen in de regio te stimuleren – en Syrische vluchtelingen zo uit de EU te weren. Het probleem is dat de groeiende dreiging van deportatie naar Syrië er wel eens toe zouden kunnen leiden dat een deel van die vluchtelingen hun toevlucht elders gaat zoeken. En vooral via de mensensmokkel over de Middellandse Zee naar Europa komen. Ook zij horen over de Syrische vluchteling Ryyan Alshebi, die onlangs, acht jaar na aankomst in Duitsland, tot burgemeester van zijn woonplaats Ostelsheim is gekozen.

Rol

Want anders dan in Turkije en Libanon, waar de Syriërs nauwelijks kans krijgen een rol in de samenleving te spelen, weten ze dat dit in Europese landen wel tot de mogelijkheden behoort. En waar moeten ze anders naartoe uitwijken? Jordanië, dat eerder ook al Palestijnse en Iraakse vluchtelingen te verwerken kreeg, zal niet staan te springen om nog meer Syriërs op te nemen. En in Irak, waar (totaal zo’n 250.000) Syriërs zowel in de Koerdische Regio als in Bagdad onderdak vonden, is het voor nieuwkomers evenmin makkelijk. Al hebben Syriërs zich hier wel posities weten te verwerven, met name in de horeca.

Maar dat lukt alleen als je geld hebt, want alleen een verblijfsvergunning kost al snel zo’n 1200 dollar. Wel toont dit, dat vluchtelingen wel degelijk een rol kunnen spelen in de economie, bijvoorbeeld als ze de kans krijgen zelf bedrijven op te zetten. In Irak zijn tal van Syrische zakenlieden actief, die in hun bedrijven weer banen scheppen voor landgenoten.

Als de EU niet wil dat de jongste ontwikkelingen in Syrië leiden tot een nieuwe instroom van Syriërs, dan moet ze dit soort ontwikkelingen steunen waar dat lokaal nodig en mogelijk is. Alleen als Syriërs gewaardeerde landgenoten worden, zal de dreiging van gedwongen terugkeer verdwijnen.

Realisme moet daarbij doorslaggevend zijn, en niet realpolitik of wensbeleid. Zolang Assad in Syrië aan de macht blijft – en met de terugkeer in de Arabische Liga zit hij weer steviger in het zadel – zullen Syrische vluchtelingen niet of nauwelijks uit zichzelf naar huis terugkeren. Dus is er nieuw beleid nodig om te zorgen dat zij zich veilig en succesvol elders kunnen vestigen.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten