De meest controversiële minister van de linkse coalitie Unidas Podemos en PSOE is ongetwijfeld de minister van Gelijkheid, de 35-jarige Irene Montero. In de drie jaar van haar ministerschap namens de partij Podemos initieerde zij allerlei wetten en initiatieven om Spanje een feministisch land te maken. Inmiddels is het land één van Europa’s meest progressieve land wanneer het aankomt op gender-gelijkheid. Deze kentering van het voorheen grotendeels katholieke, conservatieve Spanje kan zo langzamerhand wel eens teniet worden gedaan door felle tegenstanders die voornamelijk op rechts en uiterst rechts te vinden zijn. Montero wordt geprezen en gehaat, maar dat ze fearless is, valt mijns inziens niet te ontkennen.
Onderbroken door TERFS
Irene Montero is zo’n beetje de Sigrid Kaag van Spanje, maar waar Kaag kalm blijft, tikkeltje saai, is Montero fel en uitgesproken. Ook Montero werd eens onderbroken bij een congres door een ‘radicale feministe’ die riep dat transvrouwen geen vrouwen zijn. Ze nodigde de proteststem tevergeefs uit op het podium om haar het woord te geven. Ook Kaag deed dat, maar hier kwam de ‘radicale feministe’, ook wel vredelievend TERF (Trans-Exclusionary Radical Feminist) genoemd, wel moedig naar voren – haar naam is Lydia Daniël.
Doorn in het oog van (extreem)rechts
De Spaanse Kaag is een vechter gebleken op het gebied van diversiteit, met name de LHBT-rechten. De transgenderwet kwam er met veel moeite doorheen. De ley trans houdt onder meer in dat iedereen vanaf 16 jaar zonder toestemming van een arts of psycholoog hun geregistreerde geslacht in een paspoort of identiteitskaart mogen laten aanpassen. Daarnaast krijgen lesbische stellen en transgenders met het vermogen om zwanger te worden, gegarandeerd toegang tot kunstmatige voortplantingstechnieken.
Andere speerpunten van haar beleid zijn seksuele gezondheid en onderwijs, violencia machista (mannelijk geweld tegen vrouwen), verdere versoepeling abortus (vanaf 16 jaar zonder ouderlijke toestemming), betaald menstruatieverlof en de solo sí es sí-wet. Die laatste wet houdt in dat wanneer toestemming tot seks ontbreekt, er sprake is van seksueel geweld. Ook die wet kwam er, weliswaar met horten en stoten. En stuk voor stuk onderwerpen die een doorn in het oog zijn van conservatieve, extreemrechtse en religieuze Spanjaarden.
Gelijkheid begint met seksuele educatie
Nederland is vergeleken met Spanje maar een braaf en preuts landje. Zo lanceerde het Spaanse ministerie van Gelijkheid op internationale vrouwendag 8 maart j.l. een grootse campagne over seksuele bewustzijn en – vorming die taboe-doorbrekend moest zijn. In een provocerende video werd opgeroepen te praten over seksualiteit met flitsende beelden van vrijende mensen, want volgens het ministerie begint gelijkheid met seksuele educatie.
‘In Spanje wordt niet gepraat over seksualiteit,’ zegt een dikke vrouw die in een hal hevig begint te zoenen met een jonge man. Deze campagne zou daarin verandering moeten brengen. ‘Nu jullie ons zien, laten we praten’, luidt dan ook de slogan. Dikke vrouwen, oudere vrouwen, menstruerende vrouwen, lesbiennes, ze komen allemaal in beeld, ieder om een bepaald taboe te doorbreken. De mannen doen er even niet toe.
De campagne-spot kijkt wat ongemakkelijk, juist vanwege de diversiteit, maar is daardoor wel een representatie van de rauwe werkelijkheid. Of dit een zaak van de overheid moet zijn? Ik heb er zo mijn twijfels over. Zeker is, in Nederland zou een dergelijke campagne heel wat stof doen opwaaien. Des te meer vind ik het bijzonder – en je kunt er van alles van vinden – dat het in Spanje wel kan.
Losbandigheid
Maar vele Spanjaarden lijken dit progressieve beleid van onder meer Irene Montero beu te zijn en willen een ander geluid. Dat andere geluid blijkt nu veelal van rechts en extreemrechts te komen en dat betekent terug naar vroegere jaren waar abortus aan banden wordt gelegd en waar gender gerelateerd geweld ontkend wordt. Om over het klimaat nog maar te zwijgen. Die seksuele vrijheid en gelijkheid die gepropageerd wordt, zou abortussen en losbandigheid veroorzaken. En Spaanse vrouwen krijgen al steeds minder baby’s. Het is duidelijk, mochten ze straks de kans krijgen dan zal conservatief- en extreemrechts als eerste het ministerie van Gelijkheid opheffen.
