Vier jaar nadat ze na de laatste slag van de terreurgroep ISIS opgezadeld werden met haar duizenden volgelingen en hun gezinnen, kondigt het Syrisch-Koerdische bestuur aan zelf de daders te gaan berechten. Want een oproep om een internationaal tribunaal op te richten viel in dovemans oren, en veel gehoor krijgen de Koerden al evenmin voor hun verzoek dan de buitenlandse ISIS-daders te repatriëren en in eigen land te berechten.
Het is een hete aardappel die al jaren heen en weer wordt geschoven: wie moet de mannen die voor ISIS vochten, moordden, verkrachtten en vernielden berechten? Dat het belangrijk is – bijvoorbeeld voor hun slachtoffers – daarover is iedereen het eens. Irak heeft de meeste van haar eigen daders al berecht. Maar de circa 15.000 mannen die in Syrisch-Koerdisch gevangenschap zitten, van wie zo’n drieduizend niet Iraaks of Syrisch zijn, die moeten een straf krijgen die bij hun daden past.
De meeste van hun opdrachtgevers zijn nog steeds voortvluchtig, of zijn in de afgelopen jaren omgekomen bij gerichte militaire acties. De meeste van hen waren niet eens in Baghouz, het laatste bolwerk van ISIS, dat in maart 2019 viel, waarna de duizenden ISIS-volgelingen en hun gezinnen die dat overleefden in Syrisch-Koerdische gevangenissen en kampen terechtkwamen.
Het ging in totaal om zo’n 100.000 mensen, van wie er nu nog zo’n 67.000 over zijn. Daarvan zijn er 13.000 niet Syrisch of Iraaks. En van dat totaal zitten er nog ruim 50.000 in de familiekampen van Al-Hol en Roj (en dat zijn naast vrouwen vooral minderjarigen).
Langzaam
Daaruit wordt wel gerepatrieerd, maar dat gaat langzaam. Vorig jaar verlieten bijna vierhonderd niet-Syriërs en niet-Irakezen de familiekampen. Duizenden Syrische vrouwen en kinderen zijn onder verantwoordelijkheid van hun stamhoofden terug naar huis gegaan, en Irak haalde ook enkele duizenden eigen mensen terug. Aan de berechting van die vrouwen beginnen de Syrische-Koerden echter niet. Al zullen ze waarschijnlijk uiteindelijk toch ook de meest radicale vrouwen die in Al-Hol een mini-kalifaatje runnen wel moeten aanpakken, want daar vinden jaarlijks tientallen moorden plaats.
Irak heeft met de Syrische Koerden een geheim akkoord gesloten, waarbij het voor iedere 150 familieleden uit Al-Hol ook vijftig strijders repatrieert. Die gaan dan het Iraakse rechtssysteem in, wat betekent dat ze in een proces van hooguit een kwartier onder de terrorismewetgeving worden berecht. En dat ze vooral levenslang krijgen of de doodstraf.
De familieleden gaan naar het Iraakse Jeddah kamp, waar ze een rehabilitatieprogramma moeten doorlopen. Maar daarna moeten ze terug naar huis, ook hier met medewerking van hun stamhoofden. Maar veel echtgenotes en zonen van ISIS-strijders durven dat niet. Ze weten dat ze in hun eigen buurt in het beste geval met de nek zullen worden aangekeken vanwege de daden van man en vader.
Hoewel de terugkeer vrijwillig moet zijn, is die vaak gedwongen. De autoriteiten willen een deel van het kamp vaak leeg hebben omdat er een volgende groep uit Syrië aankomt. Helaas heeft dit tot gevolg dat gezinnen op straat terechtkomen, zonder behoorlijk onderdak of inkomen. Kampautoriteiten beweren dan wel dat ze alleen maar in het kamp willen blijven omdat ze daar gevoed en gekleed worden, maar als je zelfs niet meer welkom bent bij je eigen familie is het voor Iraakse vrouwen moeilijk een inkomen te verwerven.
Papieren
Bovendien zijn hun papieren in 2019 in Syrië ingenomen en nooit teruggegeven, wat tot problemen leidt met de plaatselijke overheden. Zonder een identiteitskaart kan er niets, en om die weer aan te vragen moeten mensen vaak naar hun geboorteplaats.
Dat betekent ook, dat er in Irak bijzonder weinig wordt gedaan om de gezinnen van ISIS-strijders te her-integreren in de samenleving. Dat is een gevaarlijke situatie, omdat de frustratie en armoede die daardoor ontstaan een nieuwe voedingsbodem voor radicale groepen kunnen zijn. En hoewel ISIS verslagen is, is ze niet weg. Regelmatig worden er nog steeds cellen opgerold, en in Syrië is nog onlangs opnieuw een complot ontdekt van ISIS-cellen om hun kameraden uit de gevangenis te bevrijden.
