Tegenstemmers in Turkije zijn gewaarschuwd

President Erdogan blijft aan de macht in Turkije. Nu hij niet is afgestraft voor zijn autoritaire beleid, zal hij dat voortzetten. De helft die tegen hem stemde kan maar beter oppassen.

De Turkse president Erdogan heeft een derde termijn veroverd. Maar bij verkiezingen die bepaald niet eerlijk waren, en die het best omschreven kunnen worden met een Engels spreekwoord: het was een keuze tussen de duivel en de diepe blauwe zee.

Waarbij bijna de helft (48 procent) van de kiezers tégen Erdogan koos. Ook al beheerste hij de media zodanig dat zijn tegenkandidaat in totaal een half uurtje TV-tijd kreeg, en kocht hij kiezers om met cadeautjes als loonsverhogingen en gratis gas. Toch liet bijna de helft van de kiezers zich daar niet door beïnvloeden.

Het probleem was dat er voor mensen die verandering en vooruitgang willen, en met name de jeugd, weinig te kiezen viel. Het was Erdogan met zijn nationalistische en anti-Koerdische retoriek, die de economie ten gronde heeft gericht en slachtoffers van de recente aardbeving in de steek gelaten, tegenover een hardliner die met zijn anti-vluchtelingenretoriek hengelde naar de Turkse onderbuik.

Toch was de opkomst 85 procent – een ongekend hoog percentage vergeleken bij verkiezingen in veel andere, ook westerse landen. In buurland Irak bijvoorbeeld wordt de 50 procent maar nauwelijks nog gehaald. Betekent dat de meerderheid van de Turkse samenleving anti-Koerdisch, islamitistisch en xenofobisch is? Of dat veel kiezers uiteindelijk hun ogen sloten en neus dichtknepen en pragmatisch een tegenstem hebben uitgebracht?

Fake nieuws

Als je kijkt naar de campagne van de afgelopen weken, dan vertelt die in feite al wat Turkije, en met name het vooruitstrevende, seculiere deel ervan, de komende jaren te wachten staat. Erdogan maakte in de door hem beheerste media gebruik van fake nieuws en beweerde dat zijn tegenstander Kilicdaroglu ‘gesteund wordt door terroristen’. Natuurlijk zonder hem een platform te bieden om zich te verdedigen. Iedereen die een echte bedreiging had kunnen zijn, is weggewerkt; in de cel op basis van meestal onheuse beschuldigingen, naar het buitenland uitgeweken of in de rechtbank strijdend tegen opgeklopte beschuldigingen zoals de populaire burgemeester van Istanbul.

Dit is een land geworden waarin je maar beter je mening voor je kan houden, zo maakte Erdogan direct na zijn overwinning nog eens duidelijk. En beter geen homo zijn, of trans, of Koerdisch. Hij maakte zijn tegenstanders uit voor aanhangers van LGBT’ers en terreurorganisaties. Beloofde dat de Koerdische politicus Demirtas gevangen blijft zolang hij aan de macht is, terwijl het Europese Hof voor de Mensenrechten hem toch heeft opgedragen hem vrij te laten.

Hij liet zijn aanhang Kilicdaroglu uitjouwen: er was geen enkele handreiking naar de verliezer, naar die andere helft van het land die tegen hem koos. Die kan maar beter oppassen, was de onuitgesproken boodschap.

Noch is er een vooruitzicht voor al diegenen die net als Demirtas onterecht vastzitten. Journalisten, advocaten, dokters, activisten. Waar veel regimes in de regio die niet minder autocratisch waren als dat van Erdogan ervoor kozen regelmatig amnestieën af te kondigen (zelfs Saddam Hoessein in Irak), bedenken Erdogan’s uitvoerders alleen nieuwe aanklachten om onschuldigen langer vast te houden.

Reizen

Journalisten die dachten dat ze eindelijk weer iets zorgelozer zouden kunnen werken, of dat ze wellicht eindelijk weer eens gewoon naar Turkije zouden kunnen reizen, tonen zich teleurgesteld. ‘Ik zag mezelf vanochtend enkele tweets markeren in plaats van retweeten’, aldus een van hen, ‘welkom in het derde decennium jaar met RTE aan de macht in Turkije’.  Satellietstation France24 brengt zelfs een reportage uit het Koerdische Diyarbakir zonder de naam van de journalist. Dat zegt veel.