Vooruitgang?
Progressief is een ander woord voor vooruitgaand, maar is het daadwerkelijk een vooruitgang als blijkt dat een medewerker van de Lidl-supermarkt in Málaga een transvrouw als man aanspreekt en onmiddellijk gedreigd wordt met ontslag, omdat de transvrouw dat eist? Is het wel vooruitgang als Montero op Twitter in reactie op de ophef haarfijntjes uitlegt dat transvrouwen vrouwen zijn en het transfobie, haat en wreedheid is als je dat ontkent? Implicerend: de werkneemster is een hater en transfoob; ze heeft een mogelijk ontslag (als dat al juridisch houdbaar is) verdiend. Daarop brak gisteren op de Spaanse sociale media de pleuris uit.
Gelijkheid lijkt meer op te gaan voor sommige luidruchtige minderheden. Het alternatief is niet van het genuanceerde midden, want dat bestaat niet. Je beweegt meteen naar conservatief en ultra-rechts als je je nu als Spanjaard daartegen wilt verzetten. En dat lijken de Spanjaarden met de laatste regionale verkiezingen gedaan te hebben. De meeste autonome regio’s worden nu voorgezeten door rechtse (PP) en vooral ultra-rechtse (VOX) presidenten. De Balearen heeft deze week de katholieke ultra-rechtse Mallorquin Gabriel Le Senne (1977) als president van het parlement van de Balearische eilanden gekozen. Voorheen was het Balearische presidium nog in handen van de sociaal-democraten van de PSOE.
‘De grote vervanging’
Senne spreekt over ‘radicaal feminisme’ waar mannen gediscrimineerd zouden worden, ‘kllimaatterrorisme’, ‘milieucatastrofisme’, en verzet zich tegen immigratie, euthanasie, abortus, animalisme (dieren rechten geven) en seksuele educatie op scholen dat de ‘hyperseksualisering’ van kinderen teweeg zou brengen. Eerder was Le Senne, tevens advocaat, vier jaar columnist van een Mallorcaanse krant, waarin hij schreef over ‘el gran reemplazo’ (de grote vervanging), ofwel de omvolkingstheorie die in Nederland door Thierry Baudet wordt uitgedragen.
Zo schreef hij: “Europeanen in het algemeen worden vervangen door Afrikanen. In de Verenigde Staten krijgen ze vooral Hispanic-Amerikanen, zodat misschien over een paar decennia heel Amerika Hispanic zal zijn. In Spanje tussen Hispanics en Afrikanen is het niet duidelijk waar het zal eindigen, maar het is duidelijk dat wij autochtonen steeds meer met uitsterven worden bedreigd.”
Een Baudet aan het roer
Wat betreft klimaatverandering noemt Le Senne de klimaatcrisis ‘klimaatterrorisme’: “Ze ruïneren ons (…) door licht, voedsel en water duurder te maken”. Een andere manier om ons te “ruïneren”, schrijft hij, is door ‘affectief-seksueel’ te zijn, zodat we vergeten ons voort te planten” – en een gezin te stichten volgens de normen van het katholicisme. De combinatie van beide ‘kwaden’ definieert extreemrechts als ‘klimaat-seksueel socialisme’. We hebben dus een Thierry Baudet aan het roer op de Spaanse Balearen. Gezien zijn uitspraken in de (social) media is het nu niet bepaald iets om toe te juichen.
Te extreem
Op 23 juli a.s. spreken de Spanjaarden zich uit tijdens de vervroegde parlementsverkiezingen. Links heeft met de nieuwe partij Sumar onder leiding van de capabele Yolanda Díaz, de minister van Arbeid in het huidige kabinet, binnen no-time een pact gevormd tegen het oprukkend rechts en ultrarechts. Partijgenoot Díaz heeft al te kennen gegeven dat er geen plaats is voor Montero. De fearless feministe Irene Montero, die standaard het inclusieve ‘niñas, niños en niñes’ (genderneutraal) uitspreekt, is wellicht te extreem voor het progressieve Spanje dat straks mogelijk niet meer bestaat. Welke kant het ook opgaat, het belooft een onstuimige zomer te worden.
Foto: Beeld uit video van de Spaanse Minister van Gelijkheid, Irene Montero, tijdens de Internationale Dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen, 25 november 2020.