Ook het hoofd van de VN-missie in Irak, Unami, Jeanine Hennis-Plasschaert, wees daar onlangs in een strenge toespraak op. De Iraakse diensten die betrokken zijn bij de terugkeer van de ISIS-families moeten daarom beter samenwerken, zei ze. Er moet meer gedaan worden voor alleenstaande kinderen die hun familie verloren. Zonder papieren kunnen de terugkeerders hun leven niet weer oppakken, wees zij de autoriteiten ook. En voor het sociale stelsel van de regering moeten ze net zo worden behandeld als ieder ander – terwijl ISIS-families daar vaak van uitgesloten zijn.
Plasschaert drong er bovendien op aan meer te doen aan sociale cohesie, door goed te communiceren met de gemeenschap in de plaats waar een familie terugkeert. Er is vaak nogal wat desinformatie over de betrokkenen. Vaak hadden vrouwen geen andere keuze dan met hun mannen mee te gaan die met ISIS meetrokken. En ook zij drong erop aan gehoor te gegeven aan de roep om gerechtigheid. ‘De slachtoffers van Daesh verdienen niet minder. Bovendien zijn aansprakelijkheid en recht belangrijke mechanismen voor de preventie.’
Wraak
Daar heeft de Unami-chef een belangrijk punt. Want terugkeerders die niet naar huis durven, zijn vooral bang voor wraak. Vanwege het feit dat zoveel daders vrijuit zijn gegaan, is er een netwerk van wrekers ontstaan. Slachtoffers die erachter komen dat de dader van de ontvoering of dood van een geliefde zich heeft weten vrij te kopen, huren zo’n wreker in, zo meldt een betrouwbare bron met kennis van deze problematiek.
Het mag dan al gauw 100.000 dollar kosten. Met name familieleden van vrouwen die door ISIS zijn verkracht (yezidi’s, maar ook sjiieten) huren iemand in om de dader te vermoorden. Want op die manier is de geschonden eer van de vrouw en dus haar familie weer enigszins op orde. En daar wil de hele familie wel een paar dinars aan bijdragen.
Vaak waren de daders bekenden van de slachtoffers, heel vaak zelfs buren. Zij weten dat ze vogelvrij zijn, en verbergen zich in Syrië of Turkije. Maar ook daar zijn ze niet veilig voor de wrekers die hen opsporen om te doden. De kosten van zo’n actie zijn zo hoog omdat de wrekers na de daad ook weer geld nodig hebben om politie en rechters om te kopen om uit de gevangenis te blijven.
Geweld
Het is de afwezigheid van een betrouwbaar rechtssysteem, dat in Irak nieuw geweld in de hand werkt. Ook de Syrische Koerden weten dat het niet-berechten van hun ISIS-gevangenen tot problemen zal leiden. Dat het niet aansprakelijk houden van mensen voor wat ze voor ISIS deden, de roep om wraak zal aanwakkeren.
Uit de berechting van Syrische ISIS-mannen is gebleken dat slechts tien procent een maximum-vonnis krijgt, en nog eens tien procent vrijkomt bij gebrek aan bewijs. De rest kan na het uitzitten van z’n straf eindelijk weer door met leven. Als de gemeenschap waarin hij terugkeert daarbij tenminste op de juiste manier wordt begeleid, is mijn eigen ervaring in Irak. Die moet accepteren dat de man in kwestie gestraft is. Dat het recht heeft gesproken.
En dat zal uiteindelijk ook moeten gelden voor de buitenlandse ISIS-strijders, die niemand terug wil. Berecht moeten ze worden, alleen al omdat anders hun gevangenschap illegaal is. En anders is er geen gerechtigheid voor hun slachtoffers. De Syrische Koerden – die nu alleen al zo’n 100 miljoen dollars per jaar kwijt zijn aan het runnen van Al-Holkamp – vragen daarbij om hulp.
Als er dan geen internationaal tribunaal komt, kunnen landen die hun eigen ISIS-daders niet zelf willen berechten, dat nauwelijks weigeren. En mogen ze het niet langer traineren met juridische bezwaren. De realiteit na vier jaar is dat niet-berechten veel riskanter is dan de daders onderwerpen aan een rechtspraak die niet helemaal aan alle internationale voorwaarden voldoet. Maar wel doet wat de samenleving nodig heeft.