Toch kwamen er van alle kanten officiële felicitaties. EU-leiders en de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Blinken zeggen zich te verheugen op een voortzetting van de relatie. Want de EU heeft Erdogan nog steeds nodig om de grenzen dicht te houden voor vluchtelingen. En de Amerikanen die in Noord-Syrië samenwerken (tegen ISIS) met dezelfde Koerden die Erdogan wegzet als terroristen, hebben de hulp van de Turkse president nodig om eindelijk de geplande uitbreiding van de NAVO rond te krijgen.

De Koerdische leiders van de regerende KDP (zowel de premier als de president) in de Koerdische Regio van Irak stonden vooraan met hun felicitaties. Zij hebben immers hun lot verbonden aan Erdogan. De Koerdische economie is deels afhankelijk van Turkse investeerders en handel. Ze wachten er al twee maanden op dat hun olie weer door de Turkse pijpleidingen stroomt (na een akkoord met Bagdad ligt de bal nu bij de Turken). De Turkse weigerachtigheid heeft hen al 1,5 miljard dollar gekost. Tegelijkertijd staan ze  Erdogan toe aanvallen uit te voeren op leden van de Turks-Koerdische PKK die op Iraaks-Koerdische grond opereren. Daar lijkt het althans veel op gezien het feit dat zij niets ondernemen om er een einde aan te maken.

Wie zijn er verder nog blij met Erdogans aanblijven? Dat is een fraai gezelschap, met de Russische leider Putin voorop, maar ook Hamas, de Turkse Hizbollah, Turkse bouwondernemers die niet bestraft zijn voor het schenden van bouwregels waardoor huizen tijdens de aardbeving als kaartenhuizen ineenstorten, islamitische fundamentalisten, om er een paar te noemen.

Vier procent

Voor Erdogan zelf moet het feit dat er maar vier procent zat tussen hem en zijn uitdager toch pijnlijk zijn. Net als het feit dat de grote Turkse steden hem allemaal uit handen zijn gevallen. Hij weet dat het weggeven van een paar cadeautjes onvoldoende is om de onvrede onder veel Turken over de inflatie, stijgende prijzen en de toenemende armoede te dempen. Ook zal hij zijn beloften moeten nakomen om iets te doen aan de wederopbouw in aardbevingsgebied. Met een lege schatkist en een lokale munt die steeds maar minder waard wordt zal hij daar nog een harde dobber aan hebben.

Lukt het niet, en die kans is groot gezien zijn catastrofale beleid van de afgelopen jaren, dan zal Erdogan wel weer over de grenzen kijken en de Turken om zich heen verzamelen als leider van een ‘sterk Turkije’. Kijken naar door Turkije bezet gebied in Syrië, waar hij met Qatar duizenden wooneenheden aan het bouwen is voor Syrische vluchtelingen die nog moeten terugkeren. Dezelfde Syrische vluchtelingen als zijn tegenstander beloofde naar huis te zullen sturen. Erdogan heeft gezien dat het onderwerp goed te gebruiken is om de zwarte piet van zijn falen elders neer te leggen.

Mede daarom zal hij zich niet uit Syrië terugtrekken – maar ook omdat hij evenmin van zins lijkt een verzoenende toon aan te slaan tegen zijn eigen Koerdische burgers. Voor hem blijft de PKK een groep terroristen, gaf hij in zijn overwinningsspeech immers al aan, en eigenlijk geldt dat voor iedereen die zich achter hen schaart of misschien zelfs voor hen opkomt. En dus ook het Koerdische zelfbestuur in Syrië.

De eerste aanwijzingen zijn er al: het bureau van de president liet weten dat er voorlopig geen verzoening te verwachten is met de Syrische president Bashar al-Assad, terwijl tijdens de campagne steeds op een ontmoeting met hem was gezinspeeld. Die komt er niet, is nu de boodschap. Geen wonder, want Assad wilde alleen praten nádat Turkije uit Syrië was vertrokken.

Het gevolg van de uitslag van de verkiezingen is dat Erdogan heeft geconcludeerd dat hij wegkomt met zijn falende bewind. En dat hij dus de komende vijf jaar zijn niets en niemand ontziende beleid gewoon kan voortzetten en indien nodig uitbreiden. Iedereen die tegen hem heeft gestemd is gewaarschuwd.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten