Een dorpje van tweeëndertig huizen, een kerk, meer koeien dan inwoners. Geen café. Dat is Toñanes, het gehucht in het noordwesten van Spanje waar schrijver Juan Gómez Bárcena (1984) als kind de weekenden en vakanties doorbracht en nog altijd een huisje heeft. Zo’n dorpje waar de tijd stil lijkt te zijn blijven staan en er, op het wisselen van de seizoenen na, weinig gebeurt. Wat valt daar nou over te vertellen?
Veel, héél veel, zo maakt de 430 pagina’s tellende roman Het dorp van de herinneringen van Gómez Bárcena duidelijk. Gooide hij met zijn debuutroman De hemel boven Lima al hoge ogen, met zijn nieuwe boek laat Bárcena overtuigend zien wat hij in zijn mars heeft.
Knap gecomponeerd
Het dorp van de herinneringen is een bijzonder knap gecomponeerde roman, die bestaat uit de gebeurtenissen in Toñanes en levensverhalen van inwoners uit voorbije eeuwen, die door elkaar heen worden gevlochten (met jaartallen in de kantlijn) en daardoor een gesprek aangaan dat de tijd overstijgt.
Zo maakt de lezer kennis met een pastoor geïnteresseerd in miljoenen jaren oude ammonieten die in het dorp te vinden zijn, en een jongetje dat zoekt naar de sporen van dinosaurussen. Met Juan en Juliana die net hun derde kind hebben verloren. Een jongen en een meisje die samen dansen op een feest, verliefd worden en elkaar niet meer terugvinden.
Tussen dit alles door worden de dodenregisters als het ware voorgelezen. Rode draad is het verhaal van Emilio en Mercedes, die voor hun twee dochters en derde kind in aantocht een huisje vlak bij zee willen om hun woonplaats Santander te kunnen ontvluchten. Geboren wordt het jongetje van de dino’s, de auteur zelf, die later als historicus en schrijver de geschiedenis van Toñanes in kaart zal brengen.
Alle tijd tegelijkertijd
Uw roman heeft een bijzondere en complexe structuur. Het moet een uitdaging zijn geweest om dat zo voor elkaar te krijgen.
‘Inderdaad. Ik wilde graag een boek schrijven over de geschiedenis van mijn dorp, maar dan niet in de vorm van een sage die de normale evolutie van tijd volgt. In plaats daarvan wilde ik alle tijd tegelijkertijd laten zien, simultaan dus. Voor mijn gevoel is tijd namelijk eerder circulair dan lineair, met zich steeds herhalende gebeurtenissen, ideeën en gevoelens. Na lang zoeken ontstond deze structuur, die het mogelijk maakte dat te ervaren.’
Was u niet bang dat dit ambitieuze plan te hoog gegrepen zou zijn?
‘Zeker wel, maar vind het heerlijk om mezelf flink uit te dagen bij het schrijven. Daarom zijn mijn vijf boeken ook zo verschillend: ik probeer steeds iets nieuws te doen. Iets waarvan ik niet weet of ik het wel voor elkaar krijg, maar wat ik in elk geval wel wil proberen.
Ik experimenteer graag met tijdsverloop en probeer door de grenzen van taal en narratief heen te breken. In mijn vorige roman bijvoorbeeld, die nog niet in het Nederlands is vertaald, maakt een man een reis van Mexico in de zestiende eeuw naar de Verenigde Staten in de eenentwintigste eeuw. Een demonstratie van de relatie tussen tijd en ruimte.
In dit boek wilde ik juist het tegenovergestelde doen: op één kleine plek blijven waar je toch de hele wereldgeschiedenis kunt aanschouwen. Ik ben er in 2017 aan begonnen, maar moest het boek tussentijds twee jaar wegleggen omdat ik niet goed wist hoe ik al die verschillende verhalen aan elkaar moest breien. En ik wilde snel door de tijd heen bewegen, maar betwijfelde of het plan van jaartallen in de kantlijn zou werken.
Pas toen ik op het idee kwam van een verhaallijn over mijzelf en de zwangerschap van mijn moeder als verbindende factor tussen al die andere hoofdstukken, kon ik verder.’
Uitdagende montage
U had dus allemaal losse bouwstenen?
‘Ja. Ik had interviews met de huidige bewoners van Toñanes, en de lijst van alle mensen die zijn gestorven. Ik had langere verhalen, zoals over Juan en Juliana en mijn familie. En dan had ik nog tientallen korte hoofdstukjes, bijvoorbeeld over een bepaald onderwerp zoals regen of vuur. Dat moest allemaal aan elkaar worden gesmeed.
Ik heb veel naar films gekeken om te leren over montage. En ik maakte gebruik van kaartjes, waarop ik steekwoorden over een hoofdstuk noteerde en met een kleur aangaf om wat voor soort stukje het ging, bijvoorbeeld geel voor een kort levensverhaal en rood voor een interview. Die spreidde ik uit op de vloer en zo kon ik schuiven met de volgorde: o, nu liggen er te veel gele kaartjes bij elkaar, daar moet een rode tussen. Zo zag ik ook welke kaartjes samen een afgerond geheeld vormden en waar ik nog een bruggetje moest maken van het ene naar het andere stuk.’
Microgeschiedenis
Wanneer kwam u op de gedachte dat er een roman school in dit onbetekenende dorpje en zijn handjevol inwoners?
‘Dat was een langzame ontdekking. Ik deed al sinds mijn tienerjaren onderzoek naar de geschiedenis van mijn dorp, gewoon voor de lol. Ik ging geschiedenis studeren en publiceerde in een archeologisch tijdschrift twee artikelen, de ene over de molen van het dorp en de andere over communicatiemiddelen in de middeleeuwen. Maar jarenlang bleven mijn werk als historicus en mijn werk als schrijver twee gescheiden domeinen.
Jaren geleden las ik boeken over microgeschiedenis, waarbij vanuit een klein, persoonlijk verhaal de grotere wereldgeschiedenis wordt belicht, zoals De kaas en de wormen van Carlo Ginzburg, een boek over een molenaar in zestiende-eeuws Friuli. Hé, dacht ik, ik zou mijn dorp kunnen gebruiken als voertuig om te schrijven over de mens, over Europa, over elk klein, onbeduidend dorpje op deze aarde.
Geschiedenis gaat bijna altijd over de grote gebeurtenissen, belangrijke mensen, veldslagen en oorlogen. Maar negenennegentig procent van de mensheid heeft een leven dat meer lijkt op dat van de inwoners van Toñanes dan dat van Filips IV.’
Uw boek laat ook zien dat het verleden eigenlijk nooit echt voorbij is.
‘We zijn geneigd het verleden te vergeten, maar zouden ons moeten realiseren dat het verleden een sterke invloed heeft op het heden en de toekomst. Elk conflict dat nu gaande is op deze wereld, heeft wortels in het verleden. Als je daar niets van afweet, kun je het heden niet begrijpen en beoordeel je situaties verkeerd. Bovendien trek je dan geen lessen uit wat er is gebeurd. Dus daar gaat mijn boek ook over: herinnering en vergetelheid.’
Vrijheid
Welke invloed heeft Toñanes op u gehad?
‘In Santander kon ik als jongetje niet alleen de straat op; dat was te gevaarlijk in de stad. In Toñanes was ik vrij. Rondzwervend door het dorp en de omgeving begon ik me dingen af te vragen, over de oorsprong van de molen of het bos. Op mijn zevende namen mijn ouders me mee naar de begraafplaats. Wow, dacht ik, ik sta op iets wat duizend jaar oud is! Mede daardoor ben ik historicus en schrijver geworden.’
Wat voegt romans schrijven toe aan uw werk als historicus?
‘Totale vrijheid. Als historicus moet ik me aan de feiten en logica houden, in fictie kan ik doen wat ik wil. Voor mij is verbeelding niet alleen een manier om aan de werkelijkheid te ontsnappen, maar ook om die te begrijpen. Als ik iets wil snappen van het leven van een Romeinse soldaat tweeduizend jaar geleden kan ik onderzoek doen en feiten opdiepen, maar vermoedelijk begrijp ik meer als ik een goede roman lees die me door zijn ogen laat kijken en laat voelen wat hij voelde. Ik vind verbeelding een ontzettend waardevol instrument. Ontdekkingen en uitvindingen worden gedaan doordat mensen verbeeldingskracht hebben en zich iets kunnen voorstellen wat nog niet bestaat of bekend is. Dat hebben we ook nodig om onszelf een andere, betere wereld voor te kunnen stellen in plaats van eindeloos dezelfde patronen te blijven herhalen.’
Juan Gómez Bárcena, Het dorp van de herinneringen (431 p.)
Vertaald uit het Spaans door Nadia Ramer
Wereldbibliotheek, € 24,99
Over de auteur
De Spaanse auteur Juan Gómez Bárcena (1984) debuteerde in 2012 met de verhalenbundel Los que duermen (‘Zij die slapen’), die werd bekroond met de Premio Tormenta voor Beste Nieuwe Auteur. Zijn tweede boek, de roman De hemel boven Lima, is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van de Spaanse dichter Juan Ramón Jiménez, die jarenlang dacht te corresponderen met een Peruaans bewonderaarster, waarachter werkelijkheid twee mannelijke studenten schuilgingen. Het boek stond op de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2020. Opvolger Kanada is een roman over een Hongaarde overlevende van concentratiekamp Auschwitz. Het dorp van de herinneringen is Gómez Bárcena’s vijfde boek.